Opinie: Waarom we niet permanent voor zomertijd moeten kiezen

Illustratie: ANP

Illustratie: ANP

Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie, stelt voor dat de EU het hele jaar op de zomertijd overschakelt. Dat is voor Nederland onverstandig.

Lees meer over
Opinie

Eigenlijk schakelen wij nu twee keer per jaar om van wintertijd naar zomertijd, niet andersom, maar zo wordt het en dat is cruciaal niet door voorzitter Jean-Claude Juncker van de Europese Commissie gebracht. De officiële standaardtijd van Nederland is net als voor ons omringende landen de Midden Europese Tijd (MET, oftewel de Greenwich Mean Time plus één uur). Dit is de tijd die we in de winter hanteren, en niet de zomertijd.

Onze standaardtijd zélf is op haar beurt eigenlijk ook nog eens een uur te ver ‘vooruit’ voor ons land. Kijken we naar de gemiddelde lengtegraad van Nederland, 5.5 graden oost, dan zouden we eigenlijk onder Greenwich Mean Time (GMT) moeten vallen, de tijd van de Britten dus. Dit geldt overigens voor heel westelijk Europa (dus ook voor landen als Frankrijk, België en Spanje, die net als ons land in plaats daarvan Midden Europese Tijd als standaardtijd hanteren).

Erfenis van de bezettingsjaren

Dat we in Nederland niettemin Midden Europese Tijd gebruiken en niet GMT is een erfenisje van de Duitse bezettingsjaren. Van 1909 tot aan de Duitse inval in 1940 hanteerde Nederland de Amsterdamse Tijd, met het middaguur (12.00 uur) bepaald door het moment dat de zon in Amsterdam op haar hoogste punt staat.

De Amsterdamse tijd liep 19 minuten en 32 seconden vóór op Greenwich Mean Time (ongeveer 40 minuten achter op onze huidige standaardtijd). De spoorwegen hadden deze tijd in 1866 al landelijk geïntroduceerd in hun spoorboekje, overigens, omdat het anders zo verwarrend werd: vóór 1909 hanteerde iedere plaats haar eigen zonnetijd.

Zomertijd Europees ingevoerd

Na het einde van de Duitse bezetting ging ons land niet terug naar Amsterdamse tijd, maar bleef op Midden Europese Tijd. Zomertijd is van veel recenter datum en kwam pas in 1977 om de hoek kijken, toen het Europees werd ingevoerd. Met argumenten (onder andere energiebesparing) die achteraf gezien allemaal niet zo reëel bleken: er blijkt door de invoering van zomertijd bijvoorbeeld nauwelijks energie bespaard te worden.

Samenvattend: onze standaardtijd (de wintertijd) loopt feitelijk al een uur vóór op de tijdzone die we eigenlijk zouden moeten hanteren, GMT. De zomertijd maakt daar zelfs twéé uur van en is feitelijk de tijd die hoort bij Oost-Europa, twee tijdzones verder. Eigenlijk heel idioot dus om dáár voor te kiezen, als we Junckers voorstel volgen.

Psychologisch effect

De voorgestelde tijdsverschuiving in de wintermaanden is niet zonder gevolgen, en het is daarom zaak dat we eerst goed nadenken en de gevolgen in kaart brengen alvorens klakkeloos iets in te voeren. Veel voorstanders van het plan lijken niet goed door te hebben wat het invoeren van permanent zomertijd inhoudt voor onze winters.

Mogelijk speelt hier een psychologisch effect mee: ‘zomertijd’ roept plezierige associaties op met warmte, licht en lange avonden. Maar in de winter is de realiteit bij het invoeren van permanente zomertijd anders. Bijvoorbeeld: voor een lange periode rond midwinter zal de zon in ons land dan pas om 10 uur ’s ochtends opkomen. We beginnen onze dag dan diep in het donker en werken een relevant deel van de dag in het donker.

Zonlicht is, door de invloed op onder andere de melatonine-afbraak in ons lichaam, een belangrijke regulerende factor in onze biologische klok. Mensen zijn geen nachtdieren en de zonsopkomst zet allerlei biologische processen in ons lichaam in gang. Er zijn diverse studies die laten zien dat vér voor zonsopkomst opstaan voor de doorsnee mens om die reden schadelijk kan zijn, met gezondheidsklachten, variërend van depressie tot diabetes, als gevolg.

Er zijn ook studies die laten zien dat de werkkwaliteit gedurende een groot deel van de dag er onder kan lijden, omdat bij een te vroege donkere start de cognitieve functies van ons brein ook de rest van de dag achterblijven.

Gezondheidsrisico

Economisch gezien lijkt het permanent invoeren van zomertijd dus niet slim: je kunt in de winter minder productieve werknemers verwachten, en een hogere arbeidsuitval en hoge zorgkosten door ziekte. Meer vanuit menselijk perspectief gekeken: voor Nederlanders die zoals ik géén nadrukkelijk ochtendmens zijn, zou de permanente invoering van zomertijd gewoon een hel én een gezondheidsrisico worden.

Er komen ook veiligheidsaspecten om de hoek kijken. Wat zijn de effecten op de veiligheid op de werkvloer wanneer een significant deel van de dag door niet goed ontwaakte (en depressieve) werknemers bij kunstlicht gewerkt moet worden? Wat is de invloed op de verkeersveiligheid?

Sociale activiteiten

Voorstanders van permanente zomertijd voeren tegen dit alles aan dat het te veel de focus op het werkdeel van de dag legt. De voorstanders vinden het vooral belangrijk dat ze in de zomermaanden ná het werk nog diverse uren daglicht hebben voor sociale activiteiten, sport, klusjes en tuinwerk. Rond midzomer is die tijd er ook bij standaardtijd (wintertijd) overigens nog voldoende, maar in de maanden daar omheen knabbelt wintertijd inderdaad flink wat van de na werktijd resterende zonlichturen af.

Dit is een valide tegenargument dat ik zeker begrijp, maar ik zou het aangevoerde probleem toch een subjectief probleem willen noemen. Het argument van tegenstanders die vrezen voor de invloed op hun gezondheid als ze ’s winters ver voor zonsopgang moeten beginnen, vind ik een meer objectief probleem, dat mijns inziens daarom zwaarder weegt.

Zonopkomst

De zeer vroege zonsopkomst (al om half vijf) in de zomer bij invoering van ‘wintertijd’ als standaard tijd over het hele jaar, is een ander probleem waarmee voorstanders komen. Dit is ook een reële tegenwerping, maar in de zomer is de zonsopkomst sowieso vroeg op onze breedtegraden. Hier zijn goede verduisteringsgordijnen misschien een betere oplossing dan morrelen aan tijdzones.

Van zomertijd onze standaardtijd maken is geen goed idee. Als we al de wisseling tussen winter- en zomertijd afschaffen, laten wij als land dan voor onze huidige standaardtijd kiezen, de ‘wintertijd’. Of misschien zelfs voor Greenwich Mean Time. Dat laatste zou overigens best een ironisch keuze zijn, in het licht van de brexit.

Dr. Marco Langbroek uit Leiden is archeoloog en astronoom.