Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Dit zijn de opvallendste punten uit de Miljoenennota

Rijksbegroting Meer geld voor de koning, voor Defensie, de politie en de leraren. De ministers hebben geld te besteden en maken plannen voor uitgaven. Meer, meer, meer? Nee, bij defensie moeten de uitgaven gaten dichten, in de zorg moeten de kosten aan banden.
Koning Willem-Alexander leest de troonrede voor op Prinsjesdag aan leden van de Eerste en Tweede Kamer in de Ridderzaal.
Koning Willem-Alexander leest de troonrede voor op Prinsjesdag aan leden van de Eerste en Tweede Kamer in de Ridderzaal. Foto Sander Koning/ANP
  • Algemene Zaken

    Hogere uitkering voor koning en koningin

    Met 68 miljoen euro is de begroting van het departement van minister-president Mark Rutte (VVD) sowieso al niet groot. Volgend jaar gaat daar nog zeven ton vanaf. Bij het Koninklijk Huis, dat een eigen begroting heeft maar tegelijk met Algemene Zaken wordt behandeld, komt er juist geld bij.

    Leden van het Koninklijk Huis zien hun uitkering volgend jaar stijgen. Koning Willem-Alexander ontvangt 926.000 euro, 24.000 meer dan dit jaar. Het inkomen van prinses Beatrix stijgt met 13.000 euro naar 523.000 euro. Koningin Máxima krijgt het minst erbij, haar inkomen stijgt met 9.000 euro naar 367.000 euro. De inkomens van de Oranjes worden jaarlijks geïndexeerd en volgen de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren.

    Het Kabinet van de Koning is wél onderdeel van AZ. Dat fungeert als schakel tussen de koning en de verschillende ministeries: een taak die het volgend jaar met ruim 20.000 euro minder moet doen. Het zijn in vergelijking met andere ministeries geen gigantische bedragen.

    Bij AZ verandert er weinig: binnen de afzonderlijke diensten zijn er niet veel budgettaire verschuivingen. De Rijksvoorlichtingsdienst, die het woord voert voor het kabinet en de minister-president en de publiciteit rond het Koningshuis verzorgt, krijgt er nog geen ton bij.

    De grootste kostenpost, de Dienst Publiek en Communicatie – verantwoordelijk voor de informatievoorziening van de rijksoverheid aan het publiek en aan professionals – moet het doen met bijna 80.000 euro minder.

    De grootste verschuiving bij AZ, met nog geen vierhonderd medewerkers het kleinste ministerie, is in de zogeheten apparaatsuitgaven, waar de personeels- en materiële kosten onder vallen. Daarvoor is volgend jaar zes ton minder gereserveerd.

  • Buitenlandse Zaken

    Dreigingen buitenland raken binnenland

    Onder de ministers Stef Blok (VVD) en Sigrid Kaag (D66) kiest Nederland onomwonden voor een rol op het wereldtoneel. In de afgelopen jaren werd er vaak beknibbeld op Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingshulp. Ditmaal komt er geld bij. Want: „Wat ver gebeurt, raakt ons dichtbij.”

    Noord-Afrika komt in de nieuwe begroting sterker in beeld: in totaal gaat er 40 miljoen euro naar de uitbreiding van ambassades daar. Dit is volgens het kabinet nodig voor „een effectieve aanpak” van grensoverschrijdend terrorisme, criminaliteit, irreguliere migratiestromen en het tegengaan van de ‘grondoorzaken’ van instabiliteit. Het bieden van perspectief aan de snelgroeiende groep Afrikaanse jongeren is ook onderdeel van de strategie: in 2019 wordt vanuit Kaags departement 60 miljoen meer geïnvesteerd in nieuwe programma’s voor (beroeps)onderwijs, werk en inkomen voor jongeren en vrouwen.

    Het kabinet spreekt ook duidelijk de wens uit om actiever te worden in de Europese Unie. Dat is nodig omdat het politiek en economisch gewicht van de EU dreigt af te nemen door de verdere verschuiving van economische macht richting het Verre Oosten, door Brexit, Trumps schijnbare afwijzing van multilaterale samenwerking, en onenigheid binnen de EU zelf over normen en waarden en de rechtstaat.

