Direct naar artikelinhoud
Column

De onbegrijpelijke empathie van de rechter voor de verkrachter

Theodor HolmanBeeld Wolff

Dus: een Afghaanse asielzoeker verkracht een verstandelijk gehandicapt meisje van 18 jaar.

De Afghaan wordt gepakt en komt voor de rechter.

Wat doet die? Die geeft de ­Afghaanse verkrachter een mildere straf, want - zo oordeelt de rechter - anders zou diens verblijfsvergunning in gevaar komen en zou hij het land worden ­uitgezet.

Ik vat het (voor mezelf) nog een keer samen, zodat ik het goed begrijp: Afghaanse ­verkrachter. Geestelijk gehandicapt meisje. Mildere straf van rechter. Afghaan anders het land uit.

Oké. Ik gooi de handdoek in de ring. Ik lig op mijn rug.

Is mijn woede misplaatst?

De onbegrijpelijke empathie van de rechter voor de verkrachter, waardoor wetten een hoop stront worden, blaast een smeulende agressie aan die je door een goede rechtspraak juist in de goede banen hoopt te leiden. 

Wetten ­moeten geruststellen, niet tot ­opwinding leiden.

Wat is er toch met de rechters aan de hand?

Willen ze met hun merkwaardige juridische inter­pretaties politiek bedrijven? 
Is het gevoel fout dat de ­rechter je niet beschermt, maar je aanvalt? Verkrachters komen eerder vrij, politici moeten boeten voor hun ­opvattingen. 

Vrouwe Justitia heeft geen blinddoek meer voor haar ogen, maar een rode lap, geen weegschaal meer in haar ene hand, maar een ­politiek pamflet. Alleen dat zwaard in de andere hand ­hebben ze nog. Als je geen crimineel bent, geen verkrachter, kan je kop zomaar rollen.

Ik geef toe, het zijn hyper­bolen, maar ze komen steeds dichter bij de waarheid.

Wetten moeten geruststellen, niet tot ­opwinding leiden

Als een verkrachter zijn rechtvaardige straf niet krijgt, is het dan niet de plicht van het publiek om zich angstig te voelen? Is dat wat de rechter wil?

Wanneer een verkrachter van een verstandelijke gehandicapt meisje een mildere straf krijgt om zijn verblijfsvergunning niet in gevaar te brengen, is het dan vreemd dat men zich met alles verzet tegen asielzoekers die, als ze ­seksueel intimideren, blijkbaar vrij kunnen rondlopen? 

Is dat wat de rechter wil?

Bedoelt de rechter door een mildere straf uit te spreken te zeggen dat de Afghaan nog recht heeft op die verblijfs­vergunning?

Als de rechter dat meent, hoe moet ik dan nog weten wat recht is en wat rechtvaardigheid? Denkt de rechter echt dat we door deze uitspraak asielzoekers hartelijker gaan verwelkomen? Is de woede die we nu door zo'n uitspraak ontwikkelen onrechtvaardig, populistisch? 

Wie roept de rechters tot de orde?

Heeft die rechter nu niet Vrouwe Justitia verkracht?

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl

Is het gevoel fout dat de ­rechter je niet beschermt, maar je aanvalt?