Direct naar artikelinhoud

Zeggen wat je wilt: kan dat nog aan de universiteit?

Zeggen wat je wilt: kan dat nog aan de universiteit?
Beeld Studio Vonq

De universiteit, daar mag je álle vragen stellen. Of toch niet? Aan het begin van het academisch jaar worstelen Nederlandse universiteiten met de vraag hoe je omgaat met politiek-incorrecte ideeën en sprekers. Leiden die tot debat of vooral tot ruzie?

Toen studenten van de Universiteit van Berkeley, Californië, lucht kregen van het plan om de antifeminist Milo Yiannopoulos uit te nodigen voor een lezing, braken er zulke hevige protesten los, dat het bestuur zich gedwongen zag de lezing af te blazen. Tijdens de discussies viel een woord dat ook buiten de VS hevig verzet opriep, de term safe space. Volgens sommige academici en studenten moet de universiteit een 'veilige ruimte' zijn waar vrouwen en minderheden niet geconfronteerd worden met kwetsende teksten of sprekers.

De reacties waren niet mals. Volgens minister van justitie Jeff Sessions bieden Amerikaanse universiteiten niet langer ruimte voor 'robuust debat' en een 'competitie van ideeën', maar zijn ze verworden tot 'echokamers van politieke correctheid en schuilhutten voor fragiele ego's'.

De grote Nederlandse universiteiten hebben inmiddels allemaal diversity officers aangesteld, maar de ideeën en strategieën verschillen

Lang niet iedereen is dat met hem eens, maar het debat over free speech versus safe spaces is niet meer weg te denken uit de academische wereld. Moeten universiteiten hun studenten veiligheid bieden en hen vrijwaren van kwetsende ideeën of draait het aan de universiteit juist om de vrijheid alle vragen te stellen en moeten studenten bereid zijn hun diepste overtuiging ter discussie te stellen?

Ook Nederland worstelt ermee. De grote Nederlandse universiteiten hebben inmiddels allemaal diversity officers aangesteld (die ervoor moeten zorgen dat studenten en medewerkers met alle mogelijke achtergronden, ook minderheden, zich aan de universiteit thuis voelen), maar de ideeën en strategieën verschillen.

Geloof & wetenschap

Een interessant geval is de Vrije Universiteit in Amsterdam, voortgekomen uit de gereformeerde zuil. Studenten komen er meestal voor de wetenschap, maar de VU leidt ook joden, orthodoxe moslims én christenen op tot voorganger. Geloof en wetenschap gelden hier niet automatisch als in tegenspraak met elkaar; onder de staf bevindt zich bijvoorbeeld de spraakmakende Emanuel Rutten, een filosoof die het godsbewijs nieuw leven inblaast.

De VU, zou je kunnen zeggen, is een safe space voor gelovige studenten en dat is - om in Angelsaksische termen te blijven - een unique selling point geworden. "Andere universiteiten benadrukken in hun diversiteitsbeleid wel gender en etniciteit, maar hun geloof mogen studenten en staf meestal niet meenemen", zegt Ruard Ganzevoort, decaan van de faculteit Religie en Theologie. "Op de VU kun je in dat opzicht wel jezelf zijn. Wij bieden ook faciliteiten aan. Zo hebben we een gebedsruimte voor moslims."

Het zal een reden zijn dat de VU een bijzonder diverse groep studenten trekt, onder wie veel moslims. Toch heeft dat beleid ook lastige kanten, erkent Ganzevoort. "Naarmate de verschillen zichtbaarder worden, nemen de gevoeligheden ook toe. Als je op een pr-poster voor de universiteit een studente met hoofddoek afbeeldt, dan zijn er anderen die dat ingewikkeld vinden."

Vooral het thema Israël ligt gevoelig. Nadat één groep studenten begin dit jaar een voor een aanslag veroordeelde Palestijnse, Rasmea Odeh, had uitgenodigd, stuurden joodse (ex-)studenten een brandbrief naar het bestuur. Zij voelden zich niet meer veilig.