    Om binnen de EU effectief te zijn zal Nederland steeds vaker „wisselende coalities” moeten sluiten met andere landen. En de toenemende internationale uitdagingen zullen er, in combinatie met Brexit, toe leiden dat Nederland als rijker EU-land meer moet bijdragen aan de Europese begroting. „Maar wel binnen de grenzen van redelijkheid.”

  • Justitie en Veiligheid

    Geld voor bestrijden ondermijnende criminaliteit

    Minder migratie, meer middelen voor criminaliteitsbestrijding, meer geld voor de politie. De begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid is vooral een verdere uitwerking van het regeerakkoord, maar er zijn óók verrassende, nieuwe grote uitgaven.

    Het tekort van 40 miljoen euro bij de Raad voor de Rechtspraak, de organisatie van de rechterlijke macht, wordt bijvoorbeeld tóch aangevuld. Eerder had minister Sander Dekker (VVD) gezegd dat de rechtspraak zelf een oplossing moest vinden voor de problemen. Nieuw is ook de 30 miljoen euro die dit jaar extra aan cybersecurity uitgegeven wordt. Tot het einde van deze kabinetsperiode, geeft het kabinet daarnaast in totaal 95 miljoen euro extra uit aan het versterken van digitale veiligheid.

    Daarnaast trekt Justitie komend jaar 23 miljoen euro uit voor een ‘Brexit-potje’. Dat geld wordt gereserveerd voor onder meer het Openbaar Ministerie (OM) en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), voor het geval het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie treedt zonder akkoord met de EU. Voor 2020 is hiervoor nog eens 27 miljoen euro gereserveerd.

    Veel andere voorstellen en bedragen zijn eerder al genoemd. Zo gaat er eenmalig 100 miljoen euro naar een ‘Ondermijningsfonds’, dat lokale overheden, politie en het OM moet helpen in het bestrijden van criminaliteit die de rechtstaat ondermijnt. In 2019 moeten ook wetsvoorstellen worden gepresenteerd die de straffen verhogen voor daders van zulke misdrijven, en overheden meer bevoegdheden geven in de bestrijding ervan. Naar de politie gaat de komende jaren 291 miljoen euro extra. Dat bedrag moet besteed worden aan extra (wijk)agenten, zo’n 1.100, en de uitstroom van agenten die de komende jaren met pensioen gaan.

  • Binnenlandse Zaken

    Lastige ambitie: aanpak van woningmarkt

    Minister Kajsa Ollongren (D66) richt zich de komende tijd opnieuw op een lastig dossier: de vastgelopen woningmarkt. In de Nationale Woonagenda, die Ollongren in mei presenteerde, sprak het kabinet al de ambitie uit de komende jaren 75.000 extra woningen per jaar te bouwen. Die ambitie wordt herhaald in de Miljoenennota, want het tekort aan woningen is groot en loopt in 2025 op tot ruim 600.000 woningen.

    Om de bouw te versnellen, trekt het kabinet komend jaar 38 miljoen euro uit om stedelijke gebieden, zoals oude havengebieden en oude bedrijventerreinen, versneld tot woongebieden te transformeren. Ook krijgen woningcorporaties lastenverlichting, in de hoop dat ze meer gaan bouwen. De verhuurdersheffing voor corporaties wordt met 100 miljoen euro verlaagd, wat bovenop de 100 miljoen euro korting komt voor corporaties die verduurzamen. De verhuurdersheffing zal desondanks de komende jaren wel toenemen, omdat die gekoppeld is aan de WOZ-waarde van huizen. Corporatiekoepel Aedes noemt de verlaging daarom „een goede eerste stap, maar het zet geen zoden aan de dijk”.

    BZK investeert volgend jaar verder 1,1 miljoen euro extra in de aanpak van agressie en geweld tegen politici en bestuurders. Ook gaat er, zoals al in het regeerakkoord werd aangekondigd, 8 miljoen euro extra naar inlichtingendienst AIVD voor de aanpak van „digitale dreigingen, spionage en sabotage”.

