Wanneer schaffen we het woord ‘populist’ af? Het is leeg en betekenisloos geworden, een frequent gebruikt scheldwoord voor een velerlei aan uitingen van politieke woede.

     door Roger Cohen

Eigenlijk is het nog erger. De term populisme wordt gebruikt om minachting uit te drukken voor ontevreden kiezers die van mening zijn dat reguliere politieke partijen niets voor hen hebben gedaan. Denk hierbij aan stabilisatie van hun inkomens, het verdwijnen van banen en het algehele gevoel van nationale achteruitgang dat daarmee gepaard gaat gedurende de laatste twee decennia. Populisme is een afkeurende term voor alles wat kosmopolitische elites maar niet willen begrijpen.

De beweging van Donald Trump: populisten. Aanhangers van de Brexit: populisten. De twee (zeer tegengestelde) partijen in de coalitie die Italië besturen: populisten. The Economist verwijst naar een ‘virus’ als een soort Atlantische Oceaan voor demagogische populisten; The Washington Post schrijft hoe het populisme het Midden-Oosten in zijn greep krijgt; The New York Times schrijft over een Koerdische en Thaise populistische beweging; de BBC heeft over de separatistische Catalaanse nationale beweging minder te melden dan over populisme.

Stel je eens voor dat het bijvoeglijk naamwoord ‘elitair’ zou worden gebruikt in elke beschrijving van een reguliere politieke partij – zoals wanneer de Duitse Christen Democratische partij ‘elitair’ genoemd zouden worden of de ‘elitaire’ Amerikaanse Democratische Partij. Het is voor een deel nog waar ook, maar het zou als zeer beledigend worden ervaren.

   Diskwalificatie

Het is redelijk te veronderstellen dat niemand ooit zijn of haar denkwijze veranderde doordat hij het gevoel kreeg dom te zijn. In het belang van de liberale democratische politiek zou het vrijwel zeker zinvol zijn om de kiezers van president Trump, of van Viktor Orban in Hongarije, of Brexit, niet weg te zetten als populisten en meer serieus te nemen.

Populisme is synoniem aan diskwalificatie. Het weerspiegelt de superieure mening dat de misleide plebs – die de elite zelden in eigen persoon ontmoet – het bij het verkeerde eind hebben. Soms geeft men schoorvoetend toe dat populistische partijen effectief zijn. Daarmee zegt men in feite dat ze de gelijke zijn van reguliere partijen – dus moeten wij, de liberale slachtoffers, onze eigen ‘populistische’ boodschap zien te vinden.

Nu weet ik dat populisme een term is die in de Verenigde Staten teruggaat naar het einde van de 19e eeuw. De term stond voor een geloof in de wijsheid van het gewone volk. En dat het als politieke ideologie de samenleving scheidt in twee vijandige groepen: het gewone ‘echte’ volk, zoals Cas Mudde, een Nederlandse professor aan de Universiteit van Georgia het in een e-mail omschrijft, en ‘de corrupte elite’.

Het ontleent zijn anti-establishment sentiment aan het idee dat niets de wil van het volk in de weg mag staan, met inbegrip van liberale democratische instellingen met hun checks and balances (zoals bijvoorbeeld een onafhankelijke pers en een rechterlijke macht) die door elites zijn ontworpen. Het gewone volk, eerlijk en goed, staat lijnrecht tegenover de machtigen, immer frauduleus uit op eigenbelang (zoals de Grote Recessie, Eurocrisis, toenemende ongelijkheid, ongebreidelde straffeloosheid voor de rijken, etc.).

   Loos begrip

Het probleem is dat de term populisme een verzamelnaam is geworden die zo algemeen gebruikt wordt dat het thans een loos begrip is. Populist kan slaan op zowel een aanhanger van politiek rechts als links, nationalist, autoritaire persoon, iemand die te kampen heeft met xenofobie, proto-fascist, fascist, autocraat, een verliezer van de globalisering, een vermogend provocateur, conservatief, socialist of gewoon een ongelukkig gefrustreerd persoon.

Kortom iedereen, van krankzinnig tot rationeel, van racistisch tot tolerant. Velerlei meningen die extra versterkt worden door de sociale media waar allerlei denkbeelden, in tegenstelling tot de gebruikelijke liberaal-democratische weg, veel gehoor vinden.

Dat de term zo verwatert, is schadelijk. Het is immers van belang om onderscheid te maken tussen een xenofobe nationalist en een redelijke kiezer die op plausibele gronden een keuze maakt voor Trump in plaats van één of andere voor de hand liggende gevestigde kandidaat. Of dat de keuze voor de anti-establishment Vijf Sterren-beweging in Italië een beter resultaat oplevert dan te stemmen op een gevestigde reguliere partij.

In vrijwel alle gevallen kan je op nauwgezette wijze een actueel politiek fenomeen beschrijven in plaats van domweg de dooddoener ‘populistisch’ te gebruiken als de persoonlijke mening, partij of stroming niet in jouw straatje van pas komt. Het vereist wel nadenken, of de moeite nemen om met de mensen te gaan praten.

   Trump

En praten met de mensen is wat ik heb gedaan. Ik begreep daaruit dat je de aanhangers van Trump over het algemeen geen slachtoffers of zielenpoten (deplorables – red.) kunt noemen. Ze voelen zich niet gemanipuleerd door het ‘populisme’ en zien zichzelf niet als ‘populist’. Trump is in hun ogen een ongeleid projectiel, narcistisch en grillig. De wijze waarop hij als buitenstaander van de gevestigde politiek de zaken niet anders voorstelt dan ze zijn, wordt door zijn kiezers op prijs gesteld. Ze beschouwen hem als een ideaal persoon om het vastgelopen politieke systeem te ontregelen, iets wat Trump elke dag waar maakt.

Jan-Werner Müller, professor politicologie aan de universiteit van Princeton, schreef in The Guardian: ‘Het profiel van aanhangers van populisme doet er uiteraard toe, maar het is te makkelijk om alles wat zij denken en zeggen simpelweg uit te leggen als wrok van een groep kleingeestige mensen, en het fenomeen te beschouwen als een dwaas Trumpenproletariaat, inclusief zijn Europese equivalenten.’

Voor mij is hier het sleutelwoord ‘neerbuigend’ op zijn plaats. De liberale minachting voor het populisme is ongebreideld. Ik denk ook dat de aanhangers van populisme, waar Müller het over heeft, preciezer moeten kunnen worden omschreven. In naam van de vrijheid en democratie moet de betekenisloze term populisme, die alles en iedereen wat afwijkt van het algemeen gemiddelde monddood probeert te maken, dan ook worden afgeschaft.

Roger Cohen is columnist voor The New York Times, oorspronkelijk gepubliceerd op 13-07-2018.

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties