"Ik maak me vooral zorgen om kwetsbare flora en fauna", zegt David Kleijn, professor plantenecologie aan de Wageningen Universiteit. "De meeste planten die nu zijn doodgegaan zullen zich wel herstellen, want de natuur is veerkrachtig. Maar om kleine populaties maak ik me wel zorgen. Daarvoor zou de droogte de genadeklap kunnen zijn."
Over bomen die massaal doodgaan, maakt Kleijn zich niet zoveel zorgen. "Er zullen er misschien wat meer doodgaan, maar dat is net als bij mensen. Tijdens een hittegolf ligt het sterftecijfer wat hoger. Over het algemeen kan de natuur hier goed mee omgaan. De meeste soorten zijn een miljoen jaar oud, het is niet de eerste keer dat ze met droogte te maken krijgen."
Rein Zwaan, boswachter van Staatsbosbeheer in Utrecht, maakt zich ook het minste zorgen om de bomen. "Soorten die ondiep wortelen, zoals de beuk, hebben hun blaadjes vroeg laten vallen, maar de bomen die hun wortels verder in de grond hebben zitten, kunnen in droge periodes nog wel bij dieper grondwater komen."
Onderste etage van natuur gaat dood
Zwaan ziet dat vooral de "onderste etage" van het bos en andere natuurgebieden is doodgegaan door de droogte. "De heide wortelt ondiep en heeft dus niet genoeg water kunnen krijgen. Ook de lijsterbessen hebben het heel slecht."
Volgens Zwaan laten de eiken en beuken hun vruchten nu al vallen om daar niet te veel water aan te verspillen. "Dat is heel vroeg, want normaal is dat pas in oktober. Doordat de eikels en beukennootjes niet voldoende konden groeien, zijn ze ook heel klein."
Het is de vraag of er voldoende eikels vallen om bijvoorbeeld wilde zwijnen allemaal te kunnen voeden, zegt Zwaan. "Die zullen het niet best hebben. Ook doordat er door de droogte weinig grassen aanwezig zijn in het bos. Zwijnen eten ook van besdragende struiken, maar die zijn ook verdroogd."
"Ik heb veel zwijnen rond zien lopen die er graatmager uitzien. Het wordt spannend of ze genoeg kunnen eten om de winter door te komen", vertelt Hugh Jansman, ecoloog van de Wageningen Universiteit. "Veel biggen zijn al gesneuveld door voedselgebrek."
Door een gebrek aan water lijkt het soms al herfst. (ANP)
Dassen zoeken nu ook overdag naar voedsel
Een ander dier dat onder de droogte lijdt, is de das. Dassen leven onder meer van regenwormen en kevers. Doordat de bovenste laag van grond droog is geworden, kruipen regenwormen dieper de grond in. Andere insecten zijn door de droogte doodgegaan. "Met name jonge dassen hebben het heel moeilijk", zegt Zwaan. "Ze gaan normaal gesproken 's nachts op zoek naar voedsel, maar ik heb nu al verschillende meldingen gekregen van dassen die overdag gezien zijn. Dat gebeurt normaal gesproken echt nooit. Om voedsel te vinden, moeten ze ook meer lopen, wat de kans op een aanrijding met een auto vergroot."
Herten die deze zomer zijn geboren, zullen de rest van hun leven de gevolgen van de droge zomer merken, denkt Jansman. "Ze hebben nu een groeiachterstand en die lopen ze de rest van hun leven niet meer in. Voor de mannelijke kalfjes geldt dat hoe groter ze de winter doorkomen in hun eerste levensjaar, des te beter ze kunnen meedoen in de bronsttijd als ze zes jaar zijn. Ik denk zelf dat de lichting mannelijke hertenkalveren van dit jaar in de toekomst niet mee gaat doen aan de paring. Maar de kalveren van vorig jaar doen dat wel. Geen ramp, want uiteindelijk gaat het erom dat de sterkste dieren hun genen doorgeven en er zit altijd wel een slechte lichting tussen."
