Direct naar artikelinhoud
Wanneer verliest het zwarte goud zijn glans?
AnalyseOlie

Wanneer verliest het zwarte goud zijn glans?

Beeld Han Hoogerbrugge

Dat de toekomst ongewis is, weten oliebedrijven als geen ander. Leiden kelderende olieprijzen binnen twintig jaar tot financiële malaise? Of verdient bijvoorbeeld Shell nog honderd jaar goed geld met olie? 

Wat moet je als oliebedrijf in een wereld die langzaam maar zeker afstapt van fossiele brandstoffen? Dan moet je nieuwe manieren verzinnen om geld te verdienen. Zoals Gerald Schotman, directeur van de NAM, eerder zei tegen de Volkskrant: ‘Olivetti kan ook niet alleen typemachines blijven maken.’

Alleen is de vraag wanneer aardolie gelijkstaat aan typemachines, floppydisks en faxapparaten. Bij gebrek aan een glazen bol proberen het bedrijfsleven en wetenschappers toekomstscenario’s te schetsen met hulp van de computer. Wat die toont, verschilt nogal. Dreigt voor de fossiele industrie een knappende koolstofbubbel? Of is olie nog honderd jaar big business?

Scenario 1: Ten onder aan de koolstofbubbel

Zelfs als overheden geen nieuw klimaatbeleid doorvoeren, blijven landen die veel in fossiel investeren massaal zitten met waardeloze olie- en gasvelden. Deze zogeheten stranded assets, gestrande bezittingen, hebben grote economische consequenties. Die mogelijke toekomst beschrijft een internationaal onderzoeksteam in gerenommeerd vakblad Nature Climate Change.

De onderzoekers, onder meer van de Universiteit van Cambridge en de Radboud Universiteit in Nijmegen, trekken de huidige ontwikkelingen op gebied van duurzame technologie door naar de toekomst. Denk bijvoorbeeld aan de snelheid waarmee het aantal elektrische auto’s, warmtepompen en windmolens toeneemt. Zetten de huidige trends zich voort, dan neemt de vraag naar fossiel af en dalen de prijzen, vooral die van olie, berekenen zij.

In dit scenario krijgen met name de VS en Canada een financiële knauw. Het is flink duurder om in eigen land fossiele brandstoffen, veelal schalieolie en -gas, op te pompen dan in het Midden-Oosten. En dus blijven ze ermee zitten. Hun complete fossiele industrie kan volgens de onderzoekers stilvallen. Dat raakt andere sectoren weer, zoals de bouw en het transport, waardoor de landen fors geld en banen verliezen. Europese landen en China, die momenteel vooral olie importeren, profiteren economisch gezien juist van de energietransitie.

Er zou zelfs een ‘koolstofbubbel’ op de loer liggen. Wereldwijd wordt in dit scenario tot 2035 1 tot 4 biljoen dollar minder verdiend aan fossiele energie dan het gezaghebbende Internationaal Energieagentschap momenteel verwacht. Een som geld die te vergelijken is met het aantal verdampte dollars tijdens de afgelopen financiële crisis.

Een serieus te nemen scenario, gebaseerd op een ‘solide model’, vindt Detlef van Vuuren, die als hoogleraar milieuverandering aan de Universiteit Utrecht zelf menig modelstudie uitvoerde. Het wordt nog veel waarschijnlijker wanneer landen de tweegradendoelstelling van Parijs nastreven. Dat denkt ook Jean-Francois Mercure van de Radboud Universiteit, een van de auteurs van de studie. ‘Overheidsbeleid kan technologische ontwikkelingen nog versnellen.’

Bovenstaand toekomstbeeld is geen op zichzelf staande gril van een obscuur computerprogramma. Al in 2015 waarschuwde Mark Carney, gouverneur van de Bank of England, dat ‘Parijs’ ervoor kan zorgen dat olie- en gasreserves in korte tijd waarde verliezen zodat de fossiele industrie minder verdient dan verwacht. Investeerders kunnen in paniek raken en ziedaar: een financiële crisis. Het nieuwe scenario suggereert dat dit zelfs kan gebeuren zonder ambitieus klimaatbeleid.

Volgens Mercure onderschatten bedrijven als Shell de snelheid waarmee de wereld verduurzaamt. Investeren in olie kan weleens risicovoller zijn dan vaak aangenomen.

Scenario 2: Nog een eeuw big business

Shell is zelf een ervaren scenarioschetser: als een van de eerste richtte het bedrijf in de jaren zeventig een eigen scenarioteam op, momenteel bestaand uit een man of dertig. Zij stippelen verschillende toekomstpaden uit, om grip te krijgen op mogelijkheden en risico’s voor Shell. Dalende olieprijzen en gestrande bezittingen staan daarbij op de radar.