    Over democratische vernieuwing staan er weinig grootse plannen in de BZK-begroting. Het kabinet lijkt te wachten op de staatscommissie parlementair stelsel van VVD-prominent Johan Remkes, die in december met aanbevelingen komt, waarmee Ollongren belooft „aan de slag te gaan”.

  • Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

    Niet meer geld voor leraren dan was beloofd

    Terwijl de koning de Troonrede uitsprak, cirkelde boven Den Haag een vliegtuig met luchtreclame: Liever Shell in zijn sas, dan een leraar voor de klas. Afzender: vakbond Leraren in Actie. De boodschap: het kabinet helpt multinationals door de dividendbelasting af te schaffen, maar doet weinig aan het lerarentekort.

    Toch neemt de omvang van de onderwijsbegroting toe: van 36,1 miljard euro in 2018 tot 38,5 miljard euro in 2019. Het primair onderwijs krijgt daarvan het grootste deel: 11,3 miljard. Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media Arie Slob (ChristenUnie) heeft echter niet meer geld vrijgemaakt voor onderwijzers dan hij in het regeerakkoord al beloofde: 270 miljoen euro voor de verhoging van de salarissen en 430 miljoen euro voor vermindering van de werkdruk (in 2019 nog 237 miljoen).

    Het voortgezet onderwijs komt er wat betreft extra investeringen bekaaider vanaf: die komen (min de ‘ombuigingen’) neer op 63 miljoen in 2019. Technische vmbo-scholen krijgen er 70 miljoen euro bij. De begroting van het hoger onderwijs neemt toe in 2019 met 0,8 miljard, naar 8,2 miljard. De halvering van het collegegeld voor eerstejaars kost 165 miljoen euro. Tegelijkertijd wordt per 2020 de rente op studieleningen verhoogd, wat 226 miljoen euro moet opleveren.

    Minister Ingrid van Engelshoven (D66) investeert 50 miljoen extra in cultuur in 2019, oplopend tot 80 miljoen vanaf 2020. De helft daarvan gaat naar cultuureducatie en talentontwikkeling. Een goed deel van de mediabegroting (960 miljoen) gaat naar de landelijke publieke omroep: 740 miljoen. Zoals in november al aangekondigd, is dat een bezuiniging van 62 miljoen.

  • Financiën

    Meest ingrijpende maatregelen zijn fiscaal

    Geen alomvattende herziening, zoals het vorige kabinet nog ambieerde, maar „modernisering van het belastingstelsel”, zoals de koning het in zijn Troonrede noemde. Hoe het ook heet, de meest ingrijpende maatregelen van het kabinet-Rutte III zijn fiscaal en liggen op het bordje van staatssecretaris Menno Snel (D66). De meesten komen komend jaar via de Belastingdienst tot uiting. Mikpunt van kritiek bij de oppositie is dat het meest bekritiseerde voorstel, de afschaffing van de dividendbelasting, in deze verzamelwetten is verwerkt en dus niet door het parlement apart te behandelen, ergo: weg te stemmen.

    Onder de naam vlaktaks gaat het stelsel van de inkomstenbelasting op de schop. In plaats van de huidige vier schijven komen er twee, met lagere tarieven. Het basistarief voor inkomens tot 68.507 euro wordt 36,93 procent. Voor hogere inkomens komt een toptarief van 49,5 procent. De hypotheekrenteaftrek wordt navenant verlaagd, in stapjes van 3 procent, maar pas vanaf 2020. Het lage btw-tarief – op de boodschappen – stijgt van 6 naar 9 procent.

    De vennootschapsbelasting op bedrijfswinsten gaat omlaag: het lage tarief (tot een winst van twee ton) van 20 tot 16 procent; het hoge tarief van 25 tot 22,25 procent. Dat laatste tarief daalt iets minder hard, om de duurder uit te vallen afschaffing van de dividendbelasting op te vangen.

