Vorige week maakte de Turkse staatsomroep bekend dat emir van Qatar Sheikh Tamim bin Hamad al-Thani een gloednieuw vliegtuig aan zijn Turkse evenknie had gegeven, een Boeing 747 uitgerust voor 76 passagiers. Prijskaartje: het equivalent van 500 miljoen Amerikaanse dollar (zo’n 420 miljoen euro). Omdat de Turkse economie momenteel door zwaar weer gaat, ontstond meteen commotie.

Daar was geen reden toe, merkte Erdogan op. Turkije heeft volgens hem geen cent moeten neertellen voor het nieuwe vliegtuig. ‘Toen de emir van Qatar vernam dat Turkije interesse had in het vliegtuig, besloot hij het te doneren’, aldus Erdogan. ‘Hij zei “ik neem geen geld aan van Turkije. Dit is een cadeau.”’ Nog volgens Erdogan is het een cadeau aan het land, en niet enkel aan de president.

Maar niet iedereen gelooft het verhaal. Zo drukt Sezgin Tanrikulu, hoofd van de belangrijkste oppositiepartij CHP, in de krant Hurriyet zijn bezorgdheid uit dat er weleens belastinggeld gebruikt zou kunnen zijn.

Nochtans is Qatar Turkije wel genegen. Zo keurde de oliestaat vorige maand nog een pakket aan projecten en investeringen goed ter waarde van 15 miljard dollar, in een poging om de geplaagde Turkse lira een boost te geven.