Het incident dwong de VU na te denken over de grenzen van de vrije meningsuiting. Samen met bestuursvoorzitter Miriam van Praag maakte Ganzevoort een ronde langs joodse studenten, moslims, christenen en lhbt'ers met de vraag waar ze 'tegenaan lopen'.

Eén probleem blijkt het idee dat anderen vooroordelen over je hebben. Een ander probleem is dat de free speech van de een bedreigend kan zijn voor de ander. Om vruchtbaar debat te stimuleren komt er nu een centrale ruimte voor discussie, maar wel een geleide discussie. "Voor sommige onderwerpen, zoals Israël, kun je beter een dialoog organiseren dan een debat", legt Ganzevoort uit. "In de scherpte van het debat gaat het verstaan van elkaar vaak verloren."

Dode witte mannen

Waar de VU een haven wil zijn voor gelovigen, lijkt de naburige Universiteit van Amsterdam zich te profileren als instituut dat de hegemonie van 'dode witte mannen' doorbreekt. Progressieve studenten eisten bij de Maagdenhuisbezetting van 2015 niet alleen meer democratie, maar ook minder witte mannen in het curriculum én in de staf. Ze kregen steun van Gloria Wekker, de hoogleraar die publieke verontwaardiging wekte door haar stelling dat racisme diep in de Nederlandse samenleving verankerd ligt. Een commissie onder haar toezicht adviseerde actiever te zoeken naar mensen met uiteenlopende achtergrond. "Het is veel spannender om les te geven en te krijgen in een klas met verschillende perspectieven op de werkelijkheid", vertelde Wekker in Trouw.

Maar de in maart aangestelde diversity officer Anne de Graaf, blijkt weinig te voelen voor safe spaces waar sprekers met te confronterende ideeën worden geweerd. De Graaf vraagt zich vooral af of de UvA geen 'mensen mist', maar dat kan ook gaan om witte mannen zonder hoogopgeleide ouders of om gelovigen die zich aan de UvA niet serieus genomen voelen.

Wat weegt zwaarder? De vrije competitie van ideeën of een sfeer waarin alle studenten zich serieus genomen voelen?

Wat diversiteit betreft, kan de bevolking van Rotterdam zich met die van Amsterdam meten. Marli Huijer, hoogleraar en diversity officer voor de faculteit filosofie aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit, merkt dat aan haar studenten. "Ze willen weten hoe zwarte mensen zijn neergezet in het westerse denken. Daarom geven we ook colleges postkoloniale kritiek en geschiedenis van het racisme. Je ziet dat in de hele maatschappij: naarmate de verhoudingen veranderen, durven mensen hun achtergrond of geloofsbelijdenis sterker naar voren te brengen".

Wat Huijer zou doen als studenten een pertinente antifeminist zouden uitnodigen? "Het ligt eraan hoe ernstig het is", zegt Huijer, "maar als iemand hatelijke uitspraken doet over vrouwen, zou ik protesteren. Met zulke uitspraken val je terug in een oud patroon dat de universiteit voor vrouwen een onveilige plek maakt - dat is niet goed voor de wetenschap. Je hoeft geen consensus te bereiken, maar je hoeft één groep ook niet lekker te gaan beledigen. Dat is nooit de bedoeling geweest van de vrijheid van meningsuiting."

Verhit debat

Maar daarover verschillen de meningen. Zo veroorzaakte Carel Stolker, rector magnificus van de Universiteit Leiden, dit voorjaar opschudding met zijn diesrede. Stolker laat zich daarin kennen als enthousiast voorstander van debat waarbij 'de bliksem mag inslaan'. Leiden heeft daarin een traditie: al vanaf 1575 probeerde het bestuur verschillende wetenschappelijke scholen aan het woord te laten. En zo is het nog altijd: onder één dak doceren in Leiden niet alleen rechtsfilosofen Paul Cliteur (actief voor Forum voor Democratie) en Afshin Ellian, die wijzen op de gevaren van de islamisering, maar ook een historicus als Leo Lucassen, die even actief spreekt en twittert tegen de angst voor onbeheersbare gevolgen van immigratie.