Deze ene zomer heeft volgens Jansman dus geen gevolgen voor de sterkte van de hertenpopulatie op bijvoorbeeld de Veluwe. "Maar het KNMI heeft voorspeld dat de komende zomers gaan lijken op die van dit jaar. Dat zou kunnen betekenen dat we een slag lichtere herten krijgen in Nederland. De mannelijke herten zullen dan minder imposant zijn. In de Oostvaardersplassen hebben we dat ook gezien. Herten begonnen daar met enorme geweien, maar toen de populatie groeide en de concurrentie dus heviger werd, leidde dat tot een mindere conditie. Daardoor hebben de mannetjes een kleiner gewei gekregen."
Jansman verwacht dat deze lichting herten minder imposant zal zijn. (ANP)
Deel van hoogveen gaat verdwijnen
Op de hoge zandgronden in Drenthe en Overijssel zijn de gevolgen van de droogte op de hoogvenen ook goed te merken. "Die gebieden worden uitsluitend nat gehouden door neerslagwater", zegt Wiebe Borren, hydroloog van Natuurmonumenten. "Als daar een gebrek aan is, kunnen we niks doen. We kunnen niet water van andere plekken halen."
"Als het veen uitdroogt, breekt het af en ontstaat er CO2. Dat komt in de atmosfeer terecht en dan zijn we het kwijt", legt Borren uit. "Hoogveen is zeldzaam in Nederland. Duizend jaar geleden hadden we er voldoende van, maar we hebben het ontgonnen en gebruikt om onze welvaart op te bouwen. Nu zijn er nog wat restanten en die proberen we te behouden. Er komen unieke dieren en planten in voor."
Volgens Borren is het "moeilijk om nu al te zeggen of er veen verdwenen is door de droogte". Wel heeft hij in veengebieden gezien dat het waterpeil met 40 centimeter is gezakt en dat daardoor veenpollen boven het water uitsteken. "Mijn inschatting is dat het door de droogte wel gaat verdwijnen. En dan komt het niet meer terug", aldus Borren.
Beken zijn droog komen te staan
Beeksystemen in Noord-Brabant en Overijssel zijn voorbeelden van andere systemen die onder de droogte te lijden hebben gehad. Net als de hoogvenen, liggen die beken in hogere gebieden. Dalende grondwaterstanden hebben ertoe geleid dat die beken droog zijn komen te staan.
Zeldzame vissoorten als de beekprik zijn gevangen en overgeplaatst naar plekken waar nog wel genoeg water is. "Dat gaat dan om bepaalde dieren die groot genoeg zijn om gevangen te worden. Kleinere organismen hebben waarschijnlijk ook een klap gekregen. Wat voor gevolgen dat heeft, weten we nog niet precies."
Door dalende grondwaterstanden staan beken droog. (ANP)
'Rond natuurgebieden moeten bufferzones van water komen'
De voorspelling dat de zomers in Nederland in de toekomst droger worden, moet leiden tot een "betere inrichting van de waterhuishouding", vindt Herman van Dam, zelfstandig hydrobioloog. Hij deed onderzoek naar de schade die de droogte van 1976 aan de natuur aanrichtte. Dat jaar staat te boek als het droogste jaar ooit.
"De waterlobelia is een plantje wat na de droogte van dat jaar bijna de genadeklap kreeg. Rond 1900 kwam dat plantje op honderden plaatsen in Nederland voor, maar in 1976 nog maar op een paar locaties. Na de droogte stond de waterlobelia nog maar op een paar plekken. Met subsidie van de overheid zijn toen vennen uitgebaggerd en daardoor is het plantje gered", aldus Van Dam.
Dat soort maatregelen moeten nu weer genomen worden om te voorkomen dat zeldzame soorten verdwijnen uit Nederland, vindt Van Dam. "Rond natuurgebieden moeten uitgebreide bufferzones van water komen. Daarnaast moet de landbouw in zijn geheel duurzamer worden. Alleen op die manier kan de diversiteit in de natuur ook na droogte gewaarborgd blijven."