Het gaat om Jabhat al-Shamiya die door het Openbaar Ministerie (OM) als een "criminele organisatie met terroristisch oogmerk" wordt omschreven.
Tussen mei 2015 en voorjaar 2018 steunde Nederland 22 gewapende gematigde groepen in Syrië. Die geheim gebleven organisaties kregen geen wapens, maar wel voor ruim 25 miljoen euro aan auto's (313 in totaal), voedsel, medicijnen, communicatieapparatuur, tenten, uniformen en trainingen.
Volgens Nieuwsuur en Trouw zijn aan Jabhat al-Shamiya onder meer uniformen en pick-uptrucks geleverd. Het OM noemt de groepering "salafistisch en jihadistisch", en stelt dat deze "streeft naar de oprichting van een kalifaat". Het OM vervolgt op dit moment een Nederlandse man omdat hij heeft deelgenomen aan Jabhat al-Shamiya.
Volgens de tenlastelegging is Jabhat al-Shamiya "niet anders te kwalificeren als een criminele organisatie met terroristisch oogmerk".
Nieuwsuur en Trouw schrijven dat het toezicht op de Nederlandse hulp aan Syrische oppositiegroepen gebrekkig was en dat de Tweede Kamer daar nauwelijks over werd geïnformeerd.
Groepen betrokken bij schending van mensenrechten
Strijders van Jabhat al-Shamiya vochten eerder dit jaar mee aan de zijde van Turkije toen dat land de Noord-Syrische regio Afrin aanviel. In de Tweede Kamer was er scherpe kritiek op dat offensief van Turkije, dat zich richtte tegen de Syrisch-Koerdische milities.
Trouw en Nieuwsuur spraken met circa honderd Syrische rebellen en identificeerden behalve Jabhat al-Shamiya nog vijf gewapende groepen die Nederlandse hulp kregen. Uit het onderzoek blijkt dat deze groepen samenwerkten met extremistische groepen en ernstige mensenrechtenschendingen pleegden.
Gesteunde brigade gebruikte kindsoldaten
De Sultan Murad Brigade, die werd gesteund met pickuptrucks en uniformen, zette volgens Nieuwsuuur en Trouw onder meer kindsoldaten in en was betrokken bij aanvallen op de Koerdische woonwijk Sheikh Maqsoud. Hierbij kwamen ruim tachtig mensen om het leven, waaronder veel kinderen.
Deze brigade zou in 2015 een militair verbond met Al-Qaeda hebben gesloten.
Steun aan oppositiegroepen beëindigd
De buitenlandministers Stef Blok en Sigrid Kaag stuurden vrijdagavond een brief naar de Tweede Kamer waarin zij stelden dat de steun aan Syrische oppositiebewegingen wordt beëindigd. Volgens de bewindslieden is er niets meer te doen aan de komende overwinning van president Bashar al-Assad.
Volgens de ministers hebben veel van de projecten die Nederland de afgelopen jaren heeft gesteund een positieve impact gehad op Syriërs die proberen te overleven. Maar ze wijzen op de risico's van een oorlogsgebied die ertoe kunnen leiden dat de praktische uitvoering van de steun niet strookt met de bedoelingen van Nederland.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken zegt in een reactie de hulp aan Syrische rebellen te hebben stopgezet toen "de risico's te groot werden" dat die verkeerd terechtkwam. Dat bleek volgens het ministerie afgelopen voorjaar het geval.
Steun stopte voor aantal groepen begin dit jaar
De onthulling dat Nederland voordien hulp heeft verstrekt aan een Syrische terroristische organisatie zegt het departement "heel serieus" te nemen.
Het ministerie wijst erop dat een aantal rebellengroepen al aan het begin van dit jaar geen steun meer ontving. In april volgde de rest, omdat "we gezien de veranderde situatie in Syrië voortzetting niet geoorloofd vonden". "De berichten van Nieuwsuur en Trouw sterken ons in de overtuiging dat het stopzetten van de steun de juiste beslissing was."