afspraak = afspraak

Valt me op: verontwaardigde VVD-ers in de politiek die dan roepen "AFSPRAAK =AFSPRAAK", vanuit een beleving dat zij toch echt de enige betrouwbare club zijn in Den Haag. Vaak hoor ik vervolgens niet meer waarom zij dan toch zo verontwaardigd zijn, want ik krijg direct visioenen van een briefje van 1000 euro. Niet dat ik zo’n briefje ooit echt heb gezien of zelfs maar in mijn handen hebt gehad hoor. Maar dat komt dus omdat "afspraak = afspraak" nogal selectief wordt toegepast, in die club.

Wat ik onze opper-VVD-man Mark Rutte van de week hoorde zeggen, deed me zelfs vermoeden dat hij onlangs op zijn tripje naar Singapore is vervangen door een sterk gelijkende robot. Want in mijn optiek kan iemand met meer dan 1 doorbloede hersencel het per definitie zo bont niet maken. En het schijnt dat dat inmiddels kan, zulke levensechte robots, dat ze niet meer van echt te onderscheiden zijn.
Hij zei namelijk, in dezelfde maand dat hij de uitslag van het Oekraïne-referendum aan zijn laars lapte, dat “de politiek meer naar de mensen moest gaan luisteren”.

Dat betekent dus of dat de man inderdaad een robot is, die letterlijk uitspreekt wat de spindoctors intypen in het aansturingsprogramma, of dat hij meent dat jij en ik niet meer dan 1 hersencel bezitten.

Het leuke van die opbouwtijd naar de verkiezingen is de kadootjes die we krijgen, of althans… krijgen…. die ons worden beloofd. Ik voorspel de teksten van na de verkiezingen ook: "tegenvallers dwingen tot compromis en de broekriem moet weer aan". Jouw en mijn broekriem uiteraard, niet die van de happy few of die van de belastingontduikende grote bedrijven. Dus wat dat aangaat is het feit dat er nog mensen naar de stembus gaan bij verkiezingen voor mij wel een teken dat ze gelijk hebben over het niveau van de gemiddelde kiezer. Of wellicht is stemmen inderdaad een bewijs van collectief geheugenverlies in combinatie met onverbeterlijk optimisme en hoop, in de gemiddelde mens in het stemhokje?

Het zou leuk zijn als er nog één journalist was die zichzelf nog het idealisme van de controlerende macht zou aantrekken. Maar alleen columnisten lijken nog kritisch te durven zijn. Een journalist is meer een overschrijver geworden van de telexberichten en een ja-knikker in een studio, vol trots dat hij of zij met de minister-president mag praten. Chantabele ego’s aan 1 tafel, politiek en journaille, allebei uit op aandacht, geld en macht. Trapt er nog iemand in?