Direct naar artikelinhoud
ReportageJawed S.

In de voetsporen van de onopvallende aanslagpleger van CS Amsterdam, Jawed S.: ‘Er is nul perspectief voor Afghanen’

De Afghaan Jawed S. arriveerde in 2015 in het Duitse Piesport. Drie jaar later steekt hij op CS Amsterdam twee Amerikaanse toeristen neer. Hoe het zo ver heeft kunnen komen? ‘Er zijn heel veel mensen die onder precies dezelfde omstandigheden heel andere keuzes maken.’

, en

Maandag begint in Amsterdam de strafzaak tegen de 20-jarige Jawed S., die op 31 augustus vorig jaar in een hal van het Centraal Station in Amsterdam twee Amerikaanse toeristen neerstak. We schreven destijds dit profiel van de in Duitsland uitgeprocedeerde Afghaanse asielzoeker:

Het opvanghuis waar Jawed S. in Piesport heeft gewoond.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Buschauffeur Heiko Breuer weet het zeker. ‘Hier kan het niet gebeurd zijn’, zegt de kalende veertiger, gehuld in een FC Nürnberg-shirt. ‘Er zijn hier niet veel immigranten, alles is vredig. Nee, hier is hij niet geradicaliseerd.’

Het is nog altijd moeilijk voor te stellen voor de bewoners van het Duitse Piesport. In dit nog geen tweeduizend inwoners tellende dorp aan de Moezel kwam de toen 16-jarige Jawed S. in november 2015 als Afghaanse vluchteling te wonen. Een onopvallende jongen, die niemand echt leek te kennen. Een jongen die met zijn vertrek uit het dorp een klein jaar later ook uit de gedachten van zijn dorpsgenoten verdween.

Tot hij vorige week vrijdag twee Amerikaanse toeristen op Amsterdam Centraal neerstak en wereldnieuws werd. Het was de eerste aanslag door een moslimextremist in Nederland sinds de moord op Theo van Gogh in 2004.

Tegenover de politie verklaarde S. dat hij er bewust voor had gekozen in Nederland een aanslag te plegen, na het zien van een filmpje van Geert Wilders waarin de profeet Mohammed belachelijk werd gemaakt. ‘Dat heeft hij als zeer beledigend ervaren’, zegt zijn advocaat Simon van der Woude. Ook de door Wilders georganiseerde, en weer geannuleerde cartoonwedstrijd was volgens de raadsman een motief om naar Nederland te komen.

Voor de inwoners van Piesport is de link met terrorisme even onverwacht als ongemakkelijk. Grote problemen met vluchtelingen zijn er nooit geweest. De jongsten klitten meestal samen bij de Turkse snackbar of komen gratis internetten in het gemeentehuis. Wie jong is en een leuke avond wil hebben, moet 40 kilometer reizen naar Trier.

‘Hier gebeurt nooit iets’, zegt Carmen Schmitt achter de balie van het gemeentekantoor. ‘Daarom stootte ik mijn man ook aan toen ik Piesport twee keer op de radio voorbij hoorde komen.’

S. verbleef met negen andere jongeren tussen de 8 en 16 jaar in een van de private jeugdinstellingen van Jugendhilfe Eifel. De woning, die uitkijkt op een wijngaard, ligt er verlaten bij. De rolluiken zijn gesloten. Hier aan de Weingartenstrasse woonde S. samen met jonge vluchtelingen die net als hij zonder ouders naar Duitsland waren gekomen, maar ook met uit huis geplaatste Duitse kinderen. Ze voetbalden wel eens op straat, de oudsten rookten stiekem sigaretjes. ‘Net als ik, toen ik jong was’, knipoogt de overbuurman van het voormalige tehuis.

In de woongroepen en opvanghuizen begint de integratie van jonge vluchtelingen. ‘De kinderen leren er Duits, er wordt nagedacht over een passende school, over welke sport ze willen doen. En er wordt een plan gemaakt voor de toekomst’, zegt Hans-Günter Wustmann, verantwoordelijk voor het opvanghuis van jonge vluchtelingen in Gau-Algesheim waar S. verblijft voordat hij in Piesport komt te wonen. Het doel, zegt hij, is dat jonge vluchtelingen ‘hier tot rust komen’. Over S. praten wil hij, om privacyredenen, niet.

Het dorpje Piesport waar Jawed S. gewoond heeft.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Niet meer dan goedendag

Buschauffeur Breuer herinnert zich S. van de ritjes naar de middelbare school als een weinig spraakzame jongen. ‘Meer dan goedendag en tot ziens zei hij niet als hij meereed. Maar hij sprak dan ook niet zo goed Duits.’

Het is de buurtbewoners in het wijndorp bijgebleven dat S. zich samen met een andere Afghaanse jongen uit het tehuis strikt aan de islamitische geloofsvoorschriften hield. Hij bad vijf keer per dag in de richting van Mekka en bezocht elke vrijdagmiddag de moskee in het nabijgelegen Wittlich, gekleed in djellaba.

