Zo'n zware orkaan was sinds 1995 niet meer over het eiland geraasd. Destijds was het orkaan Luis die een spoor van vernieling achterliet op Sint-Maarten. In 2017 richtte orkaan Irma grote verwoesting aan.
Het orkaanseizoen verloopt dit jaar relatief rustig voor Sint-Maarten. De piek ligt doorgaans in de late zomermaanden, dus het gevaar is voor dit jaar nog niet geweken.
In de dagen na orkaan Irma sprak NU.nl vorig jaar met bewoners van Sint-Maarten. Een van hen was Mirjam Wigman. Zij moest destijds haar huis verlaten en stuurde haar dochter voor een paar maanden naar behulpzame vrienden in Nederland. Wigman beschreef de omgeving vorig jaar als "oorlogsgebied" en ze ziet nog dagelijks de gevolgen van de orkaan.
"Alles is zichtbaar veranderd", zegt ze tegen NU.nl, terugblikkend op afgelopen jaar. "Het leven is anders. Je ziet om je heen dat iedereen het moeilijk heeft gehad. Ik heb een jaar later nog altijd een stormkater. Je wordt er continu mee geconfronteerd door de afgeknakte palmbomen."
'Je ziet overal littekens'
Volgens Rode Kruis-coördinator Joost Ruigrok heeft de huidige situatie op Sint-Maarten twee gezichten. "Aan de ene kant is er in een jaar tijd veel gedaan. Er is ontzettend veel opgeruimd, de infrastructuur is weer begaanbaar en de bomen zijn opgeruimd", zegt hij vanuit het Rode Kruis-centrum op het eiland. "Tegelijkertijd moet er nog heel veel gebeuren. Je ziet nog veel gebouwen waarvan de daken nog altijd bedekt zijn met blauwe zeilen en veel hotels zijn nog gesloten. Je ziet overal de littekens. Boten liggen bijvoorbeeld nog langs de wal."
Om de situatie te schetsen, legt hij uit dat je bij een heropend hotel het privéstrand op kan lopen en kan denken: dit ziet er goed uit. Maar een paar 100 meter verder verraden de puinhopen een rampgebied in wederopbouw. "Sint-Maarten bestaat echt nog uit twee werelden."
Logischerwijs zijn er afgelopen jaar minder toeristen naar Sint-Maarten gekomen om hun vakantie te vieren. Voor het eiland is dat een nieuwe ramp, want toerisme is dé inkomstenbron.
"Zonder toerisme is er amper werk en dus ook geen inkomen", licht Ruigrok toe. "Als je huis dan ook nog kapot is, dan is het voor sommige mensen lastig om hun situatie te verbeteren."
Wigman herkent dat beeld uit haar directe omgeving. "Er zijn veel mensen die alles zijn kwijtgeraakt. Ze waren niet verzekerd, want een verzekering tegen een orkaan is erg duur. Wekelijks hoor ik nieuwe verhalen van mensen die alles kwijt zijn."
'Mensen lijken chagrijniger dan eerst'
Het afgelopen jaar was zwaar voor Wigman, die werkt als onderwijzeres. Ze zag na de ramp haar baan gehalveerd worden en moest het maanden met minder inkomen doen. Inmiddels werkt ze weer volledig en heeft ze meer ademruimte.
"Ik heb dit afgelopen jaar in verschillende huizen gewoond. Fysiek en mentaal was ik kapot", zegt Wigman, die besloot het eiland niet te verlaten. Naast het uiterlijk van het eiland, ziet ze ook dat de gemeenschap is veranderd. "De gemeenschap is niet meer zo fris en fruitig. Mensen zijn chagrijniger. Het was in de eerste dagen na de storm al duidelijk dat sommige mensen extreem behulpzaam en goed waren en een andere groep het tegenovergestelde was."
Irma heeft ook invloed op psyche kinderen
Ook een woordvoerder van de K1 Brittania Foundation, een organisatie die zich bezighoudt met de toestand van kinderen op het eiland, bemerkt dat de orkaan van grote invloed is geweest op de psyche van mensen.
"We zijn al ver gekomen, maar wat betreft problemen op de lange termijn zien we dat kinderen bijvoorbeeld last hebben van angst." De organisatie schetst dat er na de orkaan een motto als 'sta op en ga door' heerste, maar dat gaandeweg bleek dat kinderen gedragsproblemen hadden ontwikkeld.
"Ze hadden bijvoorbeeld last van verlatingsangst en waren gevoelig voor harde geluiden". Volgens de organisatie is op dit gebied al veel gedaan, bijvoorbeeld door cursussen voor leerlingen van scholen, en wordt er ook veel over gesproken door autoriteiten.
In nasleep is veel geld ingezameld
Hoewel het eiland nog een lange weg te gaan heeft, is er het afgelopen jaar al veel opnieuw gebouwd. Dagelijks rijdt het wegverkeer over de wegen naar huizen die worden gerenoveerd.
In de nasleep van de orkaan werd geld opgehaald om de eilandbewoners te steunen. Nederland zamelde 19,9 miljoen euro in. In de eerste maanden was de hulpverlening vooral gericht op het verlenen van primaire hulp, zoals het uitdelen van voedsel en drinkwater. Een jaar later gaat de focus meer uit naar de langere termijn. Zo moeten de huizen voorbereid worden op toekomstige zware stormen.
Medewerkers van het Rode Kruis geven een workshop op Sint Maarten.
Tekort aan geschikte vakmensen
Ruigrok helpt namens het Rode Kruis mee met de wederopbouw. Hij is betrokken bij een workshop waarbij lokale bewoners informatie krijgen over hoe ze hun huis orkaanbestendig kunnen maken. Toen Irma over Sint-Maarten trok, werden duizenden daken van huizen losgerukt. Dat moet in de toekomst worden voorkomen door onder meer betonnen daken aan te leggen, of door zogeheten hurricanestraps, metalen hulpstukken die de daken op hun plaats houden.
"Het probleem is nu dat er een grote vraag is naar architecten, bouwkundigen en bouwvakkers", licht Ruigrok toe. "Het hele eiland moet worden opgebouwd. Het duurt lang voordat mensen geschikte vakmensen kunnen vinden. De wederopbouw zou sneller kunnen verlopen."
De twijfel om het eiland te verlaten is nog altijd aanwezig bij Wigman. Als ze moet schatten, denkt ze dat ruim een derde van de mensen uit haar omgeving Sint-Maarten verlaten heeft.
"Al een jaar heb ik een liedje in mijn hoofd", zegt de onderwijzeres. "Should I Stay Or Should I Go. Het is een dubbel gevoel. Ik woon hier al elf jaar. Heb vrienden en mijn baan op Sint-Maarten. Je wilt ook onderdeel zijn van de wederopbouw. Het verlangen om terug te keren naar Nederland groeit wel. Een nieuwe orkaan als Irma zal niet snel komen, maar ook een zwakkere storm zal het eiland veel kwaad doen."
Dat hoopt Ruigrok te voorkomen met de wederopbouw. "Het eiland staat met een been nog in de hulp na Irma, maar met het andere been in de toekomst. Nu is het zorgen dat Sint-Maarten bij een volgende ramp beter is voorbereid".