Direct naar artikelinhoud
NieuwsReferendum inlichtingenwet

Oppositie ontevreden met ‘slap verhaal’ Ollongren over kritisch Wiv-rapport

Dat een rapport over informatie-uitwisseling met buitenlandse inlichtingendiensten pas na het referendum over de nieuwe inlichtingenwet (Wiv) werd gepubliceerd, is volgens minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) ‘een toevallige samenloop van omstandigheden’. Rapport en referendum hadden volgens haar ‘niets met elkaar te maken’.

Minister Kajsa Ollongren (BZK) tijdens een algemeen overleg met de Tweede Kamer over een kritisch privacyrapport van de toezichthouder op de inlichtingendiensten, de CTIVD.Beeld ANP

Met die verdediging stelde zij woensdag de coalitiepartijen tevreden, maar de oppositie allerminst. ‘Ik zou het willen geloven, maar ik kan het niet’, zei SP-Kamerlid Ronald van Raak. ‘Een slap verhaal’, aldus Martin Bosma (PVV). GroenLinks-Kamerlid Kathalijne Buitenweg: ‘Ik deel het ongemak van mijn collega’s.’

Het gaat om een rapport van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD), dat kritisch was over de privacybescherming bij het delen van gegevens door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) met buitenlandse zusterdiensten. In de campagne voor de Wiv was juist dat een punt van zorg van tegenstanders.

Nieuwsuur legde met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur de hand op de interne documenten die aan het raadgevend referendum op 21 maart vooraf gingen. Daarin bevindt zich de volgende ambtelijke notitie: ‘Min BZK (de minister, red.) heeft besloten dat, nu verzending van het rapport niet meer enige tijd voor het referendum kan plaatsvinden, verzending na het referendum te verkiezen is. Deze tijd zal ook nodig zijn voor het zorgvuldig afstemmen van onze lijn met buitenlandse partners.’

Bewuste keuze

De minister ontving het rapport op 9 februari en had uiterlijk zes weken de tijd om het met een begeleidende brief naar de Kamer te sturen. Met enige spoed had zij het nog net voor het referendum publiek kunnen maken. Maar getuige de mail koos zij ervoor dat pas een week nadien te doen. Sommige buitenlandse diensten moesten nog overtuigd worden van het belang van publicatie.

De oppositie in de Tweede Kamer vond dat een ongeloofwaardig verhaal, omdat die buitenlandse diensten (dertig in totaal) al op 30 november een concept van het rapport hadden ontvangen. Daarop hadden zij drie weken de tijd gekregen te reageren. Nadien zijn nog slechts kleine wijzigingen in het rapport aangebracht. ‘Het klopt gewoon niet’, zei Van Raak. Bosma: ‘U had de morele plicht zoveel mogelijk informatie voor het referendum naar buiten te brengen. U moet het belang van het rapport hebben onderkend, want uw hele ministerie was gefixeerd op dat referendum. Nu hebben we gestemd terwijl onze informatiepositie onvoldoende was.’

Femke Merel van Kooten-Arissen (Partij voor de Dieren) wilde weten wanneer precies het laatste contact met een buitenlandse dienst was geweest. Ollongren weigerde dat te vertellen. Van Kooten: ‘Al was het een dag voor het referendum geweest, u had het rapport openbaar moeten maken.’

‘Zorgvuldig proces’

Ollongren verweerde zich door te zeggen dat het opstellen van een CTIVD-rapport een ‘langdurig en zorgvuldig’ proces is. Zij had ‘de principiële keuze’ gemaakt een transparant rapport te openbaren, waarin passages ‘niet gewit of weggelakt’ zouden zijn. Dat vergde na 9 februari nieuw overleg met de buitenlandse diensten, waarvan sommige moeite hadden met publicatie. ‘Dat is de context waarbinnen u die mail moet lezen. Als de CTIVD eerder klaar was geweest, was de reactietermijn ook eerder ingegaan.’