Sociale woningbouw in de knel door belastingdruk
Hogere rijksheffingen en -belastingen dreigen de Friese woningcorporaties te beroven van een kwart van hun investeringsruimte.
De tien corporaties bezitten samen zo’n 80.000 huizen, die in de eerste plaats bedoeld zijn voor mensen met een smalle beurs. Om ze allemaal energiezuinig te maken en voor renovatie en sloop-met-nieuwbouw hebben de woningstichtingen 3,7 miljard euro beschikbaar.
Daaruit dreigt het rijk 925 miljoen weg te happen, door de verhuurdersheffing en door meervoudige verhoging van de vennootschapsbelasting.
Onbedoeld het bokje
De hogere verhuurdersheffing is een gevolg van de stijgende taxatiewaarde van het corporatiebezit. De extra vennootschapsbelasting moet het schrappen van de dividendbelasting compenseren en komt voor een ander deel voort uit een Europese richtlijn tegen belastingontduiking door multinationals.
De richtlijn dwingt EU-lidstaten de ruimte voor renteaftrek van vennootschapswinsten te beperken. Corporaties hebben geen winstoogmerk en kunnen tegelijk niet zonder geleend geld. Daardoor dreigen ze onbedoeld het bokje te worden.
Nederland zou net als België en Frankrijk de EU-richtlijn buiten toepassing kunnen verklaren voor de corporaties, maar maakt nog geen aanstalten daartoe. Samen met de Friese gemeenten en een achttal huurdersverenigingen luidden de corporaties daarom in mei de noodklok bij de Tweede Kamer.
Waardering
Dat is niet onopgemerkt gebleven, oordeelt voorzitter Rein Swart van de Vereniging van Friese Woningcorporaties. ,,De meeste fracties toonden zich blij met onze schets van de impact. Er was ook waardering voor het samen stelling nemen met huurders en gemeenten.’’
Sympathiebetuigingen zijn nog geen garantie voor matiging van de belastingaanspraken, beseft Swart. Pas op Prinsjesdag zal blijken in hoeverre het kabinet zich de noodkreet van de sociale verhuurders aantrekt.