Direct naar artikelinhoud
Vragen aan

Afrika zet rem op import 'dirty diesel' uit Amsterdam

Ghana en Nigeria gaan hogere eisen stellen aan de diesel die zij importeren. Op een conferentie in Den Haag over de extra vervuilende brandstoffen die vanuit de haven van Amsterdam naar West-Afrika worden verscheept, lichtten zij dit toe.

De 'dirty diesel' die in de haven van Amsterdam wordt geproduceerd bevat soms honderden keren meer zwavel dan aan de pomp in Europa is toegestaanBeeld ANP

1. Wat is er mis met die brandstoffen?
De volksgezondheid in Afrikaanse steden heeft zwaar te lijden onder luchtverontreiniging. Zoals Rob de Jong van VN-milieuorganisatie Unep gisteren zei: in ontwikkelingslanden ademt 98 procent van de stedelingen ronduit ongezonde lucht in.

De extreem vervuilende brandstoffen die speciaal voor de Afrikaanse markt worden geproduceerd in de havens van Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen, zijn daarbij een grote boosdoener - net als het groeiende autobezit en het wagenpark, dat vooral bestaat uit in het Westen afgedankte auto's. De 'dirty diesel' bevat soms honderden keren meer zwavel dan aan de pomp in Europa is toegestaan, bleek uit een rapport van de Zwitserse pressiegroep Public Eye.  

2. Wat doen de West-Afrikaanse landen er zelf aan?
Tot voor kort bar weinig, aldus het rapport. Nu komen ze met strenge richtlijnen. Vanaf maart mag in Ghana geïmporteerde diesel niet meer dan 50 ppm (parts per million, deeltjes per miljoen) zwavel bevatten.
Nigeria volgt per 1 juli, tegelijk met vier andere West-Afrikaanse landen.

De nieuwe standaarden zijn een signaal, zei de Nigeriaanse minister Amina Mohammed gisteren. De naleving zal niet meteen je dat zijn, dus ze riep de olie-industrie en de exporterende landen op hun verantwoordelijkheid te nemen. Die oproep kreeg bijval van minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel). Het zou helpen als vanaf 1 juli ook geen brandstoffen met meer dan 50 ppm zwavel die kant op gaan, vindt zij.

3. Gaat er nu ook iets veranderen in de havens?
Dat valt te bezien. De Amsterdamse haven herhaalde haar standpunt dat vooral in Afrika de normen omhoog moeten. "Het blenden van deze brandstoffen gebeurt voor een deel hier. We zouden er niks mee opschieten als deze activiteiten in Amsterdam stoppen en ergens anders weer worden opgestart," zei ook Havenwethouder Kajsa Ollongren.

Maar zij benadrukte ook dat havenbedrijven in Amsterdam het goede voorbeeld kunnen geven. "Daar zijn ze ook toe bereid, om het daarover te hebben in elk geval." Daarover volgt in 2017 weer een nieuwe conferentie.

4. Het klinkt heel diplomatiek allemaal. Komt er wel iets van terecht?
Minister Ploumen is optimistisch: "Het net sluit zich rond die bedrijven die het niet zo nauw nemen met hun verantwoordelijkheid. Voor zover zij een soort wettelijke basis konden ontlenen aan het feit dat ze in Afrika lagere normen en standaarden hanteren, valt die nu sowieso weg."

Ze wijst ook op de druk die zich opbouwt in Amsterdam. De gemeenteraad dringt aan op een convenant met bindende regels. Jasper Groen (GroenLinks) denkt bijvoorbeeld aan garanties dat de haven naar deze landen geen brandstoffen meer uitvoert met meer dan 50 ppm zwavel.

Public Eye-onderzoeker Marjetta Harjono was minder enthousiast over de conferentie: "De grote oliebedrijven waren de grote afwezigen. Ze waren er niet of ze roerden zich niet."

Wel was ze blij dat de havens van Amsterdam en Rotterdam zich lieten vertegenwoordigen door Ollongren. "Samen hebben de havens echt wel wat in de melk te brokkelen. Ze zeggen altijd dat bedrijven weggaan als er extra eisen komen, maar de tank­opslagbedrijven hebben zo veel geïnvesteerd om efficiënt te blenden, dat ze dat echt niet zomaar doen."

Het net sluit zich rond die bedrijven die het niet zo nauw nemen met hun verantwoordelijkheid
Lilianne Ploumen