Kleine kans dat de toekomst voor oliebezitters zo grimmig is als de studie in Nature Climate Change schetst, denkt Wim Thomas, hoofd energieadviseur van Shell en prominent lid van het scenarioteam. Daarvoor is er simpelweg nog te lang te veel olie nodig. Zelfs in het meest ambitieuze Shell-scenario op gebied van klimaat, het Sky-scenario, waarin de wereld netto geen CO2 meer uitstoot in 2070, is nog zeker tot 2100 een belangrijke rol weggelegd voor olie.

Kijk maar naar de verwachtingen over de wereldwijde olievraag van zowel het Internationaal Energieagentschap als van Shell zelf, zegt Thomas. Vergelijk dat met de olievoorraden waarin bedrijven investeren of die al zijn aangeboord. Daar zit een flink gat tussen en dat loopt tegen 2040 op tot tussen de 30- en bijna 60 miljoen vaten per dag. Dat gat moet worden opgevuld met investeringen in nieuwe olievelden. De komende vijftien, twintig jaar verwacht Shell dat de wereld minstens net zo veel olie nodig heeft als nu. Thomas: ‘Als die olie niet wordt geleverd, draait de economie niet meer.

‘Er is een soort stickyness in de vraag. Mensen kopen niet morgen ineens massaal een elektrische auto. Zelfs als ze het geld hadden, worden die auto’s niet zo snel gemaakt.’ Dat olie in het Sky-scenario ook op de lange termijn nodig blijft, komt doordat sectoren als de luchtvaart en de zware industrie moeilijk op duurzame varianten kunnen overschakelen.

Om de wereldwijde broeikasgasuitstoot desondanks terug te brengen naar nul, rekent het scenario op grootschalige CO2-afvang en -opslag na verbranding van fossiele brandstoffen en biomassa. Dat voor elkaar krijgen wordt nog een hele uitdaging, volgens Thomas. ‘Maar zonder haalt de wereld de klimaatdoelstellingen niet. In Sky moet het vervangen van fossiele brandstoffen door elektriciteit een factor drie versnellen ten opzichte van nu, dat is al zó optimistisch.’

Ook in het scenario van Mercure en de zijnen verdwijnt olie niet in een paar decennia. De kernvraag is wat de afnemende vraag doet met de olieprijs en wat daar de economische consequenties van zijn.

Natuurlijk kan de prijs inzakken, zegt Wim Thomas. Maar daarop kunnen volgens hem allerlei tegenkrachten de kop opsteken. Landen kunnen bijvoorbeeld belastingen verlagen om hun fossiele industrie op de been te houden, zodat de winstmarge voor bedrijven zelfs bij lage prijzen goed blijft.

Niet dat Shell ervan uitgaat dat het zwarte goud zonder meer blijft glanzen. De olieprijs stortte al eens in. Dankzij gigantische olieoverschotten begon in 2014 een spectaculaire prijsdaling die bijna drie jaar zou duren. Ook Shell werd hard geraakt. De jaaromzet halveerde bijna, de winst duikelde met 80 procent omlaag. Vele duizenden medewerkers verloren hun baan.

De prijsval veranderde veel aan de bedrijfsvoering, vertelt Thomas. Zo investeert Shell nu eerst alleen in de makkelijkst winbare olie in een veld. Pas als die op is, vraagt het bedrijf zich af of het rendabel is te investeren in de moeilijker winbare olie. ‘Zo zijn we flexibeler en lopen we minder risico.’

Bovendien verbreedt het bedrijf zijn portfolio, om kansen te spreiden. Zo steekt het gemiddeld 1 tot 2 miljard dollar per jaar in ‘nieuwe energieën’, waaronder windmolenparken en laadpalen voor elektrische auto’s. Een relatief bescheiden bedrag ten opzichte van de 25- tot 30 miljard dollar die Shell jaarlijks in totaal investeert, maar Thomas verwacht dat de investeringen zullen stijgen als de markt zich meer richting duurzame energie beweegt. ‘Wij denken dat we veerkrachtig genoeg zijn om met de markt mee te kunnen.’

En de olie die door de transitie ongebruikt in de grond blijft? Ach, zegt Thomas. ‘Dan kun je ook zeggen dat ongebruikte stenen in steengroeves stranded assets uit het stenen tijdperk zijn.’

Olie

Jarenlang behoorde hij tot de toplaag van Shell. Maar Robert Kleiburg raakte teleurgesteld in het gebrek aan groene ambitie bij het bedrijf en vertrok. Hij vertelt hoe en waarom Shell verder moet verduurzamen.

Kan de olieprijs weer tot boven de honderd dollar per vat stijgen? Peter de Waard bespreekt de mogelijkheid.