De sancties zouden in strijd zijn met het vriendschapsverdrag dat Iran en de VS in 1955 sloten, stelde Teheran in juli aan het hof. Precies dat verdrag wordt nu ontbonden door Amerika.
Iran had zich tot het ICJ gewend in reactie op de maatregelen van de regering van Donald Trump. De wurgende economische sancties zouden miljoenen Iraniërs op een dramatische manier raken.
Het hof gaf Iran hierin vandaag gelijk, wat als een overwinning voor het land geldt. Zo stelde het dat de sancties geen humanitaire hulp aan Iran mogen treffen en ook de veiligheid in de burgerluchtvaart niet in gevaar mogen brengen.
De uitspraak van het hof is een voorlopig oordeel van de opperrechters, omdat de eigenlijke juridische strijd over het Amerikaanse sanctiebeleid nog moet losbarsten in het Vredespaleis. De uitspraak is interessant omdat die in algemene zin aan economische sancties beperkingen oplegt.
In afwachting van het vonnis dat pas over jaren verwacht wordt, droeg het hof Washington op voorlopig geen sancties te treffen die onherstelbare schade kunnen aanrichten zoals een blokkade van humanitaire goederen.
De Amerikaanse sancties tegen Iran omvatten een reeks al langer bestaande maatregelen die beogen te voorkomen dat Iran internationaal handel drijft. Washington bestraft ook partijen uit andere landen als die wel met Iran in zee gaan. Volgens Washington werkt Iran stiekem aan een kernbom. Teheran weerspreekt dat al decennialang.
De Trump-regering trok zich al terug uit het internationale akkoord dat mogendheden in 2015 met Iran sloten over verlichting van sancties en beperking van het Iraanse nucleaire programma.