Direct naar artikelinhoud
nieuwsisraël

Alleen internationale gemeenschap kan sloop door het Israëlische leger van een bedoeïenendorp maandag voorkomen

Het Israëlische leger staat klaar voor de sloop van een bedoeïenendorp op de bezette Westelijke Jordaanoever. Maandag verstrijkt het ultimatum aan de inwoners om hun tenten en hutten te verlaten. Niets wijst erop dat Israël luistert naar de talrijke internationale oproepen om het oord nabij Jeruzalem te sparen.

Een Palestijnse man protesteert tegen de sloop van Khan al-Ahmar.Beeld AFP

Het nietige Khan al-Ahmar, met nog geen tweehonderd inwoners, is strategisch gelegen aan een snelweg van Jeruzalem naar de Dode Zee. Naar verwachting wordt op het grondgebied een bestaande Joodse nederzetting uitgebreid, waardoor de Westoever en het Arabische deel van Jeruzalem van elkaar gescheiden worden.

Volgens Hanan Ashrawi, woordvoerder van de Palestijnse politieke elite, is verwoesting van het dorp een poging van Israël om de Palestijnen letterlijk en figuurlijk het zicht te ontnemen op Jeruzalem – de stad waarvan ze het oostelijk deel opeisen als hoofdstad van een toekomstige eigen staat.

De Palestijnse president Mahmoud Abbas wees de wereld afgelopen week tijdens een speech in het hoofdkwartier van de VN op het nadere onheil. Ook Ramallah, de ‘provisorische hoofdstad’ waar zijn regering zetelt, dreigt afgescheiden te worden van het zuidelijke deel van de Westoever. Waardoor de kansen op een levensvatbare staat nog kleiner worden.

23 families

'Het is absoluut noodzakelijk dat de internationale gemeenschap zich hiermee bemoeit’, zei Ashrawi nadat het Israëlische Hooggerechtshof in juli bepaalde dat Khan al-Ahmar gesloopt mag worden. Het dorp is volgens het Hof illegaal gebouwd, al zien de bewoners dat anders. De 23 families, behorend tot één stam, wonen al zestig jaar in het gebied.

‘Het is onze grond’, zei dorpshoofd Eid Khamis, om eraan toe te voegen dat de inwoners het dorp niet zonder slag of stoot zullen opgeven.  De afgelopen weken hebben zich tal van sympathisanten bij hen gevoegd, van linkse activisten tot een groep die zich Rabbijnen voor Mensenrechten noemt. Sommigen willen een menselijk schild vormen tussen het dorp en het met bulldozers uitgeruste leger.

De oproep aan de internationale gemeenschap kreeg weerklank. De VN-gezant voor het Midden-Oosten, de EU, afzonderlijke Europese landen, mensenrechtenorganisaties en een groep Amerikaanse senatoren drongen er bij de Israëlische regering op aan af te zien van de sloop. Nederland nam, als tijdelijk lid van de VN-Veiligheidsraad, het initiatief voor een verklaring namens acht EU-lidstaten. Die schaarden zich onomwonden achter de Palestijnen. Naast de staat Israël moet een Palestijnse staat gesticht worden, ‘met Jeruzalem als hoofdstad’.

Onpartijdige bemiddelaar

Bij de VN verdedigde de Amerikaanse president Trump vorige week zijn beslissing om Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israël, en de Amerikaanse ambassade te verplaatsen van Tel Aviv naar Jeruzalem. Voor de Palestijnse leider Abbas was dat het bewijs dat de VS geen onpartijdige bemiddelaar kunnen zijn in het conflict met Israël. 

Trumps politieke tegenstanders in eigen land zien het lot van Khan al-Ahmar als een nieuwe bedreiging voor het vredesproces, waaraan Trump tot dusverre slechts lippendienst heeft bewezen. Zijn met veel bombarie aangekondigde ‘vredesplan’ blijft maar uit. De Democratische senator Dianne Feinstein zei: ‘De kans op vrede hangt af van wat er met Khan al Ahmar gebeurt.’

25 jaar na de Oslo-akkoorden, bedoeld om de Palestijnen aan een eigen staat te helpen, zou de sloop van Khan al-Ahmar het zoveelste ‘feit op de grond’ zijn dat dit streven in de weg staat. Het dorp ligt krachtens deze akkoorden in het zogeheten Gebied C, waar Israël het gezag uitoefent. In de praktijk betekent dat de afbraak van Palestijnse woningen, scholen en andere voorzieningen, de onteigening van land en de stelselmatige weigering om bouwvergunningen te verlenen aan Palestijnen.

Daarentegen krijgen Joodse kolonisten ruim baan. In Gebied C wonen zo’n 400 duizend kolonisten tussen bijna 200 duizend Palestijnen. Zeker sinds het aantreden van Trump is er voor de Israëlische regering geen enkele rem meer op de uitbreiding van nederzettingen en zelfs de bouw van nieuwe. In 2017 steeg het aantal plannen voor woningbouw in nederzettingen met 258 procent ten opzichte van 2016, becijferde de Israëlische organisatie Peace Now.

Premier Netanyahu zei vorige week bij de VN dat alle bevolkingsgroepen in zijn land, inclusief Bedoeïenen, gelijke rechten hebben. De inwoners van Khan al-Ahmar voelen zich evenwel tweederangsburgers. Israël heeft hen een vervangende locatie aangeboden, waar geen ruimte is voor hun veestapel en ze uitzicht hebben op een vuilnisbelt. 

Onpartijdige bemiddelaar
Beeld de Volkskrant