    Voor minister Wopke Hoekstra (CDA) blijft over het permanent in de gaten houden van de overheidsfinanciën en van de financiële sector. Sinds de miljoenenschikking met ING wegens witwassen is dat nog altijd nodig, want, zo schrijft Hoekstra: „Tien jaar na de start van de financiële crisis is het vertrouwen in financiële instellingen nog niet terug.”

  • Defensie

    Meer geld, maar vooral om gat te dichten

    Ook aan Ank Bijleveld (CDA) de dankbare taak meer geld te mogen uitgeven. Na jarenlange bezuinigingen op de krijgsmacht kondigde Rutte III in het regeerakkoord aan te investeren in Defensie, in 2019 met 1,2 miljard euro. In het voorjaar volgde al een gedetailleerde uitwerking van die plannen in de Defensienota.

    Dat geld gaat vooral naar het moderniseren van de krijgsmacht (700 miljoen extra), door investeringen in wapensystemen. Verder steekt Bijleveld 300 miljoen euro in het versterken van de operationele (gevechts)ondersteuning, zoals middelen om inlichtingen te verzamelen en meer training voor piloten van jachtvliegtuigen en helikopters. Andere dingen die opvallen: in 2019 krijgen alle militairen nieuwe gevechtskleding en worden de eerste acht F-35-gevechtsvliegtuigen, de JSF’s, geleverd. Binnen Defensie werd vooral gesmacht naar meer geld voor (nieuw) personeel: voor „werkgeverschap en bedrijfsveiligheid” trekt Defensie 200 miljoen euro uit.

    Desondanks klinkt vanuit de krijgsmacht teleurstelling. Vakbond AFMP en de Nederlandse Officierenvereniging benadrukken in een eerste reactie dat zij hadden gehoopt op meer investeringen in personeel. „Wat Defensie betreft, zijn we er nog lang niet”, aldus AFMP.

    Uit de begroting wordt opnieuw duidelijk dat het extra geld het gat dat jaren van bezuinigingen heeft geslagen niet goed maakt. Geeft Nederland in 2018 1,3 procent van het bruto binnenlands product uit aan Defensie, op basis van de huidige ramingen loopt dat in 2020 op tot 1,34 procent, om te dalen tot 1,23 procent in 2023. Daarmee wordt de NAVO-norm van 2 procent van het bbp per jaar, die Nederland zegt na te streven in 2024, bij lange na niet gehaald.

  • Infrastructuur en Waterstaat

    Weinig nieuwe investeringen

    Ten opzichte van het regeerakkoord meldt de eerste begroting van minister Cora van Nieuwenhuizen (VVD) weinig over nieuwe investeringen in wegen, spoor en waterwegen. In het totaal wordt er volgend jaar weliswaar zo’n 7 miljard euro uitgetrokken voor de aanleg, het beheer en onderhoud aan asfalt, openbaar vervoer en waterwegen. Maar dat is geld dat eerder al is toegezegd in meerjarenramingen en door de minister.

    De filedruk is dit jaar volgens de meest recente ramingen verder opgelopen, met 2,5 procent. Daarom komt er tot 2030 minstens duizend kilometer aan rijwegen bij. Ook dat was al eerder toegezegd door Van Nieuwenhuizen. Volgend jaar wordt er 60 miljoen euro geïnvesteerd om wegen na ongelukken of pech sneller vrij te maken. Of het werkt? Zelf zegt ze in een toelichting op de begroting: „Ik kan de files niet oplossen, maar ik doe er wel alles aan om ze te beperken.”

    Twee miljard euro extra voor het verbeteren van de mobiliteit, was de belofte bij het aantreden van het kabinet-Rutte III. Dat was een trendbreuk met het beleid sinds 2010, toen er op infrastructuur alleen maar was bezuinigd. Het extra geld wordt volgend jaar deels besteed aan de verbrede A6 bij Almere, de A1 bij Apeldoorn en de A2 op het traject Den Bosch-Deil, zoals ook werd genoemd in het regeerakkoord.

