Direct naar artikelinhoud
Lezersbrief

'Amsterdam kan veel leren van het schone en rustige Wenen'

In een lezersbrief aan Het Parool stelt Elaine Romein dat wij als Amsterdam nog veel kunnen leren van het schone en rustige Wenen.

Homovriendelijke stoplichten in WenenBeeld ANP

Een weekendje Wenen is een verademing vergeleken met Amsterdam. Wat meteen opvalt: het is er zo schoon. Nergens afval te zien. Ook niet op drukbezochte, toeristische plekken, zoals het Museumkwartier.

Nergens blikjes, flesjes of weggegooide etenswaren. Laat staan oude matrassen, kapotte bedbodems, kasten, dozen en andere troep, die elke dag weer naast de afvalcontainers in mijn Amsterdamse buurt staan.

Zelfs op het gras langs de Donau, waar vele mensen genieten van een zwoele zomeravond, ligt na afloop geen afval. Iedereen ruimt gewoon zijn eigen rommel op. Er blijft helemaal niets liggen; kom daar eens om in het Vondelpark.

Ook een fijne Weense gewoonte: wachten voor het rode stoplicht. Niemand fietst, rijdt of loopt er door rood. Je wordt echt raar aangekeken als je dat doet (in tegenstelling tot Amsterdam; daar ben je een sukkel als je stopt).

Gewoon even wachten; wat een rust geeft dat. Net als het ontbreken van toeterende scooters, want die zijn er nauwelijks, terwijl er toch behoorlijk steile wegen zijn. Als voetganger kun je gewoon op de trottoirs lopen zonder om rijen fietsen heen te slalommen, want er is een goed systeem van huurfietsen. 

Fietsen met een mobieltje in je hand is daar gewoon verboden (boete 55 euro). Ook dan word je raar aangekeken als je dat toch doet.

Kortom, ik heb genoten van deze prachtige, schone stad met veel kunst, cultuur, restaurants en terrasjes. 

Vrijheid, blijheid is een prachtig gegeven, maar helaas in Amsterdam te ver doorgeslagen. In een veel grotere stad als Wenen houden mensen nog gewoon rekening met elkaar en ze maken er geen vieze bende van. 

Daar kunnen we in Amsterdam nog wat van leren.

Elaine Romein, Amsterdam

Ook een fijne Weense gewoonte: wachten voor het rode stoplicht.