Er heerst al enige tijd onenigheid binnen het Italiaanse kabinet over de begroting. Minister van Financiën Giovanni Tria wil dat de overheid toegewijd is aan het verlagen van de schuldenlast, om zo aan de Europese begrotingsregels te voldoen.
De nieuwe Italiaanse coalitie wil echter meer ruimte in de begroting en vindt dat de Italiaanse burger voorop moet staan bij het samenstellen van de begroting, niet de Europese begrotingsregels. De coalitie wil een belastingverlaging doorvoeren en een verhoging van sociale zekerheidsuitgaven, onder meer om een basisinkomen in te voeren.
Dinsdag dreigde vicepremier Luigi di Maio nog met het ontslag van de minister van Financiën als hij niet meer mag uitgeven. "Ze willen niet dat wij een basisinkomen invoeren", zei Di Maio, "als ze zo doorgaan, mag Tria zijn koffers pakken."
Volgens Italiaanse regelgeving moet de regering voor 27 september zijn economische voorspellingen publiceren, voordat de volledige begroting in oktober gepresenteerd moet worden.
'Italië moet in het centrum van de eurozone blijven'
Moscovici reageerde donderdag op de oproep van Di Maio om de staatsschuld verder op te laten lopen. "Ik dring erop aan dat de regering van Italië ervoor zorgt dat het blijft waar het is, in het centrum van de eurozone als een sterke, betrouwbare lidstaat die bereid is zijn schulden onder controle te houden", aldus Moscovici.
De EU-commissaris vindt dat het land moet snijden in zijn uitgaven en tegelijk prioriteit moet geven aan investeringen in onder meer infrastructuur om groei en productiviteit aan te jagen.
Italiaanse staatsschuld na Griekenland de grootste in EU
Italië heeft momenteel na Griekenland de grootste staatsschuld binnen de Europese Unie. Over 2017 bedroeg de staatsschuld van het land 131,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp). In vergelijking, de Nederlandse staatsschuld bedroeg in datzelfde jaar 56,7 procent.
Volgens de Europese begrotingsregels, vastgelegd in het Stabiliteits- en Groeipact van 1997, mag de staatsschuld van een EU-land niet meer bedragen dan 60 procent van het bbp. Er is echter nog nooit een EU-land bestraft na het niet nakomen van de regels.