S. zat samen met andere asielzoekers in een speciale vluchtelingenklas van de Friedrich Spee Realschule in Neumagen-Dhron. Hoe hij zich gedroeg en wat voor indruk hij maakte, wil schooldirecteur Mario Cossé uit privacyoverwegingen niet zeggen.

‘Hij was een goed mens’, zegt een oud-klasgenoot die destijds met hem bevriend was. De jongen, die zelf afkomstig is uit Syrië, herinnert zich vooral dat hij vaak stil was. ‘Omdat hij zijn ouders verloren had in Afghanistan.’ Dat was ook de reden dat S. volgens hem veel met zijn geloof bezig was. ‘Hij bad voor zijn ouders.’

Op school praatten ze samen veel over het geloof. Thuis, weet zijn oud-klasgenoot, keek S. graag naar karatefilms. Dat is terug te zien op zijn Facebookpagina, die behalve teksten over de islam ook veel filmpjes van Bruce Lee bevat.

Dat zijn klasgenoot en vriend, die hij al twee jaar niet gezien heeft, een aanslag zou plegen in Amsterdam, had hij niet verwacht. ‘Ik weet niet wat er is gebeurd.’

Failliet

Als in oktober 2016 de organisatie achter zijn opvanghuis failliet gaat, betekent het dat S. en de andere kinderen weg moeten uit Piesport. Het is het begin van een lange reeks omzwervingen door de deelstaat Rijnland-Palts. Nooit blijft hij veel langer dan een jaar op hetzelfde adres wonen. ‘Dat jonge vluchtelingen van locatie wisselen, komt wel vaker voor. Of zo vaak verhuizen goed is voor een kind, weet ik niet’, zegt de woordvoerder van de kinderbescherming in Bernkastel-Wittlich.

Nog geen jaar later, in augustus 2017 krijgt S. te horen dat zijn asielaanvraag is afgewezen. De Duitse immigratiedienst wil niet toelichten waarom, maar het is algemeen bekend dat Afghanen in Duitsland weinig hoop hoeven te hebben op een toekomst. ‘Er is nul perspectief voor Afghanen’, zegt Michaele Schneider, die als vluchtelingencoördinator in het 20 kilometer verder gelegen Wittlich werkt. ‘Ze hebben geen recht om hier te blijven, en dus geen recht om te werken of een taalcursus te volgen.’

Teruggestuurd worden naar Afghanistan kon lange tijd evenmin, omdat het er te onveilig was. In juni kwam bondskanselier Merkel daar onder veel protest op terug. En dus kunnen Afghanen inmiddels, net als in Nederland, weer worden uitgezet. Als hun asielprocedure tenminste definitief is afgerond. Net als veel van zijn landgenoten ging ook S. in beroep tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Dat beroep loopt nog steeds. ‘Maar zo’n situatie blijft uitzichtloos’, zegt Schneider.

Het verhaal van S. doet denken aan andere eenlingen die de afgelopen jaren een aanslag pleegden of dat probeerden. Zo was de dader van de mislukte bomaanslag in de Londense metro vorig jaar, een 18-jarige wees uit Irak. De tiener reisde op zijn 16de alleen naar het Verenigd Koninkrijk - zijn ouders zouden in Irak zijn omgekomen. Zijn asielprocedure liep nog toen hij een bom fabriceerde en in de metro plaatste, omdat hij naar eigen zeggen ‘verveeld, verward en depressief’ was. De bom ontplofte niet, maar door een steekvlam raakten meer dan vijftig passagiers in de metro gewond.

De asielzoeker die in 2016 in de trein naar Würzburg vier passagiers verwondde met een mes en een bijl, was een 17-jarige jongen uit Afghanistan die eveneens in zijn eentje naar Duitsland was gekomen. Op Facebook ging de tiener, die tijdens zijn vlucht door de politie werd doodgeschoten, al langer tekeer tegen de vijanden van de islam. In een video had hij trouw gezworen aan terreurgroep Islamitische Staat.

Helemaal toevallig zijn die overeenkomsten niet, zegt Bertjan Doosje, bijzonder hoogleraar radicaliseringstudies aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Elk geval is anders. En je kunt natuurlijk niet zeggen: iemand is een jonge, alleenstaande asielzoeker, dus het gaat binnenkort mis. Maar als iemand bepaalde dingen heeft meegemaakt, vergroot dat wel de kans op radicalisering.’

Triggerfactoren

De Amsterdamse hoogleraar deed onderzoek naar ‘triggerfactoren’, gebeurtenissen die (verdere) radicalisering in gang kunnen zetten. Dat kunnen bijvoorbeeld problemen thuis zijn, het verlies van werk of een relatie, maar ook directe ervaringen met racisme en uitsluiting of de confrontatie met de dood.

Doosje: ‘Het verlies van een ouder of partner kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat mensen meer openstaan voor radicale ideeën om een doel te bereiken. Toen de moeder van Mohammed B. overleed, de moordenaar van Theo van Gogh, kwam hij er alleen voor te staan. Dat riep bij hem vragen op over wie hij was en wat zijn doel was. Radicale groeperingen kunnen dan houvast bieden.’

