Direct naar artikelinhoud
interviewmaarten keulemans

Ik wil dat mensen een soort ijkpunt krijgen: hoe zit het nu echt?

Eendjes gaan dood van brood. Nederlandse baby’s huilen het meest. Appels voorkomen kanker. Hoe komen dit soort onzinberichten de wereld in? Wetenschapsredacteur Maarten Keulemans vertelt hoe voorkauwjournalistiek zorgt voor een ‘homeopathisch verdunde versie van de werkelijkheid’ en waarom hij factchecken zo belangrijk vindt. ‘Van feiten word je reëler. Dat geeft rust.’

Wetenschapsredacteur Maarten KeulemansBeeld Pauline Niks

Hoe kan het eigenlijk dat dit soort populair-wetenschappelijke nieuwtjes zo graag worden verspreid?

‘Het Nederlandse medialandschap heeft last van ‘churnalism’, zoals mediawetenschappers dat noemen. Nieuws wordt telkens maar doorgegeven. Een bedrijf of universiteit stuurt een persbericht, een persbureau maakt daar een bericht van, een krant pikt dit op en vervolgens neemt iedereen het van elkaar over, zonder de inhoud echt nog te controleren. Het is voorkauwjournalistiek.

‘Er gaat bijvoorbeeld al jaren een bewering rond in de media dat er tienduizend illegalen in Amsterdam rondlopen. Telkens pikken journalisten en politici die uitspraak op uit artikelen van de jaren ervoor. We zijn de archieven in gedoken en het eerste bericht stamt uit 1973. Het is dus een soort spookgetal. Maar als iets al zo lang rondgaat, wordt het een in steen gehouwen feit.’

‘Ook een grappig nieuwtje als ‘Nederlandse baby’s huilen het meest’ komt zo overal. Maar als je het gaat uitzoeken, blijkt dat de uitspraak is gebaseerd op 103 baby’s, die bovendien allemaal problemen hadden bij de geboorte. De persafdeling van een universiteit moet na jarenlang onderzoek kijken wat het voor nieuws heeft opgeleverd. Die komen dan met een ronkend persbericht en dat belandt in de echoput van de media.

‘Zo kom je tot een homeopathisch verdunde versie van de werkelijkheid. Bij elke doorgeefstap gaan nuances verloren, wordt de uitkomst spannender gemaakt, het saaie eruit gehaald, wordt het meer toegeschreven naar gewone mensen. ‘Appels voorkomen kanker.’ ‘Wie elke dag een handje nootjes eet, leeft langer.’ Media zijn vaak op zoek naar lollige, luchtige berichten om te plaatsen tussen het zware nieuws.’

De lezer zelf deelt zulke berichten ook graag.

‘Mensen willen iets om over te praten bij de koffieautomaat: ‘Goh. Erg he!’ Emotioneel geladen berichten worden meer doorgegeven dan gewone nieuwsberichten. Zogenaamde boosmakers doen het goed: ‘Het is toch schandalig, op scholen zijn de wc’s zo smerig dat kinderen er niet op willen!

‘Ik ga graag tegen dit soort dingen in. Ik ben van de stroming ‘mens, durf te leven’ en houd niet van overdreven waarschuwingen: ‘kijk uit, deze eieren bevatten fipronil’ als allang duidelijk is dat je er honderden zou moeten eten om er last van te krijgen, of ‘landbouwgif is heel schadelijk’ terwijl voedsel juist veiliger is dan ooit. Ik vind dat we in een fijne tijd leven en geloof in vooruitgang en de goede kant van wetenschap. Doe eens chill, relax een beetje.’

Van welk nieuws word je zelf boos?

‘Ik word boos van doelbewust verspreide roddels over vluchtelingen. Dat iemand een filmpje pikt van rassenrellen in de VS, er een Kerstmuziekje onder monteert en de wereld in brengt dat moslimvluchtelingen een Kerstmarkt in Litouwen zouden hebben vernield en dat de media dat zouden verzwijgen. Deze mensen creëren een alternatieve werkelijkheid.’

De video waarin je dit filmpje onderuit haalt ging viraal. Maar meestal krijgt het gecheckte nieuws minder bereik dan het niet kloppende nieuwtje.