Stolker weigert pertinent Cliteur dan wel Lucassen tot de orde te roepen, al wordt hem dat regelmatig gevraagd. Evenmin schrok hij toen een van de studieverenigingen oud-student Thierry Baudet uitnodigde voor een lezing. Een universiteit moet fysieke veiligheid bieden, geen intellectuele, vindt Stolker; dan maar minder 'lief en inclusief'. Het leverde hem een interview op in weekblad Elsevier onder de titel 'de eenzame strijd van rector Carel Stolker'. Historicus Geerten Waling prijst hem in dat artikel als iemand die een 'kruiwagen met kikkers in beweging weet te houden en die daar ook nog een unique selling point van weet te maken'.

Toch viel Stolkers' rede niet overal goed. In het Leidse universiteitsblad Mare noemden vier historici de diesrede 'een klap in hun gezicht'. Door het 'prima' te noemen dat Baudet wordt uitgenodigd, geeft de rector volgens hen ruimte aan ideeën over vrouwen en 'homeopatische verdunning' die de grenzen van het fatsoenlijke overschrijden.

Onnodig kwetsen

Wat weegt zwaarder? De vrije competitie van ideeën of een sfeer waarin alle studenten zich serieus genomen voelen? Dat dilemma houdt ook de staf in Nijmegen bezig, vertelt Anya Topolski, hoofddocent filosofie aan de Radboud Universiteit. In Nijmegen lopen namelijk niet alleen links georiënteerde studenten rond, maar ook antifeministische aanhangers van Thierry Baudet en de Canadese psycholoog Jordan Peterson - zoals de afgelopen maanden duidelijk werd. Topolski vindt die meningsverschillen 'wel tof', en dat vindt ook het comité diversiteit waar zij deel van uitmaakt. Maar docenten moeten wel weten hoe ze een debat kunnen leiden zonder bepaalde groepen onnodig te kwetsen. Daar zou je de medewerkers eigenlijk in moeten trainen, denkt Topolski.

Dan nog blijven er dilemma's genoeg. "Is het bijvoorbeeld verstandig een verklaarde antifeminist te vragen om college te geven over feministische theorie? Dat maakt het voor alle studenten weinig uitnodigend om hun ervaringen en ideeën te delen." En dat geldt andersom natuurlijk ook: een antifeminist zal zich tussen een groep overtuigde feministen niet snel serieus genomen voelen.

Het antwoord op zulke dilemma's zoeken de meeste Nederlandse universiteiten in versterkte aandacht voor de manier waaróp discussies gevoerd worden. Dat kan betekenen dat sommige sprekers niet welkom zijn. "Een aantal studenten voelt zich onveilig als er polariserende sprekers komen," zegt Ganzevoort. "Daar wil de VU rekening mee houden. We kunnen over elk onderwerp spreken, maar we zoeken naar vormen die verdiepen en verbinden."

De vraag blijft of de vrijheid van meningsuiting daarmee bedreigd wordt of dat de vrije uitwisseling van ideeën in zo'n relatief beschermde omgeving juist meer kans krijgt.

Beelden toetsen

Om te werken aan een veilige en inclusieve universiteitsgemeenschap heeft de Vrije Universiteit een klankbordgroep ingesteld van studenten en medewerkers met allerlei achtergronden. Die zal het bestuur gevraagd en ongevraagd advies geven als zich spanningen kunnen voordoen over politieke, culturele en religieuze thema's.

Daarnaast opent de VU binnenkort de ruimte 3D, gericht op Debat, Dialoog en Diversiteit. Daar willen de VU zelf en studentenverenigingen debatten organiseren en dialoog stimuleren.

Een van de eerste activiteiten is het Grote Vooroordelen Diner waarbij bestuursleden van alle studentenverenigingen worden uitgenodigd elkaar te leren kennen en hun beelden over elkaar te toetsen.

Lees ook:

Zo voorkom je dat een debat ontspoort

Hoe blijven we in gesprek met andersdenkenden? Filosoof Jeroen de Ridder heeft een idee.

Gloria Wekker: 'Ik ben optimistisch, ook witte student wil verandering'

Studenten van de UvA zijn bijna allen wit, de hoogleraren man. Trek mensen aan met een andere achtergrond, zegt de Commissie Diversiteit in 2015.