5.01 uur - Weurt
Al bij het betreden van de Milan blijkt dat de waterstand veel lager is dan normaal gesproken in augustus. Schipper Ronald Verlaan heeft met zijn gezin overnacht bij Sluis Weurt en om op zijn schip te komen moeten we vanaf de kade via een trap 8 meter naar beneden klauteren. "Normaal gesproken staat het water hier veel hoger. De lage waterstand heeft ook als gevolg dat we minder containers mee kunnen nemen. Tussen de bodem van de Waal en het schip zit nu 1,90 meter, terwijl dat normaal gesproken 3,5 meter is. Daarbij komt dat de Waal een soort heuvelachtige bodem heeft", zegt Verlaan terwijl hij met zijn handen golvende bewegingen maakt. "Het water staat hier dus 1,60 meter lager."
5.14 uur - Weurt
Heel voorzichtig komt er beweging in de Milan, vernoemd naar de zoon van Verlaan en zijn vrouw. Verlaan, die inmiddels in de stuurhut heeft plaatsgenomen, vraagt aan de scheepsverkeersleiding of hij de Waal op kan draaien. Die geeft aan dat een duwbak eerst nog wil passeren, waarop Verlaan het schip laat afremmen. Even later draait hij zijn 105 meter lange schip de Waal op om koers te zetten naar Rotterdam. De lading bestaat uit containers. "We hebben 800 ton diepvriesfriet bij ons. Die zijn afkomstig van Aviko in Steenderen", zegt Verlaan als hij door de vrachtbrieven bladert. "Ze worden uiteindelijk naar Australië vervoerd. Daarnaast zit er bevroren varkensvlees in de containers. Dat is bestemd voor landen als China, Japan en Zuid-Korea."
5.39 uur - Beuningen
Als Verlaan de duwbak wil passeren die hij even daarvoor heeft voor laten gaan, pakt hij een verrekijker. Hij tuurt naar de Tacitusbrug die de A50 de Waal laat oversteken. "Normaal gesproken kunnen we met vier schepen tegelijk passeren, maar nu is dat lastiger", legt hij uit. "Er is minder water beschikbaar dus moeten we rustiger varen. We moeten nu ook beter met elkaar communiceren."
De 43-jarige schipper pakt zijn marifoon en vraagt aan de schipper van de duwbak of hij mag passeren en die geeft akkoord. "Als het lukt", zegt Verlaan lachend. Hij slaagt erin zijn containerschip voorbij de duwbak te manoeuvreren en kan daardoor op een hoger tempo zijn reis vervolgen.
5.54 uur - Deest
"Kijk, ik vaar te hard", zegt Verlaan als hij zijn schip kort na het onderdoor varen van de Tacitusbrug wat laat afremmen en naar achteren kijkt. "Door het hoge tempo nam ik veel water mee. Daardoor zag ik op de dieptemeter dat er nog maar 60 centimeter tussen het schip en de bodem van de rivier zat. Ik wil hier natuurlijk niet vast komen te liggen. We zullen er genoegen mee moeten nemen dat we wat langzamer moeten varen."
Wanneer het even later lichter begint te worden is de lage waterstand in de Waal goed zichtbaar. De kribben die normaal gesproken in het water liggen steken nu boven het water uit. Ook de strandjes zijn veel breder dan normaal. Het kleurverschil op het land duidt op waar het water normaal gesproken staat. "Dat scheelt zeker een paar meter", zegt Verlaan.
Als Verlaan weer naar het water kijkt wijst hij op een duwbak die stroomopwaarts vaart. In het laadruim van het schip zijn wat hopen kolen waar te nemen, maar volgeladen is het schip zeker niet. "Kan ook niet want in Duitsland staat het water nog lager", vertelt Verlaan. "Normaal gesproken kunnen die schepen 10.000 ton kolen en erts vervoeren, nu is dat slechts 5.000 ton of misschien nog wel minder."
Voor schippers zorgt de lagere waterstand voor minder omzet, want ze kunnen minder tegelijk vervoeren en minder snel varen. "Maar aan de andere kant zorgt dat ook weer voor extra vraag, omdat er meer schepen nodig zijn om alle goederen te vervoeren", concludeert Verlaan. Zelf ondervindt hij in financieel opzicht geen voor- of nadeel van de lage waterstand. "Ik vaar sinds drie maanden met een vast contract en krijg een vast bedrag per dag. Alleen als deze situatie lang zo blijft ga ik de financiële gevolgen merken."
De strandjes langs de Waal zijn veel breder dan normaal.
