Integreren in Nederland is voor vluchtelingen ingewikkeld

Nu de instroom van vluchtelingen is afgenomen, komen integratie en participatie meer op de voorgrond te staan. Het is voor vluchtelingen ingewikkeld om te participeren in de Nederlandse samenleving, blijkt uit het onlangs verschenen boek ‘Nieuwe wegen voor vluchtelingen in Nederland’. Welke belemmeringen zijn er?

In het boek wordt gekeken naar obstakels bij vier vormen van participatie: vrijwilligerswerk, inburgering, onderwijs en werk.

Vrijwilligerswerk

Sinds enkele jaren wordt vrijwilligerswerk onder vluchtelingen actief door de overheid gestimuleerd. Toch zien we dat er diverse wettelijke obstakels in het systeem zitten die het verrichten van vrijwilligerswerk in de weg staan. Deze hebben onder meer betrekking op het sterk gereguleerde karakter van vrijwilligerswerk en de verplichting voor sommige vluchtelingen om de vergoeding die zij hiervoor krijgen weer in te leveren. Zoals auteur Tesseltje de Lange stelt: ‘Asielzoekers die vrijwilligerswerk willen doen, komen in aanraking met verschillende elkaar overlappende en ondermijnende beleidsvelden’.

Inburgering

Daarnaast zijn er ook belemmeringen aan te wijzen ten aanzien van een succesvolle inburgering. De wijze waarop het inburgeringsbeleid voor vluchtelingen is georganiseerd, heeft zeker niet tot de gewenste resultaten geleid.

Inburgering is gebaat bij een grote betrokkenheid van de overheid. Maar hiervan is de laatste jaren te weinig sprake geweest. Bovendien is de relatie tussen inburgering en participatie in het beleid losgelaten. Hierdoor vinden vluchtelingen, ook na afronding van het inburgeringstraject, nauwelijks aansluiting bij de arbeidsmarkt. Volgens Ricky van Oers heeft ‘het uitgangspunt van zelfredzaamheid, zoals vooropgesteld in de huidige inburgering, de resultaten voor vluchtelingen negatief beïnvloed’.

Onderwijs

Vluchtelingen die willen deelnemen aan beroeps- of hoger onderwijs zien zich gesteld voor tal van problemen. Dit geldt bijvoorbeeld ten aanzien van de moeizame erkenning van elders verworven competenties, het gebrek aan geschikte voortrajecten en de beperkte mogelijkheden om met behoud van een uitkering te kunnen studeren.

Al deze obstakels leiden ertoe dat vluchtelingen onvoldoende in staat worden gesteld een Nederlands diploma te halen. Dit staat een duurzame integratie op de arbeidsmarkt in de weg. Zo stellen Albert de Voogd en Mery Redjopawiro dat ‘de wettelijke regels ten aanzien van het deelnemen aan Nederlands onderwijs botsen met goede intenties en ambities’.

Werk

Ook de weg naar de arbeidsmarkt blijkt in de praktijk niet eenvoudig. Het gevoerde beleid speelt lang niet altijd op een effectieve wijze in op de mogelijkheden om snel aan het werk te gaan. Zo beginnen gemeenten vaak laat met een gerichte arbeidstoeleiding van vluchtelingen en beschikken zij over onvoldoende middelen om vluchtelingen op maat gesneden trajecten te kunnen aanbieden. ‘De beperkte beschikbare budgetten zetten de arbeidstoeleiding van vluchtelingen onder druk’, stellen Inge Razenberg en Marjan de Gruijter.

Mentale problemen vluchtelingen bemoeilijken participatie

We hebben in de bundel echter niet eenzijdig naar beleidsfalen gekeken. Individuele belemmeringen van vluchtelingen zelf kunnen een snelle participatie ook in de weg staan. Bijvoorbeeld het gebrek aan geschikte diploma’s, de beperkte taalbeheersing en de vaak grote mentale gezondheidsproblemen van deze nieuwkomers. ‘Deze mentale gezondheid zou een sleutelrol kunnen spelen bij de bevordering van de integratie en participatie van vluchtelingen’, volgens José Muller-Dugic en Mario Braakman.

Nederlandse samenleving is ambivalent

Er zijn ook kenmerken van de Nederlandse samenleving die een belemmerende rol spelen. Het gaat daarbij vooral om de bereidheid van de Nederlandse samenleving om deze groep op te nemen en om mogelijkheden die de nationale arbeidsmarkt aan deze groep biedt.

Wat opvalt is de ambivalentie in de houding van veel Nederlanders: velen staan ruimhartig tegenover het opnemen van vluchtelingen, maar er is zorg over de aantallen en de moeizame integratie. 'Het is zeker niet zo dat het land verdeeld is in een grote groep voor- en tegenstanders, de genuanceerde middengroep is namelijk verreweg het grootst. Die meerderheid voorziet problemen bij de integratie van vluchtelingen, maar is tegen het sluiten van grenzen', zo stellen Wouter Mensink en Emily Miltenburg.

Arend Odé is werkzaam als onderzoeker bij Regioplan en de Sociaal-Economische Raad.

Nieuwe wegen voor vluchtelingen in Nederland. Over opvang, integratie en beleid. Onder redactie van Jaco Dagevos, Arend Odé, Pascal Beckers en Karin de Vries. Amsterdam University Press. Dit boek is mogelijk gemaakt dankzij financiële ondersteuning door het Instituut GAK.

Foto: UNICEF Ethiopia (Flickr Creative Commons)