Direct naar artikelinhoud
Analysehandhaving

Handhavers gaan ongewapend door de ‘wetteloze jungle’ van Amsterdam. Is dat verantwoord?

Moeten handhavers voor hun eigen veiligheid worden bewapend? De boa's zelf vinden van wel. De vraag ligt politiek gevoelig. 

Handhavers Job (links) en Vadym tijdens hun ronde op de Bloemenmarkt in Amsterdam.Beeld raymond rutting / de volkskrant

Na een voetbalwedstrijd werd ze door hooligans belaagd en moest de Mobiele Eenheid haar ontzetten. Op Koningsdag kreeg ze bijna een mes in haar keel. Collega’s braken hun vingers en een arm. Een ‘grote bek’ maakt ze dagelijks mee.

De 22-jarige Jody is buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) en houdt toezicht op de openbare orde in het uitgaanscentrum van de hoofdstad. Ze vertelde deze week tijdens een nachtdienst aan de Volkskrant aan welke gevaren ze zoal wordt blootgesteld. Het roept de vraag op waarom Jody en haar collega-toezichthouders geen wapenstok en pepperspray krijgen, zoals ze graag willen. Want hartje Amsterdam verandert ’s nachts, volgens ombudsman Arre Zuurmond, in een ‘wetteloze jungle waar crimineel geld leidend is’. Daar heerst volgens hem agressie en geweld, daar loopt volgens hem te weinig politie rond en hebben boa’s niet genoeg bevoegdheden om te kunnen ingrijpen. Het was reden voor de nieuwe burgemeester, Femke Halsema, om te pleiten voor meer boa’s en agenten in de stad.

Waarom geen wapenstok?

Waarom krijgt Jody geen wapenstok en pepperspray? Is het verantwoord om beperkt getrainde, soms erg jonge boa’s ’s nachts Zuurmonds ‘jungle’ vol agressieve dronkaards en cokesnuivers in te sturen?

Ja, stelt de gemeente. ‘Alle handhavers die worden ingezet zijn opgeleid en getraind.’ Die training bestaat, naast omgaan met agressie en geweld, sinds afgelopen mei ook uit morele, mentale en fysieke weerbaarheid. Verder dragen de handhavers een steekwerend vest, handboeien, een extra felle zaklamp en een portofoon.

De Amsterdamse driehoek – burgemeester, politiechef en hoofdofficier – vindt het onwenselijk om handhavers zoals Jody extra geweldsmiddelen toe te kennen. Een woordvoerder: ‘Als de situatie dusdanig wordt dat andere geweldsmiddelen nodig zijn, dan moet de politie erbij zijn.’

Capaciteitsgebrek

Maar dat is nu net het probleem: de politie kampt met een capaciteitsgebrek. Feitelijk moeten boa’s het gat vullen dat met de nationalisering van de politie is ontstaan in buurten en wijken, schreef voorzitter Pieter van Vollenhoven dit voorjaar in een discussienota van de Stichting Maatschappij en Veiligheid. Ook hij constateert, net als ombudsman Zuurmond, dat gemeentelijk handhavers niet voldoende zijn toegerust op hun taak: het handhaven van de openbare veiligheid.

‘Boa’s moeten geen tweede politie zijn’, stelt een woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het geweldsmonopolie ligt immers bij de politie, benadrukt hij. Het ministerie heeft de bevoegdheid om gemeentelijk handhavers een wapenstok en pepperspray te geven, maar verleent die toestemming ‘slechts indien de noodzaak hiertoe door de aanvrager is aangetoond’. De gemeente Amsterdam onderzoekt nu de noodzaak ervan.

Roep om bewapening steeds luider

Ondertussen klinkt de roep om bewapening met stok en spray steeds luider. ‘Je kunt erop wachten dat ze deze mensen vroeger of later gaan bewapenen’, zegt politiewetenschapper Cyrille Fijnaut, verwijzend naar de Franse Police Municipale, de stadswachten die werden bewapend nadat een van hen werd doodgeschoten. Fijnaut noemt dat een ‘escalatie die je niet moet willen’. Hij vindt dat Nederland überhaupt nooit voor een stelsel van gemeentelijk toezichthouders had moeten kiezen: ‘In 1945 zei de Nederlandse overheid dat ze nooit meer een verdeeld politiebestel wil, gezien de conflicten tussen de vijf politiediensten die voor de oorlog speelden. Nu, met die groeiende groep gemeentelijk handhavers – in totaal telt Nederland 25 duizend boa’s – zijn we dat voornemen kennelijk vergeten.’

Politie en handhavers werken niet met, maar apart van elkaar, stelt Van Vollenhoven in zijn discussiestuk. Ze delen geen kennis en geen acties. De politie valt onder het ministerie van Justitie, boa’s zijn een ‘zoethoudertje’ voor burgemeesters die bij de totstandkoming van de Nationale Politie deels het beheer over hun agenten kwijtraakten, stelt Fijnaut. Om het capaciteitstekort onder agenten terug te dringen, stelt Van Vollenhoven onder meer voor dat boa’s als surveillanten bij de politie worden gevoegd.

De politie voelt daar weinig voor, niet in de laatste plaats omdat ze net de grootste publieke reorganisatie uit de Nederlandse geschiedenis probeert te voltooien. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ziet niets in Van Vollenhovens voorstel, uit angst dat burgemeesters daarmee alsnog elke sturing op de inzet van toezichthouders verliezen. Want ‘wie betaalt, bepaalt’, zegt burgemeester Peter Oskam van Capelle aan den IJssel, die het woord over het boa-dossier voert.

Politiek gevoelig

Over de ‘toekomst’ van boa’s – lees: bewapenen of niet? – is het ministerie van Justitie inmiddels in overleg met de VNG, politie en het Openbaar Ministerie. Voor het eind van het jaar wil minister Grapperhaus hierover ‘meer duidelijkheid scheppen’. Het onderwerp ligt uitermate gevoelig: politie, OM en het ministerie zelf willen niet op de discussie vooruitlopen. De Volkskrant was verzocht tijdens Jody’s nachtdienst niet te vragen naar haar mening over bewapening, omdat het politiek gevoelig ligt.

‘Je kunt het boa-stelsel niet meer terugdraaien’, zegt politiewetenschapper Fijnaut. ‘Dat vergt een complete heroverweging van de manier waarop de politie in dit land is ingericht. Maar zo’n 51 duizend uitvoerend politieagenten en dan ook nog eens 25 duizend boa’s in Nederland – waar ben je dan mee bezig?’