Ook heeft de gemeente Amsterdam data-analyse gebruikt om hangjongeren te vinden die eerder nog niet in beeld waren, schrijft NRC zaterdag op basis van documenten die op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) zijn opgevraagd.
Eerder zei Amsterdam dat de profielen niet inhoudelijk werden bekeken, maar dat alleen de verbanden tussen personen zijn onderzocht. Begin dit jaar bleek uit onderzoek van NRC dat de gemeente de profielen van honderden jongeren had onderzocht zonder hen daarover te informeren.
Amsterdam heeft de onderzoeksresultaten niet gemeld bij de privacytoezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Overheden en bedrijven die persoonsgegevens verwerkten, moesten dit volgens de toen geldende regels wel melden.
Met de data-analyse wilde Amsterdam de connecties van bekende hangjongeren beter in kaart brengen. De gemeente analyseerde daarvoor de vriendenlijsten van 126 hangjongeren, waar in totaal bijna 65.000 verschillende personen op voorkwamen. Van die groep werden ruim twaalfhonderd mensen nader bestudeerd.