Direct naar artikelinhoud
Column

Nijdig was Rutte, wat heet: wóédend. De prullenbak vloog door de kamer

De premier beende zijn bovenwoning binnen en trapte driftig tegen de prullenbak. Nijdig was hij, wat heet: wóédend.

Drie slagen in de rondte had hij zich gewerkt om leuke dingen voor de mensen te doen. Miljarden ertegenaan gegooid. Geld voor de krijgsmacht, geld voor politieagenten, geld voor wegen, geld voor Groningen, geld voor dit, geld voor dat. Belastingen omlaag, iedereen houdt meer over.

Maar dankbaarheid? Ho maar.

Twee pagina’s in de krant kon hij krijgen met alles wat nog níét is gelukt. Snotneus Klaver die – de koning was nog niet uitgehakkeld – in de camera stond te blaten over ‘crisis in de gezondheidszorg’ en ‘crisis in het onderwijs’. Terwijl de zorgbegroting met godbetert VIJF MILJARD euro stijgt.

De journalistiek was het land in getrokken en had haar best gedaan om mensen te vinden die er geen bal van hadden begrepen. In patattenten in Nieuwegein en op de bank in hun doorzonwoning mochten ze onweersproken dingen lispelen als ‘Nou, ze mogen wel zeggen dat we er 1,5 procent bij krijgen, maar wat is nou 1,5 procent en als de btw stijgt houd je heul niks over dus tja.’ Hij was halverwege de dag gestopt met uitleggen dat de btw al verrekend is in de voorspelde 1,5 procent koopkrachtstijging, omdat hij vreesde dat hij er ‘ONTHOUD DAT NOU EENS, DOMME DOOS’ achteraan zou zeggen. Al zou je ze met een stapel flappen in het gezicht slaan, dan nog zouden ze ‘Eerst zien dan geloven’ temen.

En dan die enquêtes. Opiniepanels. Drie huisvrouwen en een labradoodle die ook wat vinden. Over de dividendbelasting, en dat je niemand kunt vertrouwen. Zelf vertrouwt hij niemand die ‘divident’ schrijft en er toch een mening over heeft, maar híj mag nooit eens zeggen wat hij denkt. Hij mag enkel machteloos schoppen tegen de prullenbak.

Weemoedig dacht hij terug aan de crisisjaren. Als je geen geld hebt om uit te delen, kun je er ook geen gezanik over krijgen. Dat het te veel is voor die, en te weinig voor die. In de crisis geen last van instanties die zeggen dat je te veel uitgeeft, niemand die zich dan waagt aan de zeikmetafoor over het dak repareren bij zonneschijn.

En dan de Raad van State. Commentaren op de Miljoenennota vol tututut. Of hij eventjes zijn beleid kan enten op ‘het brede welvaartsbegrip’. Of hij eventjes ‘stelsels, regelingen en overheidsfinanciën opnieuw kan doorlichten en herijken’. Op welke planeet wonen die lui? Hebben ze weleens geprobeerd om met lui als Segers en Buma en Pechtold samen te werken? Farizeeërs die hem in het openbaar afvallen, met hun meloenen en hun opzichtige gedistantieer van het klimaatakkoord. Hij gaf nog een trap tegen de prullenbak.

Hij had er Ruys de Beerenbrouck bij gehaald, honderd jaar geleden premier. Voelt hij zich verwant mee. Ook een driemaalpremier. Ook amper een meerderheid. Ook het land door een crisis geloodst – hij hield van het woord loodsen, het had iets heldhaftigs, en een held, dat was hij inmiddels wel. Op Twitter gingen ze honen dat Ruys de man was van ‘Wie maakt onze centen zoek, dat is Ruys de Beerenbrouck!’ Knap hoor, Wikipedia openslaan.

Ziek was hij ervan. De smeerpijperij. Dat collectieve afzeiken.

En níémand die de moeite had genomen om aan Unilever te vragen wat ze dáár vinden van het kabinet. De prullenbak vloog door de kamer.