6.57 uur - Tiel
Bij Tiel vaart de Milan de Prins Bernardsluizen bij Tiel voorbij. Door de tot het Amsterdam-Rijnkanaal toegang gevende sluizen hoeft het schip niet te varen, want het blijft stroomafwaarts op de Waal varen. De sluizen zijn open, waar Rijkswaterstaat ze zondag had laten sluiten. Daardoor moesten schepen die vanaf de Waal het Amsterdam-Rijnkanaal op wilden uren omvaren.
Rijkswaterstaat had de sluizen gesloten omdat het meer water vanuit de Waal via het Amsterdam-Rijnkanaal naar de Lek voerde, om verzilting tegen te gaan. De maatregel zou tot heftige stroming kunnen leiden, wat gevaarlijk kon zijn voor schepen. Maar na metingen bleek dat wel mee te vallen en daarom stelde Rijkswaterstaat de sluizen zondagavond weer open voor de scheepvaart.
Op zijn reis van Nijmegen naar Rotterdam hoeft Verlaan geen sluizen te passeren, maar dinsdag ondervond hij wel hinder van het beperkte schutten van verschillende sluizen in Nederland. Bij dat schutten gaat veel water verloren en daarom hebben meerdere waterschappen besloten dat er pas geschut wordt als een sluis vol is. Tijdens zijn route van Roermond naar Nijmegen kwam Verlaan op de Maas voor een volle sluis te liggen. Hij moest uiteindelijk anderhalf uur wachten voor de sluis opnieuw vol was en hij zijn route kon vervolgen.
De binnenvaart krijgt in veel gevallen geen voorrang op de pleziervaart, iets wat Verlaan niet begrijpt. "Mensen die op een jacht varen zijn op vakantie en hebben vaak alle tijd. Wij zijn aan het werk en moeten onze afspraken nakomen. Als ik een uur te laat bij een containerterminal aankom en zeg dat dat komt doordat de sluis vol lag met jachtjes, dan heeft zo'n terminal daar geen boodschap aan, terwijl ik er niks aan kan doen."
De Prins Bernardsluizen bij Tiel zijn weer open voor de scheepvaart.
8.08 uur - Zaltbommel
"Vanaf hier is de waterstand op de Waal wat hoger en zijn de grootste problemen voor de scheepvaart voorbij", zegt Verlaan. "Het water staat nog steeds wel wat te laag, maar in ieder geval 0,5 tot 1 meter hoger dan verder stroomopwaarts op de rivier."
De hogere waterstand is inderdaad te zien. De Waal lijkt breder en het water staat dichter op de dijken. Ook kan de Milan wat sneller varen doordat er meer water tussen het schip en de bodem van de Waal zit. Als het schip even later bij Dordrecht op de Beneden Merwede vaart, is het verschil tussen het schip en de bodem van de rivier 4 meter.
11.49 uur - Krimpen aan den IJssel
Ondertussen heeft de Milan vier containers gelost in Alblasserdam en nadert het schip de eindbestemming voor woensdag. De Van Brienenoordbrug doemt op, met daarachter de skyline van Rotterdam. Voordat het schip Rotterdam binnenvaart, passeert het de Hollandsche IJssel. Te zien is het niet, maar de rivier – of eigenlijk het zoute zeewater – zorgt voor steeds groter wordende problemen in Zuid-Holland.
Normaal gesproken is de afvoer van rivierwater via de Hollandsche IJssel zo groot dat zout zeewater dat via de Nieuwe Waterweg en de Nieuwe Maas de Hollandsche IJssel binnenstroomt als het ware wordt tegengehouden door het zoete rivierwater. Maar door de aanhoudende droogte en de daardoor dalende waterafvoer kan het zoute zeewater ongestoord de Hollandsche IJssel instromen.
Dat zorgt voor problemen in met name de tuinbouw. Verzilt water is slecht voor de bloemen en planten en als het zoutere water over het land wordt gesproeid ontstaan er nog grotere problemen, doordat dat zout amper uit de grond te krijgen is. Daarom wordt zoet water via het Amsterdam-Rijnkanaal Zuid-Holland ingepompt en wordt er geen water meer vanuit de Hollandsche IJssel de polder ingelaten. Dat moet verzilting voorkomen.
12.15 uur - Rotterdam
Vlak voor de Willemsbrug meert de Milan aan. De eindbestemming is nog niet helemaal bereikt, dat is de Tweede Maasvlakte, maar op het laatste deel van de reis zijn de gevolgen van de droogte amper meer te merken. Die gevolgen merken schippers vooral op het eerste deel van de grote rivieren binnen Nederland. Verlaan schetst het financiële verlies voor schippers tot slot nog in een globale formule. "Elke centimeter die we minder diep in het water kunnen liggen kunnen we 10 ton minder meenemen."
Vlak voor de Willemsbrug in Rotterdam meert de Milan aan.