Prinsjesdag: de drie bittere pillen voor ondernemers

 
 

Op Prinsjesdag strooide minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) met miljarden. Maar ondernemers in het midden- en kleinbedrijf zijn niet tevreden over de plannen van het Kabinet. Met welke drie tegenvallers moet je als ondernemer rekening houden?

Lees verder onder de advertentie

De Kabinetsplannen hebben flinke gevolgen voor ondernemend Nederland. Zo zaten er in het koffertje een aantal maatregelen die volgens de ondernemersorganisaties voelen als 'een straf op ondernemen'. Maar ondanks alle kritische geluiden, was er niet alleen slecht nieuws. Zo vielen enkele maatregelen positiever uit dan gedacht. Die zetten we eerder deze week al op een rijtje.

Lees ook: Prinsjesdag: drie meevallers voor ondernemers

En dit zijn de drie tegenvallers waar je als ondernemer rekening mee moet houden:

Lees verder onder de advertentie

Grote schuld bij eigen bedrijf worden belast

Directeuren-grootaandeelhouders die geld lenen bij hun eigen bedrijf, moeten belasting betalen voor leningen groter dan 500.000 euro. Het is een maatregel die 23.000 dga's zal treffen. Gezamelijk hebben ze voor een schuld van ruim 30 miljard euro aan hun vennootschappen. En zullen volgens de nieuwe belastingmaatregel in totaal aan ongeveer 4,5 miljard inkomstenbelasting moeten betalen. De nieuwe belasting gaat in op 1 januari 2022. Dat geeft de dga's nog drie jaar de tijd om de schuld boven de 500.000 euro bij hun eigen bedrijf af te lossen. Het alternatief is dat ze schuld omzetten in een winstuitkering. Dat zou betekenen dat ze daarover 25 procent (en vanaf 2021 26,9 procent) belasting moeten betalen in box 2 van de inkomstenbelasting.

VNO-NCW en MKB-Nederland zijn tegen de maatregel. Volgens de ondernemersorganisaties dwingt het dga's ertoe vermogen te ontrekken aan hun ondernemingen. "Dat gaat ten koste van de toekomstige investeringskracht van de ondernemingen en daarmee de groei en werkgelegenheid", meldt het FD.

Verhoging box 2-tarief

Hoewel de verhoging minder hoog is uitgevallen dan vooraf gedacht werd (28,6 procent), toch blijft de verhoging van het belastingtarief in box 2 van 25 procent nu, naar 26,9 procent in 2021 is voor MKB-Nederland een 'doorn in het oog'. "Als je wilt dat bedrijven investeren, moet je als kabinet niet het box 2-tarief gaan verhogen, waardoor ondernemers mogelijk versneld vermogen naar privé gaan halen. Dat levert de staat snel belastinggeld op, maar gaat ten koste van de investeringskracht van die bedrijven. Het voelt bovendien als een boete op ondernemen. Het kabinet verhoogt het tarief gelukkig wel minder dan het aanvankelijk van plan was - daar hebben we hard voor geknokt - maar het blijft een onbegrijpelijke maatregel", aldus voorzitter Jacco Vonhof in een schriftelijke reactie.

Lees verder onder de advertentie

Ook Hans de Boer van VNO-NCW hekelt de tariefsverhoging. "Het raakt de familiebedrijven, terwijl zij een pijler onder onze economie zijn. Wij blijven dan ook knokken om deze boete op ondernemen van tafel te krijgen", aldus De Boer tegen RTL Z.

Verhoging van het lage BTW-tarief

Een derde maatregel waar MKB-ondernemers niet blij mee zijn is de verhoging van het lage BTW-tarief, van 6 naar 9 procent. Hierdoor vrezen veel MKB’ers omzetverlies. Met name ondernemers in de grensstreken zijn extra bezorgd, vertelde Mieke Ripken, de woordvoerder van MKB-Nederland, eerder deze week aan De Ondernemer. "Die BTW-verhoging doet onze ondernemers echt pijn. Want als producten of diensten in Nederland te duur worden, dan gaan de klanten in de grensstreken gewoon naar Duitsland of België."