Direct naar artikelinhoud
Column

Kan Rutte de boel nog bij elkaar houden, nu hij zich zo heeft vastgebeten in de dividendtaks?

Nieuwe afbeelding Hans Goslinga, focuspoint helemaal rechts zettenBeeld Trouw

VVD-leider Rutte heeft zich de afgelopen jaren aan de natie doen kennen als een 'middelende premier', de man die in een fragmenterend krachtenveld de boel, zo goed en kwaad als het ging, bij elkaar hield. 

Maar kan hij die rol nog blijven spelen, nu hij zich zo heeft vastgebeten in één zaak, de afschaffing van de dividendtaks?

Hoewel de coalitiepartijen er in de formatie van vorig jaar akkoord mee zijn gegaan, is het van begin af aan een persoonlijke zaak van Rutte geweest. Hij heeft dat bij de presentatie van zijn kabinet aan de Tweede Kamer zelfs nog versterkt met het ongrijpbare argument dat hij in al zijn vezels voelde dat het goed is voor het land. Dat maakt hem politiek kwetsbaar en komt in mindering op zijn positie als middelaar.

Uitruilen

Bij de verschijnselen van een langdurig verblijf in het Torentje behoort dat de bewoner de neiging gaat vertonen het Binnenhof te ontstijgen. Je zag dat heel sterk bij Lubbers en ook, in wat mindere mate, bij Kok en Balkenende. 

Bij Rutte neemt de kans daarop toe nu hij er al acht jaar zit en veel vertrouwde figuren uit zijn directe omgeving zijn verdwenen. Dat komt slecht uit in de kwestie van de dividendtaks, waarin de politieke dynamiek ongewoon sterk is. Dat heeft vele oorzaken.

De eerste is dat er niet de volle overtuiging van de coalitie achter zit. Dat maakt het verdedigen van de maatregel politiek lastig, zoals al een- en andermaal is gebleken. Maar er speelt nog iets mee, iets dat aan het voornemen uit democratisch oogpunt een twijfelachtig karakter geeft: het is een wens van een minderheid die door de methode van uitruilen tot meerderheidsbesluit wordt verheven.

Beter verdedigbaar in dit geval was geweest als de partijen hadden besloten tot verlaging van de omstreden taks

Je kunt zeggen dat dit een gevolg is van het gefragmenteerde krachtenveld dat het onontkoombaar maakt de eis van een zo homogeen mogelijk kabinet te laten vallen. Niet centrum-rechts of centrum-links, maar opzichtig het residu van een proces van afvinken. Je kunt ook zeggen dat het juist daarom inventief is op deze manier zaken te doen, zoals de formateurs Bos (PvdA) en Kamp (VVD) in 2012 lieten zien. 

Maar het is en blijft democratisch bedervend - machtspolitiek van het zuiverste water. Beter verdedigbaar in dit geval was geweest als de partijen bij wijze van ouderwets compromis hadden besloten tot verlaging van de omstreden taks - dan had Segers (ChristenUnie) slechts een halve meloen hoeven door te slikken en was er één miljard meer beschikbaar geweest om de armoede in de publieke sector te bestrijden.

Explosief

Dat is het tweede pijnpunt dat aan de politieke dynamiek bijdraagt, de onverdraaglijke gedachte dat er, misschien zelfs onnodig, een paar miljard euro naar aandeelhouders van multinationals over de grens gaat, terwijl publieke sectoren als onderwijs, zorg en rechtshandhaving kreunen onder personeelstekorten, hoge werkdruk, ziekteverzuim en gebrek aan publieke waardering. 

Het is daarom wel een doorgrondelijke paradox dat juist als de particuliere welvaart weer toeneemt de aandacht valt op de tekorten in de publieke voorzieningen. De ervaring in de jaren negentig heeft geleerd dat dit verschijnsel politiek explosief is.

Het tweede paarse kabinet zorgde voor enorme lastenverlichtingen voor de burgers, maar slaagde er niet in misstanden en tekorten in de publieke sector adequaat aan te pakken. De liberale minister van financiën Zalm bagatelliseerde de kritiek: 'Voor publieke armoede moet je in Armenië of Georgië wezen'. Maar de stembus sprak andere taal: ongekende verliezen voor de coalitiepartijen VVD en PvdA, uit het niets 26 zetels voor de Lijst Fortuyn, die van 'de puinhopen van Paars' zijn doelwit had gemaakt.

De Amerikaanse econoom John Galbraith vestigde al in de jaren vijftig van de vorige eeuw de aandacht op het gevaar van 'publieke armoede te midden van private rijkdom'. Hij voorzag dat een welvarende middenklasse steeds minder geneigd zou zijn belasting te betalen voor de publieke ondersteuning van minder bedeelde groepen. 

De dividendtaks roept het beeld op van iets dat buiten het zicht van de kiezers is geregeld

Hoewel die tegenstelling zich hier lang niet zo scherp heeft voorgedaan als in de Verenigde Staten, is en blijft de vraag hoe de welvaart wordt verdeeld een kernopdracht van de politiek. Niet voor niets ontleende PvdA-aanvoerder Den Uyl er zijn inzet aan: de boel bij elkaar houden.

Dat roept als vanzelf de vraag op of onze democratie daartoe nog bij machte is. De kwestie van de dividendtaks roept het beeld op van iets dat geheel buiten het zicht van de kiezers is geregeld, zonder dat er tijdig een tegenmacht kon worden ontwikkeld. Dat lijkt me de derde oorzaak van de onrust die het voornemen veroorzaakt, het tast het vertrouwen aan in een systeem waarin de publieke discussie en verantwoording het kernpunt zijn.

Rutte begint het debat na Prinsjesdag op achterstand en kan niet meer zijn rol van middelende premier spelen. Dat kan slecht voor hem aflopen.

Hans Goslinga schrijft elk weekend een beschouwing over de staat van onze politiek en onze democratie. Lees al zijn stukken in ons dossier.

Lees ook:

De VVD lobbyde jarenlang voor een afschaffing van de dividendheffing

De VVD dringt achter de schermen al jarenlang aan op het afschaffen van de dividendbelasting. Dat bleek vorige week uit interne documenten van het ministerie van financiën.

Segers steunt afschaffing dividendbelasting, want dat levert de ChristenUnie veel op

Gert-Jan Segers zegt tégen afschaffing van de dividendbelasting te zijn, maar stemt vóór, want dat levert zijn CU veel op.