Inwoners van onder meer Groot-Brittannië, China, Rusland, Iran en Turkije kunnen er niet meer van uitgaan dat hun online gesprekken privé zijn, schrijft Cannataci in een verslag voor de Mensenrechtenraad van de VN.
Berichtendiensten zoals WhatsApp en Telegram bieden een sterke vorm van versleuteling aan, waarmee berichten alleen leesbaar zijn voor de verzender en ontvanger, zogenaamde end-to-endencryptie. Daardoor kunnen bedrijven, overheden, inlichtingendiensten, politie en kwaadwillenden de inhoud van de chatgesprekken niet zomaar bekijken.
Om dit te omzeilen, eisen overheden onder meer om techbedrijven zogenaamde 'achterdeurtjes' te laten inbouwen, waarmee politiediensten bijvoorbeeld de berichten van verdachten kunnen lezen. De bedrijven weigeren daar aan mee te werken, omdat dit ook de beveiliging van andere gebruikers verzwakt.
Groot-Brittannië heeft 'vaag geformuleerde' macht
VN-rapporteur Cannataci noemt onder meer het verbod op versleuteling in Iran. Ook haalt hij het vastzetten van burgers die in Turkije een versleutelde chatapp gebruiken aan. Daarnaast eisen sommige landen, waaronder Rusland en Vietnam, de goedkeuring voor het gebruik van versleuteling.
In 2016 is in Groot-Brittannië een wet aangenomen die de overheid "vaag geformuleerde" macht geeft om netwerkaanbieders te dwingen achterdeurtjes te bouwen, end-to-endencryptie te verwijderen en mee te werken aan hackpogingen van de overheid.
Het Nederlandse kabinet publiceerde in 2016 het standpunt over versleuteling. De regering erkende het belang van encryptie en zei van bedrijven niet te gaan eisen dat zij achterdeurtjes inbouwen om versleutelde communicatie beschikbaar te stellen.
Desondanks willen de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en de inlichtingendienst AIVD de versleuteling van WhatsApp ongedaan maken om terroristen in de gaten te houden.