Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Weer wordt op de vreemde gejaagd

Rassenpolitiek Wat bedoelt Donald Trump eigenlijk met ‘het Westen’ dat hij zegt te willen verdedigen, vraagt zich af.
Demonstratie van de rechtse ‘Pro Chemnitz’-groep op 7 september in Chemnitz.
Demonstratie van de rechtse ‘Pro Chemnitz’-groep op 7 september in Chemnitz. Foto John MacDougall/AFP

Brullende Duitsers die met uitgestrekte rechterarm buitenlanders door de straten jagen, is vanzelfsprekend geen opwekkend beeld. Het gebeurde onlangs in het Duitse Chemnitz. De politie kon de meute, die in actie kwam na een messengevecht waarbij een Cubaanse Duitser werd neergestoken door twee migranten uit het Midden Oosten, niet tegenhouden.

De horde leek in veel opzichten op de neo-nazis, Ku Klux Klan-aanhangers en andere rechtsextremisten die een jaar geleden in Charlottesville, Virgina de straat op gingen. Beide steden gaan gebukt onder een bezoedelde geschiedenis; twee dicaturen in Chemnitz en slavernij in Charlottesville. En in beide steden wordt het extremisme onder meer veroorzaakt door racisme.

Veel blanke Amerikanen, vooral in landelijke delen van de Deep South, hebben het relatief zwaar: armoede, gebrekkig onderwijs, weinig kansen om hun levens te verbeteren. Maar zij konden zich tenminste nog altijd beter wanen dan de zwarte bevolking. Daarom ervoeren velen het presidentschap van Obama als een belediging. Donald Trump buit de angst en de woede die daarna overbleven, perfect uit.

Immigranten voortrekken

Een aantal mensen uit de voormalige DDR was niet in staat om de kansen in het post-communistische Duitsland aan te grijpen. De schuld voor al hun ellende werd en wordt dan snel gegeven aan asielzoekers en immigranten, met name uit moslimlanden, die door de Duitse overheid zouden worden voorgetrokken.

Zulke angst voor verlies van status heerst overal in het Westen. De opkomst van China speelt daarbij wellicht een rol, evenals een algemeen gevoel dat Europa en de Verenigde Staten steeds minder de toon aangeven in de wereld. Dat is vermoedelijk waar Trump op doelde toen hij verleden jaar in Warschau zei: „De fundamentele vraag van onze tijd is of het Westen de wil kan opbrengen om te overleven.”

Dit roept een andere vraag op. Wat bedoelde Trump precies met ‘het Westen’, en is de verdediging ervan noodzakelijk een teken van racisme? Aan het begin van de twintigste eeuw werd het Westen door zijn vijanden vereenzelvigd met ‘Anglo-Franco-Amerikaanse’ vrijheid en democratie. Radicaal-rechtse nationalisten (vooral in Duitsland, maar ook in Frankrijk zelf) zagen Londen en New York als ‘verjoodst’. In die landen zou alles draaien om geld – niet om de waarden van bloed en bodem.

Stok om moslims te slaan

Maar betekenissen verschuiven. Volksmenners, met name in Nederland en Scandinavië, gebruiken tegenwoordig zaken als homo- en vrouwenrechten als stok om moslims mee te slaan. Zij profileren zich als de beschermers van het Westen tegen de islam. De vaak gebezigde term in deze kringen is het ‘joods-christelijke Westen’. Zo, en ook door hun genegenheid voor de huidige machthebbers in Israël, trachten zij zich in te dekken tegen aantijgingen van antisemitisme.

Uitingen van antisemitisme in Europa waren tot het eind van de negentiende eeuw meestal religieus van aard: Joden hadden Onze Lieve Heer vermoord. Toen quasi-wetenschappelijke rassentheorieën hun opgang maakten, veranderde ook de retoriek van het antisemitisme. Zodra er sprake was van een biologisch onderscheid tussen Joden en ‘Ariërs’, was er geen ontsnapping meer mogelijk uit de raciale fuik.

Mensen die betogen dat de islam de grootste bedreiging voor de Westerse beschaving is, verkondigen dikwijls de mening dat islam helemaal geen religie is, maar een cultuur die onverenigbaar zou zijn met ‘Westerse waarden’. Precies hetzelfde werd ooit alom over de ‘Joodse cultuur’ beweerd.

Hoewel moslims, net als Joden, uit vele landen komen en diverse ethnische achtergronden hebben, kan islamofobie net als antisemitisme ook een vorm van racisme zijn. Mensen die met de islam worden geassocieerd, hetzij door hun familie-achtergrond, hetzij door actieve belijdenis, worden dan gezien als vreemdelingen die uit de gemeenschap moeten worden geweerd.

Moslims zijn zelden het enige doelwit van dit soort bigotte ideeën. De leus van de schreeuwende massa’s in Chemnitz was: „Duitsland voor de Duitsers, buitenlanders raus!”

De neo-nazi's in Charlottesville wilden uiting geven aan hun cultuur door zich te tooien in de symbolen van het oude zuiden en door zwarte mensen te lijf te gaan. Daar ging het tenslotte om in de Amerikaanse Burgeroorlog: de strijd om de blanke overheersing. Maar diezelfde demonstranten riepen ook: „Wij zullen ons nooit door Joden laten vervangen.”

Lees ook: Washington bereidt zich voor op nog een Charlottesville

Dergelijke sentimenten zijn nooit weg geweest in de ranzige marges van Westerse landen – vooral in de VS met zijn lange geschiedenis van blanke overheersing.

En ook in Europa gold niet zo lang geleden raciale superioriteit als rechtvaardiging van koloniale heerschappij. Amerikaanse politici zinspelen al lang op raciale vooroordelen om stemmen te winnen. Maar Trump gaat veel verder. Door te zeggen dat zich „hele fatsoenlijke mensen” onder de extremisten in Charlottesville bevonden, en door Mexicaanse immigranten te beschrijven als „verkrachters”, heeft hij racisme naar het centrum van de politiek getrokken. Als de machtigste Westerse leider openlijk de massa’s ophitst tot geweld, is het snel gedaan met het Westen. Hoe je het ook definieert.