Direct naar artikelinhoud
NieuwsZorg

Ouderenzorg op platteland wordt penibel, ‘dubbele vergrijzing’ slaat toe

Oudere patiënten en hun zorgverleners op het platteland krijgen het tot 2030 zwaarder te verduren dan lotgenoten in de stad. De ‘dubbele vergrijzing’ (meer en oudere mensen) slaat er de komende jaren toe. Daardoor is er meer zorg nodig. Tegelijkertijd zijn er minder mensen om die zorg te verlenen. De gevolgen: problemen op de arbeidsmarkt, sociale voorzieningen die dreigen te verdwijnen en mogelijk loopt ook de solidariteit tussen de beroepsbevolking en de ouderen gevaar.

Ouderenzorg op platteland wordt penibel, ‘dubbele vergrijzing’ slaat toe
Beeld ANP

Dit schrijft Vektis, een organisatie die zorgdata analyseert, in een rapport over de ouderenzorg in Nederland. In 2030 is 31,7 procent van de plattelandsbewoners boven de 65, tegenover 22,2 procent nu. In de stad stijgt het aandeel ouderen ook, maar in geringere mate. Ouderen nemen mede daardoor een steeds groter deel van het zorgbudget voor hun rekening. 65+’ers (nu 19 procent van de bevolking) zijn nu verantwoordelijk voor de helft van alle zorguitgaven, dat loopt op naar 58 procent in 2030 als een kwart van alle Nederlanders 65 of ouder is. Op het platteland stijgen de gemiddelde zorgkosten per oudere het hardst: van 8.259 euro nu, naar 8.915 euro over 12 jaar.

De toekomst van de zorg is een van de grootste zorgen voor krimpgebieden , zegt Bettina Bock, bijzonder hoogleraar bevolkingsdaling aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Je kunt op je vingers natellen dat de vergrijzing tot problemen leidt. Daarnaast trekken jongeren weg. Die wonen niet meer bij hun ouders naast de deur, waardoor meer ouderen er straks alleen voor staan.’

Een beangstigend idee voor veel ouderen, die zich afvragen of de zorg voor hen straks wel goed is geregeld. En dan krijg je een bankrun-effect: door leegloop te voorspellen, versnelt de leegloop. Onterecht, vindt Bock. ‘Iedereen moet wonen waar hij of zij wil, maar ik heb soms het idee dat het beeld dat mensen van het platteland hebben, niet overeen komt met de werkelijkheid.’

Ze benadrukt liever de positieve kanten van de druk die nu op het stelsel ontstaat. Nieuwe initiatieven blazen creativiteit de zorg in. Zo ontstaan er bijvoorbeeld zorgcorporaties. Samenwerkingsverbanden met slogans als ‘Wedde dat ’t lukt’ (uit het Groningse dorp Wedde) en ‘In Veelerveen sta je niet alleen’ bestaan uit vrijwilligers die bij elkaar langsgaan om elkaar te helpen met niet-medische handelingen. ‘Een deel van de mensen is met pensioen, maar heus nog vitaal genoeg om elkaar te helpen. Sommige corporaties nemen mensen in dienst om ook enkele medische handelingen te verrichten. Dat verlicht de druk op de zorg.’

Ook zorgorganisaties gaan anders werken, zegt Bock. ‘We hebben gezien dat ziekenhuizen en andere zorginstellingen zich steeds meer gingen concentreren, waardoor mensen verder moesten reizen. Maar wat nu als je geen auto meer kunt rijden? Doktoren gaan nu zelf op reis en komen naar de patiënt toe: dat soort oplossingen.’

Wanneer een oudere thuis zorg nodig heeft, wordt er een team van huisarts, wijkverpleegkundige, logopedist, ergotherapeut, fysiotherapeut en mantelzorgers opgetuigd. Mevrouw Plet is een van de 550.000 Nederlanders wier leven erdoor wordt beheerst.