Direct naar artikelinhoud
Opinie

Als we geen burn-out -papa´s, -tantes,- ooms of -buren meer willen, moeten we dringend stoppen met onze focus op welvaart

tired

Riet Ory is adjunct Algemeen Directeur van vrouwenbeweging Femma. 

In heel wat huizen in mijn buurt ging het licht uit. Buren met burn-out: ik kan ze nauwelijks op één hand tellen. Ze zijn jong, hebben kleine kinderen, zijn creatief, geëngageerd, .... Het licht ging uit en het herstel is er eentje van langzaamaan terug een weg zoeken.

Dat raakt me. Omdat mijn buren vol in het leven willen staan, maar zich nu leeg voelen. Omdat burn-out dichtbij komt. Soms vraag ik me af, doodmoe en 'leeg' gecombineerd: "Gaat het mij ook overkomen?". Omdat mijn 'buurtziekenboeg' spijtig genoeg een afspiegeling is van de samenleving. De recente cijfers van Securex liegen er niet om. In een jaar tijd is het aantal jonge dertigers dat langdurig ziek is, met een vijfde gestegen. Stressklachten, met burn-outs en depressies tot gevolg, zijn de boosdoener (bron: Securex). Burn-out is geen individueel probleem, maar een symptoom van onze maatschappij.

Minister De Block wil burn-out erkennen als beroepsziekte omdat 'ze op die manier preventiecampagnes kan opzetten en begeleiding voorzien om mensen terug aan het werk te krijgen.'

Is dat niet dweilen met de kraan open? Ik maak me boos omdat ons systeem mijn lieve buren ziek maakt, maar dat we niets structureel doen om het te verbeteren. We beschouwen burn-out toch niet als collateral damage!

Bye bye welvaartsfetisjisme

Toen Femma de idee van de 30-urige werkweek introduceerde als één van de pistes voor een meer ontspannen samenleving, werd het meteen vakkundig neergesabeld. "Van de pot gerukt!, want onbetaalbaar." Het zou de neergang betekenen van onze concurrentiepositie of welvaart. Maar onderzoeken of de 30-urige werkweek al dan niet een goede investering is, vraagt meer dan volgend eenvoudig rekenoefeningetje: van 38u naar 30u = 21 procent stijging van de loonkost en dus onhaalbaar.

Burn-out is geen individueel probleem, maar een symptoom van onze maatschappij

Goede beleidsmakers maken andere berekeningen en overwegingen:

- Wat is de werkelijk kost (in termen van welvaart én welzijn) van het huidige systeem: burn-out, ongelijkheid, vroegtijdige uitstroom van de arbeidsmarkt, te grote ecologische voetafdruk,...?

- Welke zijn mogelijke positieve effecten van een collectieve arbeidsduurvermindering: herverdeling van arbeid, minder burn-out, meer gendergelijkheid, meer ruimte voor mantelzorgers en vrijwilligerswerk, ecologische voordelen, ...?

Met dit uitstapje naar de 30-urige werkweek wil ik niet zeggen dat arbeidsduurvermindering een wondermiddel is tegen burn-out. De oorzaken zijn meervoudig en complex. Wat ik wel wil aangeven is dat we op zoek moeten naar andere maatstaven om beleidsmaatregelen te evalueren en om te onderzoeken hoe goed of slecht het met onze samenleving gesteld is. Het bbp is lang niet toereikend.

Er bestaan al andere meetinstrumenten.

- Zo ontwikkelde Nederlandse zorgeconome Thera van Osch de BOA-quote: een indicator die de verhouding tussen het volume van betaalde en onbetaalde arbeid (zorg en huishouden) weergeeft. Femma berekende dat slechts 41,2 procent van het arbeidsvolume in ons land betaald is. Die onbetaalde arbeid van vitaal belang voor de economie en de samenleving als geheel. Wat zouden we doen zonder vrijwilligers, mantelzorgers, oppassende grootouders, ...

Hoe gaat het écht met je buren, je stad of je land? Dat weet je niet door te kijken welke auto er voor de deur staat of door enkel te focussen op wat we met zijn allen produceren

- Daarnaast heb je onder andere de Better Life Index (BLI) van de OESO of het Bruto Nationaal Geluk (BNG) in Bhutan, waarbij men beleidsmaatregelen aan het welzijn van mensen toetst.

Hoe gaat het écht met je buren, je stad of je land? Dat weet je niet door te kijken welke auto er voor de deur staat of door enkel te focussen op wat we met zijn allen produceren. Als we geen burn-out -papa´s, -tantes,- ooms of -buren meer willen, dan maken we best een eind aan de alleenheerschappij van de welvaart en denken en meten we ook in welzijn.