Belgische en Nederlandse Syriëstrijders getuigen: “Niet bang om te sterven. We gaan door tot het einde”

Vijf jaar geleden verruilden de drie Westerse Syriëstrijders hun thuisland voor Syrië om er te strijden tegen het Syrische regeringsleger, dat momenteel een groot defensief aan het voorbereiden zou zijn om Idlib terug onder controle te krijgen. “Alle ogen zijn nu gericht op Idlib. Er is een beetje paniek, een beetje chaos. De strijders zijn bezig met voorzorgsmaatregelen te treffen en zetten momenteel defensielijnen”, zegt de Vlaamse Syriëstrijder Abu Abdul Raham. 

Idlib is zowat de laatste grote regio in Syrië die in handen is van de rebellen. Volgens de Vlaming zal er een ander scenario plaatsvinden dan in Ghoura of Daraa. “Waar gaan al die miljoenen mensen naartoe? Er zijn zo veel immigranten, tienduizend ongeveer of iets meer, waar gaan zij dan naartoe? Ze zullen tot het uiterste strijden", besluit hij.

“We bereiden ons mentaal en fysiek voor op een aanval in Idlib. Mentaal doen we dat door Allah vergeving te vragen, te bidden en ons volledig te richten op ons geloof. Fysiek bereiden we ons voor door goede verdedigingen neer te zetten, zodat we alle barbaarse aanvallen van dit regime kunnen tegenhouden”, gaat Abu al-Zubair uit Nederland verder. "Als het regime dichter bij Idlib komt, dan overwegen verschillende broeders om hun gezinnen naar het grensgebied met Turkije te brengen."

“We zijn nu in een fase waarin we onszelf, onze kinderen en vrouwen moeten beschermen”, getuigt ook de andere Nederlandse strijder Abu Mohammed.

De drie mannen beweren dat ze geen lid zijn van IS of Jabhat al-Nusra, de Syrische tak van Al-Qaida waarvan IS in grote vijandschap is afgescheurd. “We gaan naar grotere groepen en zeggen dat we met tien, twintig of dertig broeders onafhankelijk werken. We willen ons militair aansluiten bij elke job die aanwezig is. Dus telkens als het regime een aanval doet, staan we paraat om de verschillende groepen te helpen. Of het nu in Idlib, Latakiya, Hama of Aleppo is", zegt de Vlaming. HTC (Hay'at Tahrir al-Sham) is volgens de strijder een van die groepen. 

De Vlaming hoopt dat andere groeperingen hen zullen blijven beschermen "met alles wat ze hebben". "Er zijn genoeg trouwe broeders die ervoor zullen zorgen dat we niet in handen van het buitenland terechtkomen", klinkt het.

Volgens jihadexperte Jenan Moussa proberen veel buitenlandse strijders in Idlib, de plek waar veel verslagen rebellen verblijven, tot een overeenkomst met de Syrische regering te komen zodat ze terug naar Europa kunnen keren. Maar deze drie strijders denken allesbehalve aan opgeven. Naar verluidt zijn ze "niet bang om te sterven". 

"Ik ben hier omdat ik hier moet zijn”, zegt Abu Mohammed. “Ik laat het lot aan Allah over. Als er iets dreigt te gebeuren, moet ik de bevolking beschermen. Dat wordt van mij verwacht. Als ik sterf, dan heb ik mijn deel gedaan.”

De drie mannen beschouwen de term 'terrorist' vooral als een geuzennaam. “We helpen het Syrische volk en houden de onderdrukkers tegen. Als dit voor jullie de definitie is van een terrorist, dan zijn we terroristen”, zegt de Vlaamse strijder.

In het interview vertelt de Nederlander Abu Al-Zubair dat hij "veel respect heeft voor Al-Qaida". “Ze hebben de taak opgenomen om zowel de moslimbevolking als de Syrische bevolking te beschermen tegen welk gevaar dan ook, zoals buitenlandse inlichtingendiensten of andere groepen die werken voor een buitenlandse agenda."

"Weten niet wie het is"
Terreurexpert Pieter Van Ostaeyen, die een databank beheert met de namen van Syriëstrijders, kan de Belg niet identificeren. "We weten totaal niet wie dat is", zegt hij. "De laatste veronderstelling is dat hij een kunya (bijnaam, red.) heeft verzonnen om anoniem te blijven. Ofwel is het een grote onbekende, ofwel is het iemand met een andere naam." 

Van Ostaeyen vond in zijn databank wel één mogelijke kandidaat, maar die zou in 2016 zijn overleden. "Ze zijn ook in Nederland aan het zoeken. Ik heb al enkele berichten uitgewisseld met een Nederlandse analist. Ook daar zijn er twee mogelijkheden, maar ook die zijn overleden."

Of de drie echt gestorven zijn, is niet 100 procent zeker aangezien het nieuws van zo'n overlijden vooral berust op speculaties. Ook is het heel moeilijk om te zeggen hoeveel Belgen er nog in Syrië verblijven, aangezien het moelijk te achterhalen is hoeveel IS-strijders er nog leven en hoeveel Belgen binnen Jabhat Fateh al-Sham (het vroegere al-Nusrafront; nvdr) gesneuveld zijn.