‘Want dat is veel saaier. Daar zitten wij factcheckers mee. Hoe moet je een factcheck zo presenteren dat je je doel bereikt? Dat is een van de redenen waarom we zijn begonnen met de Klopt dit wel?-filmpjes. Die zijn visueel en spreken andere doelgroepen aan dan een geschreven tekst over statistische plussen en minnen doet. Dan ga ik in zo’n filmpje de eendjes voeren om te laten zien dat ze best wel tegen brood kunnen.

‘Ik doe de filmpjes, maar we werken met een team van vijf mensen aan de factchecks. We zijn soms wel een maand bezig met een factcheck. Zoals toen werd beweerd dat inwoners van Vogelaarwijken veel gezonder waren geworden van alle investeringen. Toen we in de onderzoeken doken, viel de uitkomst volledig uit elkaar.’

Waarom vind je het belangrijk om te factchecken?

‘Ik wil dat mensen een soort ijkpunt krijgen: hoe zit het nu echt? Dat is ook onze taak als kwaliteitskrant, dat we het nieuws beter uitzoeken, meer doordenken, niet hersenloos doorgeven, net wat slimmer doorvragen.’

Hoe doe je dat, slimmer doorvragen?

‘Door de domme, naïeve vragen te stellen. ‘Als brood echt zo vreselijk slecht is voor de eendjes, waarom zie ik dan niet overal dooie eendjes liggen in de stad?’

Ok dan. Wat is er eigenlijk erg aan als ik geloof dat Nederlandse baby’s meer huilen? Als moeder is het best geruststellend om te kunnen denken: ‘Dan ligt het gelukkig niet aan mij.’

‘Bij dat bericht gebeurde er iets interessants. Media gingen uitzoeken hoe dat nou kon dat er in Nederland meer huilbaby’s waren. In Denemarken huilden baby’s het minst, dus moesten we blijkbaar opvoeden zoals Denemarken. Daar geven moeders minder vaak borstvoeding en al snel kwam er al een kop in de krant die suggereerde dat alle moeders dat voorbeeld maar moesten volgen.

‘Het gevolg kan zijn dat nietsvermoedende moeders stoppen met borstvoeden, terwijl de wetenschap het erover eens is dat moedermelk goed is voor baby’s. En dat ze er in ieder geval niet meer van gaan huilen.’

Daar wind je je over op.

‘Ja. Een deel van de opwinding zit hem ook in belangen erachter. Dan blijkt de afzender een bedrijfje dat adviezen geeft of een product probeert te slijten. Ik wantrouw commercie. Goede journalistiek is een tegenzet tegen de groeiende macht van marketingafdelingen en pr-miepjes.’

Wetenschapsredacteur Maarten KeulemansBeeld Pauline Niks

Ben je zelf wel eens voor het commerciële karretje gespannen?

‘O, vast, al kan ik niet meteen een situatie noemen. Maar we laten ons in de nieuwskeuze vaak leiden door persberichten van de wetenschappelijke vakbladen. Het liefst zou je zelf de agenda bepalen en alle duizenden publicaties die elke week verschijnen bekijken. Maar dat is niet te doen. Dus maken we er het beste van en beoordelen we het nieuws zo kritisch mogelijk.

‘Ik wil een tooltje maken waarmee een algoritme kan zien welke nieuwe wetenschapspublicaties het meest worden opgepikt door andere wetenschappers. Dan kun je ervan uitgaan dat er wat speelt. Je wilt als het ware met een vliegtuigje over het woud vliegen om te kijken waar rook is. Nu zijn de voorlichters met spiegeltjes naar datzelfde vliegtuig aan het seinen om de aandacht te trekken.’

Bleek er wel eens iets waarvan je dacht dat het onzin was toch te kloppen?

‘Dat gebeurt met enige regelmaat. Klimaatjournalist Marcel Crok beweerde dat als Nederland alle klimaatplannen uitvoerde, dat slechts 0,0003 graden opwarming zou schelen. Ik dacht: dat klopt nooit. Maar het bleek een steekhoudend verhaal.’

Voelt dat niet als een teleurstelling?

