Bram Grisnigt stuurt 75 jaar na de Tweede Wereldoorlog een morsebericht naar Engeland
NOS Nieuws

Geheim agent stuurt 75 jaar later weer morsebericht naar Engeland

"Ik was met Piet Hoekman. Samen zijn we naar een vliegveld gebracht. Daar hebben we de laatste instructies gekregen. In het vliegtuig trokken we een lucifer, voor wie het eerste moest springen."

Bram Grisnigt herinnert zich de nacht van 19 op 20 september 1943. Als verzetsstrijder werd hij op 20-jarige leeftijd gedropt in Nederland. Hij kon de Duitse bezetting niet verdragen en was eerder naar Engeland vertrokken. Maar hij kwam terug als geheim agent mét zendapparatuur. Het doel: contact onderhouden tussen de Ordedienst en de Nederlandse regering in Londen.

Nu, precies 75 jaar later, is Bram Grisnigt (95) de laatst levende Nederlandse MI6 agent uit de Tweede Wereldoorlog en stuurt hij nog een keer een morsebericht de Noordzee over.

Verslaggever Peer Ulijn was erbij toen Grisnigt het bericht naar Engeland stuurde:

  • Bram Grisnigt
    Het morsebericht dat Grisnigt van Amsterdam naar Engeland stuurt

De apparatuur van nu is precies hetzelfde als vroeger, "hetzelfde koffertje ook nog". De snelheid toen was 16 tot 18 woorden per minuut. "Met één zo'n papiertje seinen was je dus al zo'n 10 minuten mee bezig."

Vandaag doet Grisnigt er langer over. "De spanning was net iets te groot en er is maar een gedeelte van het bericht overgekomen." Grisnigt wijt het vooral aan de aanwezigheid van alle pers. Aan het morse ligt het niet, die kent hij nog altijd uit zijn hoofd. "Niets vergeten na 75 jaar. Het zit allemaal nog in mijn hoofd. Nou nee, in mijn vingers."

Van de 180 gedropte geheime agenten zijn er 95 gesneuveld. Dat is veel.

Grisnigt

Het bericht dat Grisnigt vandaag poogde te sturen, is een eerbetoon aan zijn gesneuvelde medeagenten en aan de RAF-piloten die de Nederlandse geheim agenten met groot gevaar voor eigen leven naar bezet Nederland brachten. "Van de 180 gedropte geheime agenten zijn er 95 gesneuveld. Dat is veel."

"Maar", gaat Grisnigt verder, "alle agenten hadden steun nodig van burgers, voor onderdak bijvoorbeeld. Er zijn naast al die agenten waarschijnlijk nog veel meer burgers gestorven die hen hebben geholpen."

En ook veel piloten hebben het niet overleefd. "Veel werden neergeschoten door nachtjagers", legt Grisnigt uit. "Er zijn meer vliegtuigmannen van Tempsford omgekomen dan geheime agenten. Een dramatisch iets."

Terug naar die nacht

Die nacht in 1943 landden de agenten bij Beugen, twintig kilometer verder dan waar ze eigenlijk terecht moesten komen. De apparatuur kwam in een tuin van een boerderij terecht. "Het was spannend. We hadden een opdracht gekregen vanuit Engeland en stonden toen voor de vraag: gaan we naar de boerderij toe om de spullen te halen en terug te krijgen, of gaan we weg. Als we weglopen, dan is het einde missie."

De mannen besloten toch te gaan. "We hoorden mannen in de tuin praten, dus hebben ons pistool getrokken en zijn op ze afgestapt. 'Zijn jullie goed of slecht?', vroegen we ze. Een hele domme vraag natuurlijk", lacht Grisnigt. Ze bleken 'goed'. "Toen zijn we weer in het bezit gekomen van ons materiaal."

  • Verzetsmuseum Amsterdam
    Bram Grisnigt (links) en Piet Hoekman in 1942
  • Verzetsmuseum Amsterdam
    Bram Grisnigt in 1945

Een dag later vertrok hij naar Amsterdam, naar zijn twee seinadressen op de Prinsengracht. "Het ging net zo moeilijk als vandaag", vertelt Grisnigt over de bliebjes. "Verbinding krijgen met Engeland was heel moeilijk. Het was ook groot gevaar voor de burgers van wie het huis was, die hebben geweldige risico's genomen."

De informatie die Grisnigt via het morsealfabet naar Engeland moest seinen werd hem aangeleverd. "Ik had een contactadres en een contactman. Ik kende zijn echte naam niet." Via een prikbord in een eethuis wisselden de twee berichten uit. "Zij wisten mijn adres niet, en ik had dat van hun niet."

Je bent de verbinding tussen het verzet en Bureau Inlichtingen. Dat gaf een geweldige kick.

Bram Grisnigt

Het konden boodschappen zijn over bevoorrading, of militaire gegevens. "Veel berichten waren al gecodeerd, dan wist ik zelf ook niet wat er stond", herinnert Grisnigt. "Vaak vonden wij dat die berichten te uitvoerig waren, te lang. En helemaal omdat we het vaak moesten herhalen. Please repeat, please repeat, kregen we dan terug."

"Elke keer als ik contact had met het eiland, gaf het me een geweldige kick", vertelt Grisnigt. "Je bent de verbinding tussen het verzet en Bureau Inlichtingen."

Grisnigt heeft een paar maanden morseberichten naar Engeland kunnen seinen. Op 2 februari 1944 werd zijn radiosignaal opgepikt door de Duitsers. "Toen zijn we gearresteerd."

De Sicherheitsdienst bracht hem naar kamp Ravensbrück. Daar werd hij in april 1945 bevrijd door de Russen.

Het morsealfabet

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl