DE WERELD NU

Een zwakke ruggengraat als signaal van intellectueel imbecilisme

intellectueel imbecilisme

Schelden is zelden functioneel. De term intellectueel imbecilisme beschouw ik dan ook niet als schelden, maar als een manier om een steeds vaker voorkomend fenomeen van een label te voorzien.

Om maar met de deur in huis te vallen: intellectueel imbecilisme is niet zozeer een sterkere vorm van cultureel marxisme – hoe omstreden je die term ook vinden kunt – maar er een direct gevolg van. Waar de verspreiding van cultureel marxisme nog aan debat onderhevig is, is die van intellectueel imbecilisme eenvoudig vast te stellen: het is een gevolg van groepsgedrag waarin onvoldoende toegeruste individuen non-discriminatoir zijn opgenomen en een emotionele mangeling hebben ervaren.

Intellectueel imbecilisme plant zich voort in goedwillende mensen met een beperkt begrip van sociale processen, maar met een groot rechtvaardigheidsgevoel. Zonder de middelen goed te doorgronden wat precies het punt in een debat is, hebben de lijders aan intellectueel imbecilisme de overweldigende aandrang er desalniettemin een positieve deelname aan te leveren. Het verschil met cognitieve dissonantie, waarvoor het niet zelden wordt aangezien, is dat het deze mensen ten enenmale onmogelijk is hun dwaling ooit nog in te zien – zo blij zijn ze de perceptie van hun eigen positivisme vorm te kunnen geven. Het is geen fout; het is een kwestie van definitief onvermogen dat niet met onderwijs of therapie verholpen kan worden. Ongelukkig genoeg zijn ook een zekere intelligentie en zeer beslist een uitgesproken beperking daarvan in het spel.

Iets botter geformuleerd: het zijn mensen die statistisch tot de hoger opgeleiden behoren, maar ondanks hun opleiding daarvoor feitelijk het vereiste intellectuele vermogen alsmede de bijbehorende flexibiliteit missen. Ik geef hier twee voorbeelden die deze week voorbij kwamen:

1. Na de inauguratie van Trump besloot een groepje (wanhopige?) leraren geschiedenis aan een Amerikaanse high school dat de strijd voor Social Justice in het curriculum van hun lessen moest worden ingebed. Aldus werd via een discussie binnen een emailgroepje besloten.

This informal pact was made in an exchange of emails among history teachers at Newton North High School, part of a very rich but academically mediocre public school district with an annual budget of $200 million, a median home price of almost half a million, and a median household income of more than $120,000. Read the entire email exchange here.

Dat kwam uit dankzij het er mee verbonden antisemitisme, en toen was de boot aan:

..obtained the emails under a Massachusetts public records law after one of those teachers arranged, earlier this year, for an anti-Semitic and anti-Israel organization to show Palestinian propaganda films at Newton North. This stunt earned the Newton Public Schools district a rebuke from the New England branch of the Anti-Defamation League and from Boston’s Jewish Community Relations Council. But, as the teachers’ emails reveal, Jew-hatred is not the only specter haunting the history department at Newton North.

Daarop stuurde een van de ‘ringleaders het volgende mailtje naar zijn schoolbestuur:

(..) Bedar demanded that the school allow him to propagandize against it, and to do so without any professional consequences: “I have an obligation to teach civic duty and teach kids right and wrong, and about social justice. . . . This will probably be an unpopular opinion, but I don’t actually think we should have the option of not discussing [social justice] issues. I feel responsible for doing so. . . . We can help kids interpret the lessons of the past better than anybody. I feel like a phony when I’m not doing that. . . . But..this is hard. I don’t want to get fired for being a liberal propagandist” (emphasis added).

U ziet waar dit heen gaat. Deze man poogde zijn schoolleiding onder druk te zetten hem zijn gang te laten gaan. NB. Bedar heeft een masters pedagogie van een prestigieuze universiteit, maar tevens last van intellectuele tekortkomingen die hem ongeschikt maken voor het leraarschap, zo concludeert ook de journalist die dit geval besprak in The federalist (een gerenommeerde conservatieve site)

Unfortunately, Bedar does not seem to be very good at the actual basics of teaching history, much less at interpreting the lessons of the past, shortcomings for which he compensates by being a reasonably good propagandist.

2. Voorbeeld twee komt uit de Britse Daily Telegraph van gisteren:

Male, pale and stale university professors are to be given “reverse mentors” to teach them about unconscious bias, under a new Government funded scheme.
Under the project, white males in senior academic posts will be assigned a junior female colleague from an ethnic minority as a mentor.
Prof John Rowe, who is overseeing the project at Birmingham University, said he hopes the scheme will allow eminent professors to confront their own biases and leave them “feeling quite uncomfortable”.

Dit werd tijdens de revolutieperiode van de jaren zestig ook wel anders genoemd, namelijk heropvoeding. Zodat de neiging dit te benoemen als cultureel marxisme bijna onweerstaanbaar zal zijn. Want wat is dit anders dan een bestorming van universiteiten door de Rode gardisten van de Chinese communistische jeugd, die zwaaiend met het Rode Boekje van Mao de wereld in waarachtig communistische zin kwamen veranderen? Het enige verschil is dat hier niet met Rode Boekjes wordt gezwaaid, maar dat het onweerlegbare gelijk wordt ontleend aan een andere kleur huid, en in dit geval ook nog het vrouwelijke geslacht.. Het is een gelijk dat nergens anders aan wordt ontleend dan aan in essentie verschillende uiterlijke kenmerken – hetgeen niet alleen ten diepste racistisch is, maar ook nog eens anti-intellectueel.

“What is understood about unconscious bias is that we have all got it, but the more you learn about it and become conscious of it, the more you can act,” he told The Daily Telegraph.

Opnieuw is het adagium dat je er ‘gevoel’ voor moet krijgen.

“While it is well known and obvious that women and minority groups suffer setbacks to their career progression no one really understands why.
“It’s not as if there is any overt prejudice – it is something to do with the way the system is or the way it has evolved and we needed to find out why.”
The mentor scheme is one element of a broader project aimed at challenging bias, funded by the Engineering and Physical Sciences Research Council’s (EPSRC).

Dit project wordt dan ook niet per ongeluk geleid door iemand die uit de aard van zijn achtergrond incompetent is:

Prof Rowe, who is director of research at Birmingham University’s College of Engineering and Physical Science, said he hopes to interrogate the “underlying causes” that lead to the underrepresentation of female and ethnic minority academics at the top of academia.
“We are mindful that previous attempts at addressing such imbalances have not been successful, so we are investigating new ways of understanding how to support progression of our female and ethnic minority colleagues,” he said.
“Questions such as ‘Is there a bias when the gender of the academic is known?’, ‘Is it the result of the group dynamic of a panel of assessors?’ and ‘Are women encouraged to work in particular research areas, perhaps those outside of STEM subjects?’ will also be addressed.”

De richting die dit nemen gaat is onmiskenbaar, en moet dan ook met kracht worden bestreden. Deze nieuwe mentoren zullen als dit verder gaat vanzelf de bevoegdhied naar zich toe harken te kunnen beslissen wie al dan niet geschikt zijn om in de toekomst lessen te verzorgen, mede gebaseerd op het assesment door deze mentoren van iemands aanpassingsvermogen aan de nieuwe gouden regels. Dit is een angstwekkende ontwikkeling, waar weinig goeds van komen kan.

intellectueel imbecilisme

3 reacties

  1. LT schreef:

    Bedankt hiervoor.Dat zette me aan aan tot nadenken.

    Intellectueel imbecilisme als hierboven genoemd zie ik als een een relatieve ontwikkelingsachterstand. Velen vanuit generatie ’68 lijken hieraan te leiden. Het cognitieve tekort is in dit geval vooral een kwestie van nurture en minder van nature. Laat ik dit toelichten:

    Het ging bij generatie ’68 om een topdown gestuurde cultuur met een in wezen star regime en eigen safespaces. De peers van deze generatie waren indertijd nog jong en ze zaten in de de conventionele fase van hun ontwikkeling (vlgs de stadiumtheorie van psycholoog L. Kohlberg). Die fase laat zich goed kenmerken als een goedwillende rigiditeit “met een beperkt begrip van sociale processen, maar met een groot rechtvaardigheidsgevoel.” Centraal staat in deze fase het leren toepassen van de regels van de cultuur/samenleving en het voldoen aan de bijbehorende verwachtingen. Pas aan het einde van deze fase wordt het allemaal wat losser, meer flexibel en minder rigide en na de nodige ervaring in de maatschappij, het gros is dan inmiddels een jaar of 30-40, komen velen (lang niet iedereen) in de postconventionele fase van hun ontwikkeling.

    Bij het ouder worden van generatie “68 is hun safespace ver in de maatschappij/instituties blijven groeien; weg met de verstikkende jaren 50 sprak velen aan. Deze safeplace groei bood afscherming. Hierdoor werd het mogelijk veilig en onveranderd te blijven hangen in de conventionele fase. Dat leidt tot verdieping van het rigide denken. Zien ze dat op hogere leeftijd? Waarom de eigen goedwillende rigiditeit “met een beperkt begrip van sociale processen, maar met een groot rechtvaardigheidsgevoel” zien, zolang de gegroeide safespace nog steeds veiligheid, afscherming alsmede de gewenste status biedt?

    Zaken als mensenrechten, vrijheid, gelijkheid en broederschap, voortkomend uit de verlichting, zijn de pijlers van de ideologie van generatie ’68. Immanuel Kant stelde in zijn pamflet “Wat is Verlichting?” dat de verlichting gaat over het opheffen van de onmondigheid en dat deze onmondigheid geen gebrek is aan verstand, maar aan moed en het blind blijven vasthouden aan overgeleverde waarden. (De zwakke ruggegraat van de titel hierboven is kennelijk Kant ook niet ontgaan) Ik zie dat als het voorbij moeten gaan aan de conventionele fase, om tot verlichting te komen. In de middeleeuwen kwam vrijwel niemand zover, want het volk werd in deze donkere periode onmondig en blind gehouden. De maatschappij was toen een grote en goed afgeschermde safespace tbv het met stevige hand heersende paradigma.

    Wat Immanuel Kant m.i. als verlichting ziet is het voorbij gaan aan de safespace met de slavenmoraal en tegelijk slaaf en meester worden. Want we blijven als ‘slaaf’ gehoorzaam aan de afspraken die gelden voor een efficient functionerende samenleving. Maar we worden tegelijk meester met een meestermoraal die zich geen slavenmoraal laat voorschrijven. Dat is en geeft (verdere) ruggegraat en gebeurt in de postconventionele fase, waarin zelfgegeneerde visies de buiten zichzelf gevonden visies van bepaalde sociale groepen of authoriteiten gaan overtreffen. Dit vraagt om het nemen van verschillende perspectieven en cognitieve flexibiliteit. Intellectueel imbecilisme gaat hier de mist in en de persoon is hiervoor blind, omdat de slavenmoraal de meestermoraal belemmert en van het wezen de verlichting m.i. weinig tot niets wordt begrepen.

    Al met al zie ik een generatie ’68 met volgers die zich bedienen van een gezicht dat verlichtingsidealen predikt, maar in wezen handelt en levert conform het onverlichte paradigma’s uit donkere tijden. Nu met toervoeging van heropvoeding; een praktijk van het communisme. Dat is inderdaad “een angstwekkende ontwikkeling, waar weinig goeds van komen kan.”

  2. LT schreef:

    Laatste alinea, 2e zin moet zijn: (…) conform onverlichte (…)

  3. Hannibal schreef:

    @LT
    Interessante invalshoek. Ik ga er nog wat verder en dieper over nadenken.