    Hetzelfde geldt voor de plannen voor de treinsporen, ook die waren al bekend: uitbreiding van het spoorboekloos rijden (de 10-minutendienstregeling op de trajecten Schiphol-Utrecht-Arnhem en Breda-Eindhoven) en van het aantal perrons op station Amsterdam-Zuid.Daarnaast ook nog: betere bereikbaarheid van Schiphol en uitbreiding van het aantal opstelplaatsen voor treinen.

  • Economische Zaken en Klimaat

    Akkoord over klimaat later dit jaar pas af

    Het is een onvolledige begroting, die van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Want verantwoordelijk minister Eric Wiebes (VVD) rondt besluitvorming over een toekomstig Klimaatakkoord (inclusief financiering ervan) pas later dit jaar af, als het kabinet gereageerd heeft op de uitkomsten van het overleg van de vijf ‘klimaattafels’. Dat moet uiteindelijk leiden tot een definitief Klimaatakkoord. Daarna moeten de afspraken regionaal vertaald worden, zodat ook provincies en gemeenten ermee aan de slag kunnen. Toch begint volgend jaar de uitvoering van het akkoord, schrijft Wiebes in zijn begroting.

    Vermindering van de broeikasuitstoot moet voor alle huishoudens bereikbaar en betaalbaar zijn. Consensus over de afspraken in dat Klimaatakkoord moet daaraan bijdragen: partijen moeten over en weer van elkaar weten wat ze mogen verwachten. Dat is van belang voor individuele huishoudens, maar ook voor, bijvoorbeeld, bedrijven die langlopende investeringen overwegen.

    Eerder is al besloten om kolencentrales op termijn te verbieden. Vanaf 2025 moeten de twee oudste centrales dicht zijn of brandstof gebruiken die minder milieuvervuilend is. In 2030 geldt een algeheel verbod op het opwekken van elektriciteit met kolen.

    Wiebes roept dit jaar opnieuw een regeling in het leven die de energietransitie blijvend moet stimuleren, vooral voor de ontwikkeling van wind-, zon-, water- en biomassa-energie. Daar is de komende jaren 6 miljard euro mee gemoeid.

  • Landbouw

    Kleine begroting, grote plannen

    Carola Schouten. Foto Martijn Beekman/LNV

    Jarenlang moest Landbouw het doen met een vermelding in de begroting van Economische Zaken, tot het kabinet-Rutte III voor het eerst sinds 2010 weer koos voor een eigen ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Toch staat haar eerste begroting van verantwoordelijk minister Carola Schouten (ChristenUnie) niet vol verrassingen, want op 8 september gaf zij in haar ‘landbouwvisie’ een belangrijke inkijk in haar langetermijnplannen voor de Nederlandse agrarische sector. Speerpunt daarin: een omschakeling naar zogeheten kringlooplandbouw met minder verspilling en beter grondstoffengebruik.
    Maar in de begroting van LNV is de realisatie daarvan niet onder één uitgavenpost terug te vinden. Geld voor onder meer agrarische innovatie (90,8 miljoen euro) en onderzoek bij de universiteit van Wageningen (92,7 miljoen euro) moet daartoe bijdragen.

    Een ander stokpaardje van Schouten, de positie van de agrarische sector in Nederland, haalde zelfs de troonrede. Daarin sprak de koning „waardering” uit voor boeren, tuinders en vissers en refereerde hij aan het vorig jaar aangekondigde fonds dat jonge boeren moet helpen met het opstarten van hun bedrijf. Het grootste deel van het budget van LNV – met 882 miljoen euro het op een na kleinste van alle ministeries – gaat volgend jaar naar toezicht op en ondersteuning van de agrarische sector. Daarvoor is 343 miljoen euro beschikbaar.

    Zoals het regeerakkoord al vermeldde, krijgt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit de komende jaren structureel 5 miljoen euro erbij. Daarnaast krijgt de toezichthouder 22 miljoen om problemen rond Brexit in goede banen te leiden.

