De hel is de luidruchtige mens

10-08-2018 20:34

“Oh, we zijn wat vergeten”, zegt een man tegen zijn dochter, die zich zojuist heeft aangesloten in mijn kassarij. “Mama eet vandaag iets anders.” De rij draait zich om naar de man. “Mama wil vandaag geen vlees. Wat zullen we voor mama kopen?” Er komt geen antwoord. Ik schat zijn dochter een jaar of vier. 

Papa doet dochter een paar suggesties voor mama’s maaltijd. Dat zijn kind geen antwoorden geeft weerhoudt de vader niet van hardop doorvragen. Ik vraag me af waarom ik deelgenoot ben van de suggesties.

Het kind toont geen interesse, maar haar vader gaat op luide toon verder alsof zijn dochter ieder moment met een culinaire idee kan komen voor de vegetarische wensen van haar moeder.

Pratende ouders zijn ongetwijfeld goed voor de taalontwikkeling van een kind, maar met een intiemer overleg kan het volume aanzienlijk omlaag. Waarom moet het in de openbare ruimte zo hard?

Ergens in mijn straat woont een groep corps-studenten. In mijn eigen studententijd waren corps-studenten luidruchtiger dan de anderen. Vooral in groepen hadden ze vaak het hoogste woord en sommige cafe’s hielden hen om die reden buiten de deur.

Die reputatie wordt in mijn straat hoog gehouden met straatborrels, geluidsboxen in het raam en mededelingen voor hardhorenden. Niet zelden tot diep in de nacht.

Nu is geluidsoverlast een subjectieve ervaring. Waar de een zich groen en geel aan ergert, gaat aan de ander soms geruisloos voorbij. Maar verdraagzaamheid is meer dan een kalme inborst.

Zo heb ik makkelijker praten dan de buren die dichterbij het studentenhuis woonden en inmiddels zijn verhuisd. Een verstandige besluit, want geluidshinder is slecht voor onze gezondheid. Er zijn er zelfs die er aan overlijden.

Waaróm zijn mensen zo luidruchtig en waarom zijn het er zoveel?

Er ging een lampje branden toen ik een steiger passeerde die werd opgebouwd. Terwijl de mannen de buizen met verbindingstukken aan elkaar vast maakten, hadden zij hardop overleg. De afstand tot elkaar was hooguit een paar meter, maar de steigerbouwers hielden met hun volume de hele straat op de hoogte van het overleg. En dat ging niet alleen over de opbouw van de steiger.

Geluid vult een ruimte niet alleen, het neemt er bezit van. In een concertzaal kunnen duizenden mensen aanwezig zijn, maar als er vijf op het podium muziek maken is de zaal van hun.

Zo claimen de steigerbouwers de ruimte waarin ze werken door op harde toon met elkaar te overleggen. Bewoners en passanten vallen stil en de plek wórdt van hun.

De steigerbouwers van Nederland hebben geen vaste plaats in een bedrijf of op kantoor. Zij moeten bij iedere gevel opnieuw hun plek veroveren. Lawaai maken helpt daarbij.

U denkt misschien dat de luidruchtige medemens geen rekening houdt met anderen. Ik denk dat hij dat juist wel doet. De luidruchtigen worden pas echt opgewonden als er anderen in de buurt zijn.

Zo was ik ongevraagd getuige van de keuzestress van een vrouw van middelbare leeftijd in een – tot dan toe – vrij rustige strandtent. De menukaart was haar niet duidelijk genoeg en zij ondervroeg het personeel achter de bar vriendelijk – maar zeer nadrukkelijk – naar allerlei details. Dat duurde velen niet alleen te lang, de vragen waren vooral te persoonlijk om iedereen die ze horen moest te kunnen boeien.

Toen ze uiteindelijk de bar verlaten had, begon de vrouw op luide toon een monoloog met een hond. “Hallo lieverd, wat sta je mij aan te kijken? Heb je het ook zo warm?”

Nog harder dan bij een kind van vier is de garantie bij een hond dat het wezen geen antwoord geeft. Het ging de vrouw natuurlijk ook niet om de antwoorden, maar om de aandacht. Van de hond ja, maar vooral van iedereen die haar kon verstaan.

En dat geldt ook voor ouders die in de supermarkt hardop de boodschappen overleggen met hun kroost. Het geldt voor studenten die de straat als verlengstuk zien van de vereniging waar zij hun mannetje moeten staan. En het geldt voor steigerbouwers die de boodschap afgeven: deze plek is nu van ons.

Geachte luidruchtigen, u bent waarschijnlijk te druk met uw eigen bestaan om het op te merken. Maar uw persoonlijke besognes, boodschappen en de conversaties met uw kinderen gaan anderen echt niet aan. Dring het ons dan ook niet op. Gun de openbare ruimte een versie van uzelf die minder hard staat.

Deze column werd eerder gepubliceerd op RTLZ.nl.