Direct naar artikelinhoud
Column

Als Assad werkelijk weg moest, hadden we moeten vechten

Theodor HolmanBeeld Wolff

Assad was (en is) een gruwelijke Syrische dictator en dus achtten wij het onze plicht hem ten val te brengen.

Dat 'dus' is de bijensteek in de zin hierboven, en dat 'plicht' is de beet van een giftig addertje.

Destijds werd Assad vergeleken met Hitler en 'dus' moesten wij ervoor zorgen dat hij werd weggejaagd. Zeg daar maar eens nee tegen.

Hitlers moeten en mogen namelijk worden vermoord. Als je dat kunt doen, is het je plicht. Daar lijken we het met zijn allen over eens te zijn.

De Nederlandse regering, gesteund door een meerderheid in het parlement, ging vervolgens kijken wat wij konden doen.

Wij. Nederland. In Syrië, waar zevenhonderd strijdende partijen een merkwaardig geborduurd tapijtje vormden dat 's avonds werd uitgehaald en 's ochtends weer aan elkaar werd geweven, maar dan heel anders, om het 's avonds wederom uit elkaar te halen.

Op basis van enkele artikelen over 'onze steun' aan rebellen in Syrië kom ik tot het volgende: wij hebben een adviseur gevraagd wat het beste was om te doen. Die zei: "Doe niks."

Dat wilde men niet horen (want Assad is Hitler, etcetera) en dus vroeg men aan de
adviseur wat ze tegen de Syrische Hitler konden doen, zonder zich 'echt' in de strijd te mengen. Hij herhaalde: "Je kunt beter niks doen, dan het verkeerde."

We gingen het verkeerde doen. We schonken trucks aan gematigde rebellen, terwijl die zich ondertussen 's avonds aansloten bij niet-gematigde rebellen. Op onze vredelievende trucks zette men een kanon, zodat het een tank werd.

En nu heeft de Syrische Hitler gewonnen.

Ons gedrag komt voort uit een juiste interpretatie van de geschiedenis (Assad is Hitler), waarbij we de vuile handen die we eigenlijk hadden moeten maken, schoon probeerden te houden met halfslachtige maatregelen en morele praatjes.

Als Assad werkelijk weg moest, hadden onze jongens moeten vechten zoals de geallieerden dat voor ons deden. Kan dat niet, dan moet je inderdaad niets doen. Dat had de les moeten zijn van Vietnam, Afghanistan, Irak, Libië - noem maar op.

We willen elke keer weer een medaille voor goed gedrag. Met het helpen van de bevolking met eten en medicijnen is niets mis, maar een truck is een halve tank en uniformen worden gebruikt door soldaten, tenzij het verpleegstersuniformen zijn, en dat waren het niet.

Onze goedheid is schijnheilig, arrogant en dus gevaarlijk. 

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl

We willen elke keer weer een medaille voor goed gedrag