    Lees meer over Schoutens landbouwvisie: De boer moet beter op de natuur letten
  • Sociale Zaken

    Plannen voor zzp’ers, zonder bedragen

    Twee van de grootste en moeilijkste hervormingen die dit kabinet wil doorvoeren zijn voor minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken, D66). Hij wil een nieuw pensioen invoeren en de regels op de arbeidsmarkt veranderen.

    Koolmees hoopte nog voor Prinsjesdag een pensioenakkoord te sluiten met werkgevers en vakbonden. Hij wil een moderner pensioen dat meer meebeweegt met economisch goede en slechte tijden. Het kabinet was bereid tot een dure tegemoetkoming aan de vakbonden: een langzamere stijging van de AOW-leeftijd. Een akkoord is dichtbij. Toch liggen er volgens betrokkenen nog belangrijke twistpunten waardoor overeenstemming niet zeker is.

    Een deel van de arbeidsmarktplannen staat in een wetsvoorstel dat Koolmees deze herfst naar de Tweede Kamer wil sturen. Die wet moet het vaste contract minder risicovol maken voor werkgevers. Mensen met een vast contract moeten makkelijker ontslagen kunnen worden. Ontslag van tijdelijke werknemers maakt hij juist moeilijker: zij moeten net als vaste krachten een ontslagvergoeding krijgen.

    Met één passage uit het regeerakkoord hebben Koolmees’ ambtenaren de grootste moeite: de plannen rond zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Het kabinet wil de opkomst van schijn-zzp’ers tegengaan. Onder meer door een minimum uurtarief te introduceren van 15 à 18 euro. Wie minder verdient, is volgens het regeerakkoord geen ondernemer en moet in dienst worden genomen. Dit lijkt in strijd met Europese regels. En hoe controleer je dat? Veel zzp’ers krijgen per opdracht of product betaald. In begroting staan de zzp-plannen nog steeds. Maar het miniumumtarief komt er niet in voor.

  • Volksgezondheid

    Kosten dreigen begroting te gijzelen

    Géén grote wetswijzigingen in de zorg. Ministers Hugo de Jonge (CDA) en Bruno Bruins (VVD) willen rust voor de ouderenverpleging, de huisarts, de wijkverpleegkundige. Dat is te lezen in de begroting: grote veranderingen staan er niet in.

    Op financieel gebied kunnen de ministers al een beetje rustig slapen. Het afgelopen voorjaar zijn akkoorden gesloten met ziekenhuizen, huisartsen, psychiaters en wijkverplegers. De belofte uit het regeerakkoord om de zorgkosten te remmen was dus al voldaan vóór Prinsjesdag: de zorg groeit in de komende kabinetsperiode met 17 miljard euro in plaats van 19 miljard euro.

    Verder is het met de rust gedaan. Want de zorgkosten – 71 miljard euro – dreigen nog altijd de rijksbegroting te gijzelen. Als de kosten blijven groeien, waarschuwen de ministers, dan is er over een paar jaar minder geld voor onderwijs, defensie of de aanleg van snelwegen.

    Veel keuzes zijn daarop gebaseerd. Wie Bruins hoort tieren over farmaceuten die hun medicijnen te duur maken of De Jonge hoort over het verminderen van overbodige administratie in de zorg, die weet: ze denken vast aan de patiënten, maar zeker ook aan hun portemonnee.

    Tegelijkertijd beseffen de ministers dat ze grote moeite zullen hebben hun beloftes in te lossen. Naast rust willen ze namelijk vooral het werken in de zorg aantrekkelijker maken. Minder werkdruk, meer tijd voor de patiënt.

    Daar is ook geld voor. 2,1 miljard voor ouderen in verpleeghuizen, bijvoorbeeld. Maar als er geen personeel klaar staat, is het lastig geld uitgeven. Er moeten tienduizenden mensen verleid worden om in de zorg te komen werken – vaak mensen die onder het bezuinigende vórige kabinet nog werden ontslagen.

    Het kabinet-Rutte II hield informatie achter voor de Tweede Kamer over de uitgave van 2,1 miljard euro aan verpleeghuizen. Lees ook: De brief en ruzie waar de Tweede Kamer niets over mocht weten