Direct naar artikelinhoud

Suriname doet ‘koloniale’ Nederlandse lesboeken in ban

Surinaamse schoolkinderen voor een pagina uit een Nederlands lesboek.Beeld Zoë Deceuninck

Sinds 2012 werken basisscholen in Suriname weer met Nederlandse schoolboeken. Dat gaat stoppen.

Op de Theodoor Wenzelschool in hartje Paramaribo heerst veel bedrijvigheid. Terwijl het zevende leerjaar grote drukte maakt op de met zand bedekte speelplaats, concentreren kinderen uit het vierde leerjaar zich binnen op een rekensom. In het Nederlandse boek dat open voor hen op tafel ligt, staan afbeeldingen van drie witte werknemers, een witte jongen met rood haar en een winterjas.

Wie verder door het boek bladert, ziet meer witte kinderen, bergen sneeuw en afbeeldingen van hogesnelheidstreinen. En dat kan problematisch zijn, vindt Marie Levens. “Een kind dat opgroeit in de jungle tussen de stroomversnellingen, kan zich geen voorstelling maken van een mistige Rotterdamse haven”, zegt de onderwijsexpert, verwijzend naar een gedicht dat wordt behandeld in het basisonderwijs.

Overal ter wereld leren kinderen eerst over hun eigen land, pas daarna over het buitenland. Dat moet in Suriname niet anders
Onderwijskundige Marie Levens

Niet alleen de Nederlandse onderwerpen, ook de woordenschat staat volgens Levens een vlot leerproces in de weg. “Net zoals Vlamingen hun eigen taal hebben, spreken Surinamers anders, en in veel gevallen helemaal geen Nederlands”, zegt Levens. Nederlandse woorden als ‘boezemvriend’ en ‘zemen’ kennen Surinaamse kinderen niet en zorgen voor verwarring. “Je krijgt een verhaal vol gaten. Daar houden kinderen niets aan over”, zegt Levens.

De onderwijskundige is projectcoördinator van het Basic Education Improvement Program II en werkt momenteel aan de ontwikkeling van een nieuw, Surinaams curriculum. Ze benadrukt dat dit niets te maken heeft met anti-Nederlands sentiment. “Het gaat om een realistische beeldvorming voor het Surinaamse kind. Overal ter wereld leren kinderen eerst over hun eigen land, pas daarna over het buitenland. Dat moet in Suriname niet anders”, aldus Levens.

Suriname doet ‘koloniale’ Nederlandse lesboeken in ban
Beeld Zoë Deceuninck

Versurinamiseren

Tot voor 2012 bestonden er wel Surinaamse schoolboeken, in 1986 uitgegeven door het toenmalig Ministerie van onderwijs. Vijf jaar geleden gaf het ministerie de opdracht deze schoolboeken te vernieuwen. Om onbekende redenen is dat niet gebeurd. Het ministerie besloot toen Nederlandse boeken te importeren. In het schooljaar 2012-2013 werden deze in de eerste vijf leerjaren van het lager onderwijs geïntroduceerd.

“Het plan was die boeken aan te passen aan de leefwereld van Surinaamse kinderen”, zegt pedagoog Ismene Krishnadath. Zij was destijds kort lid van de aanpassingsgroep die de Nederlandse boeken zou ‘versurinamiseren’. “Enkele verhalen zijn vervangen, maar het gros is gebleven”, zegt Krishnadath. Volgens haar protesteerden Nederlandse auteurs tegen de aanpassingen die Suriname wilde doorvoeren.

Toch is niet iedereen negatief over de Nederlandse boeken. Glory-Joy van Russe zit in het zesde leerjaar en werkt daarom met de Surinaamse schoolboeken uit 1986. De meeste leerstof die daarin aan bod komt is verouderd, of heeft de 9-jarige al gezien in de Nederlandse boeken waar ze in de eerste vijf groepen uit leerde. “Ik mis de mooie boeken van vorig jaar”, zegt ze.

Ook Daniëlle Farinum, leerkracht in het vijfde leerjaar, ziet de Nederlandse boeken graag. “De onbekende woordenschat is een verrijking voor de leerlingen, en ook de themaweken kunnen op veel enthousiasme rekenen. Dat hadden de Surinaamse boeken niet”, zegt Farinum.

Maar voor Levens is het vervangen van het Nederlands lesmateriaal niet alleen uit pedagogisch oogpunt belangrijk - het is evenzeer onderdeel van het ‘dekolonisatieproces’ waar Suriname volgens haar nog steeds in zit. Vijf jaar geleden greep het toenmalige ministerie van onderwijs terug op een Nederlandse oplossing. “Die denkwijze vloeit voort uit het koloniale tijdperk, toen Nederland de problemen voor ons kwam oplossen. Dat verandert nu”, zegt Levens.

Momenteel zijn er Belgische consultants in Suriname die helpen bij de onderwijshervormingen. Deze internationale ‘inmenging’ is een voorwaarde van de Interamerican Development Bank, die het project financiert. Levens benadrukt dat de Belgen geen zeggenschap hebben over de inhoud van het lesmateriaal, maar alleen voor technische ondersteuning zorgen. “Dekolonisatie begint bij de Surinamers zelf. Niemand anders kan het voor ons doen”, aldus Levens. Het toekomstige lesmateriaal moet uiterlijk januari 2021 in de klassen liggen.

Onderwijssysteem Suriname

Het Surinaamse onderwijssysteem lijkt enigszins op dat van Nederland. Het primair onderwijs omvat de kleuterschool, het basisonderwijs en het speciaal onderwijs. Het secundair onderwijs bestaat uit het Voortgezet Onderwijs Junioren (VOJ) en het Voortgezet Onderwijs Senioren (VOS), opgedeeld in schooltypen (waaronder mulo, havo en vwo).

Tot op heden is er in Suriname leerplicht voor 7- tot 12-jarigen, maar daar komt mogelijk verandering in. In een conceptwet uit 2016 is de leerplicht verruimd naar 4 tot 16 jaar.

De wet is nog niet gepresenteerd aan het Surinaamse parlement en is dus ook nog niet van kracht.

Lees ook:

Surinaamse politici willen meer van Blok dan alleen een mager excuus

Surinaamse politici namen eind juli geen genoegen met de excuses van minister Blok. 'Nederland, neem afstand van de uitspraken.'

Suriname vreest leegloop onder verpleegkundigen door Nederlandse wervingscampagne

Nederland kampt met een groot tekort aan verpleegkundigen. Bemiddelaars zoeken naar werkkrachten buiten de Nederlandse grenzen en Suriname dreigt daar slachtoffer van te worden.