‘Ik vond het wel lollig. En prikkelend. We zitten allemaal zonnecellen op ons dak te plakken, maar waar doe je het voor? Dit soort feitjes brengen het publieke debat verder.’

Dan ben je vast ook zelf wel eens terecht gefactcheckt.

‘We zijn flink op onze bek gegaan met een bericht over hoe slecht alcohol is. Daar ben ik nog steeds bozig over. We waren ingeseind door het Erasmus MC dat hun onderzoek uitwees dat zelfs één glas per dag ervoor zorgt dat je eerder doodgaat. Dat hebben we te snel en te makkelijk opgeschreven, want het bleek gewoon niet uit de cijfers. Het verhoogde risico zat hem in de hoeveelheid van méér dan een glas.

Wat heb je gedaan om dat bericht te rectificeren?

‘Ik heb de voorlichters en onderzoekers flink de les gelezen op sociale media. Je mag jezelf dan wel wetenschapper noemen, maar neem je verantwoordelijkheid. We hebben ook een uitgebreid stuk gemaakt waarin we uitlegden hoe het wél zat. Als je nat gaat met zo’n grote misser, dan moet je open en eerlijk toegeven dat je fout zit.

‘Om dit te voorkomen, betrekken we altijd een buitenstaander bij een substantieel verhaal. Toen was dat niet voldoende, maar normaliter werkt het heel goed om iemand die niet betrokken is bij het onderzoek maar er wel veel vanaf weet, kritisch te laten meelezen. Dan krijgen we te horen: ‘Klinkt mooi, maar dit medicijn dat ze hier voorstellen wordt te duur en is alleen nog maar getest op muizen.’ Dat is een lesje in nederigheid, want in zo’n geval verdampt je bericht over een doorbraak tegen kanker opeens naar een lullig berichtje onderaan pagina 38 achterin de krant.’

Gebeurt dat vaak?

‘Vaker wel dan niet. Daarom is het extra checken een heel tegenjournalistiek ding. Als journalist wil je scoren, de eerste zijn. Maar we hebben liever een goed verhaal een dag later, dan dat je jezelf overschreeuwt met een verhaal dat maar half klopt. Het is een goede discipline om even op de rem te staan, je krijgt er als journalist een goede reflex van.’

Wetenschapsredacteur Maarten KeulemansBeeld Pauline Niks

Hoe zou de lezer zo’n reflex tegen onzinberichten kunnen ontwikkelen?

‘Ik raad mensen altijd aan om hun gezond verstand te gebruiken. Zo lang er nog steeds kale mensen op straat rondlopen, is er nog geen doorbraak in de strijd tegen haaruitval. Dat is zo’n ding dat steeds maar terugkomt, met muizen met wuivende haardossen. Als iets te mooi is om waar te zijn, dan is het dat doorgaans ook: niet waar.

‘Mensen geloven graag in sprookjes. Dan is er weer een stam ontdekt in de Amazone, die nog nooit contact heeft gehad met de buitenwereld, of een geheimzinnige Maya-stad diep in de bossen. We hebben een soort Kuifje-idee van de wereld, maar archeologen kennen dat gebied onderhand echt wel.’

Wat hoop je dat jouw verhalen met de lezer doen?

‘Ik hoop dat ze helpen met nadenken, dat het mensen kan prikkelen om niet alles zomaar aan te nemen.’

En dat ze minder angstig worden.

‘Ja, zeker. Dat zit hem ook in het bijstellen van te hoge positieve verwachtingen. Het gaat prima met onderzoek tegen kanker, maar een wondermiddel zal er niet snel komen. Dan sta je weer met beide benen op de grond, je wordt rationeler en reëler. Dat geeft rust.’

De krant vertelt het complete verhaal

In de Week van de Krant staan we stil bij de de waarde van de krant. Op onze redactie en in de wereld zijn honderden gedreven verslaggevers aan het werk. Zij verzamelen, controleren en plaatsen het nieuws in de juiste context. Zo zorgen zij ervoor dat u continu goed geinformeerd wordt. Zij kunnen hun werk alleen doen dankzij het vertrouwen dat u in de krant heeft.

Steun onze kwaliteitsjournalistiek met een abonnement.