Ook de afwijzing in een asielprocedure kan zo’n trigger zijn. ‘Door een negatieve ervaring met de overheid voel je je machteloos’, zegt Doosje. ‘Mohammed B. wilde bijvoorbeeld een jongerencentrum opzetten in Amsterdam Nieuw-West. Dat plan werd afgewezen door de gemeente. Zijn wantrouwen tegen de overheid nam daardoor enorm toe, hij voelde zich in de steek gelaten.’

Veranderingen als het verlies van een relatie of baan, of zelfs een verhuizing, kunnen mensen vatbaarder maken voor radicale ideeën, zegt ook Bart Schuurman, universitair docent aan de Universiteit Leiden. ‘Maar’, benadrukt hij, ‘we moeten oppassen daarmee te willen verklaren waarom iemand overgaat tot het plegen aanslagen. Er zijn heel veel mensen die onder precies dezelfde omstandigheden heel andere keuzes maken.’

Vluchtelingencoördinator Michaele Schneider zet haar handen achter haar oren en spreidt haar vingers. Zo goed luistert ze, wil ze maar zeggen, als jonge vluchtelingen over hun problemen vertellen. ‘Ik heb een seismograaf in me en reageer direct als ik alarmsignalen hoor.’ Dat kunnen bijvoorbeeld kleine criminele vergrijpen zijn of een jonge vluchteling die opeens niet meer naar school komt. ‘Binnen mijn netwerk vraag ik dan of iemand weet wat er aan de hand is. Vaak komen die jongens dan met hangende pootjes naar me toe en geven ze toe dat ze fout zijn geweest.’

De oude school van aanslagpleger Jawed S..Beeld Marcel van den Bergh

Ze is extra gespitst op situaties waarin de nieuwkomers radicaler worden door hun geloof. ‘Ik werd getipt dat een zeer religieuze figuur hier kinderen in opvanglocaties had bezocht. Dan grijpen we in en meld ik dat bij de politie. Hij doet niks illegaals, maar we houden zo iemand dan scherp in de gaten.’ In een middelgrote stad als Wittlich zijn de lijntjes tussen Schneider, de gemeente, politie en moskeeën dankzij goede afspraken kort. ‘Als iemand van de radar is, hoor je dat vrij snel.’

Het is december 2016 als S. na vier tijdelijke verblijfplaatsen uiteindelijk in een opvanglocatie voor jongeren in Oberdiebach belandt. Op 27 februari dit jaar slaat een medewerker alarm bij het Landskreis, omdat S. zich ‘anders begon te gedragen’. Ook valt het op dat hij een baard liet groeien. ‘Daarbij zei hij tot twee keer toe definitief terug te willen naar Afghanistan. Ook dat is toen gemeld aan de Verfassungsschutz (de Duitse veiligheidsdienst, red.)’, laat het Kreis weten.

De procedure voor een terugkeer naar Afghanistan was al in werking gezet toen S. toch in Duitsland zei te willen blijven. Waarom weet het Kreis niet. ‘Hij heeft ook nooit verteld waarom hij naar Afghanistan terug wilde.’ De Duitse migratiedienst wil geen toelichting geven.

Worstelen met identiteit

Veel mensen die radicaliseren, worstelen volgens de Amsterdamse hoogleraar Doosje met hun identiteit. ‘Ze vragen zich af: wie ben ik, wat kan ik en wat is mijn plek?’ Zulke gevoelens heeft iedereen wel, maar bij deze groep is de twijfel volgens Doosje groter en fundamenteler. ‘Als je bijvoorbeeld verschillende achtergronden hebt, je bent Afghaan en je belandt in Duitsland, dan strookt wat je op school leert niet altijd met wat je thuis hebt meegekregen. Het wordt moeilijker te bepalen wie je bent.’

Wie dit soort onzekerheid ervaart, zegt Doosje, staat eerder open voor een ‘sterk verhaal’. ‘Mensen die zeggen: wij hebben antwoorden op de vragen die je hebt, je wordt gediscrimineerd als moslim: dat is wereldwijd gaande.’

In zijn laatste woonplaats Ingelheim hebben de autoriteiten geen oog meer voor S. Hij is meerderjarig, waardoor de instanties zich niet meer met hem bezighouden. Steeds meer zoekt hij zijn heil in het geloof. Hij bezoekt vaak de Turkse Fatih Sultan-moskee.

Vrijdagochtend 31 augustus neemt hij de internationale trein naar Amsterdam. Als hij daar na drie kwartier ronddwalen over het station twee toeristen neersteekt, schiet de politie hem vrijwel onmiddellijk in zijn heup. In zijn woning heeft hij een testament achtergelaten, zal later uit een huiszoeking blijken. Volgens zijn advocaat had Jawed S. niet verwacht dat hij de aanslag zou overleven.