Direct naar artikelinhoud
InterviewsSyrië

Syriërs over hun wens om terug te keren naar Syrië: ‘Het leven in Nederland heeft geen ziel’

Nu de oorlog in sommige gebieden is geluwd, durven Syriërs te denken aan hun terugkeer. Stilletjes, want het is taboe om hier openlijk over te spreken. 

en
Syrische vluchtelingen in de Libanese grensstad Arsal bereiden zich voor op hun terugkeer.Beeld Mohamed Azakir / Reuters

‘Ik begrijp mijn gevoelens zelf niet’, zegt Ahmad (30), terwijl hij een sigaret opsteekt. Hij is nerveus, zijn ogen schieten heen en weer. ‘Het was mijn droom om naar Nederland te komen. Vanuit Syrië volgde ik het Nederlandse voetbalteam op de voet. Als ik iets in het oranje in een winkel zag, dan kocht ik het. In mijn kamer hing de Nederlandse vlag. Ik was dol op het land.’

In zijn jeugd fantaseerde hij over een vakantie in Nederland, maar het was de oorlog die hem uiteindelijk hier bracht. De molens en rijtjeshuizen die hij op YouTube-filmpjes had gezien, waren opeens tastbaar. Hij pakte zijn studie psychologie op, maakte kennis met Nederlandse klasgenoten en kreeg na verblijf in verschillende azc’s een huis in Nijmegen toegewezen. Toch is hij niet gelukkig en denkt hij erover terug te gaan naar zijn voormalige woonplaats Damascus. Hij mist Syrië meer dan hij zich ooit had kunnen voorstellen. ‘Je voelt de waarde van iets pas als je het verliest’, zegt hij. 

Nu het in steeds meer gebieden rustig is, groeit de groep vluchtelingen die naar huis terugkeert. Volgens de Verenigde Naties hebben alleen al in de eerste helft van dit jaar 750 duizend Syriërs vanuit kampen in eigen land de oversteek naar huis gemaakt. Enkele honderden Syriërs deden de afgelopen weken hetzelfde vanuit Libanon. Het Rode Kruis heeft donderdag een gironummer geopend voor Syriërs die een nieuw bestaan willen opbouwen in hun geboorteland.  

Terugkeer vanuit Nederland blijft vooralsnog beperkt. Bij het ministerie van Justitie zijn tien gevallen bekend van Syriërs die dit jaar zijn teruggekeerd. Vorig jaar waren het er twintig. Door terug te keren verliezen ze het recht op een verblijfsvergunning.

Smokkelaars

Het werkelijke aantal terugkeerders ligt waarschijnlijk vele malen hoger. Syriërs kunnen na betaling van aanzienlijke bedragen aan smokkelaars vrij eenvoudig de grens met Turkije of Libanon oversteken.

Door illegaal terug te keren, behouden Syriërs hun verblijfsvergunning en omzeilen ze het toestemmingsformulier dat via de Syrische autoriteiten moet worden opgevraagd voor hervestiging. Syriërs die in het systeem van de veiligheidsdienst zijn genoteerd als sympathisant van de oppositie kunnen hiernaar fluiten. 

Hoewel terugkeren naar het thuisland voor veel Syriërs lastig en risicovol is, verlangen ze hier vurig naar. Openlijk hierover praten is lastig. Syriërs zijn bang dat dit gevolgen heeft voor hun asielprocedure. Ze willen bovendien niet ondankbaar overkomen.   

De vier Syriërs die de Volkskrant sprak over hun terugkeerwens, willen daarom anoniem blijven. Hun namen zijn gefingeerd. Onder geen beding willen ze op de foto, zelfs niet met de garantie dat ze onherkenbaar in beeld worden gebracht. Het wantrouwen is groot. ‘Dat krijg je als je in een dictatuur bent opgegroeid’, verklaart de 29-jarige Gori Hadad.

Militaire dienstplicht

De westers uitziende vrouw komt uit een dorp in het regeringsgezinde Hama, een stad in het heartland van Syrië. ‘Een hoofddoek heb ik nooit gedragen. Mijn ouders hadden er geen problemen mee dat ik op mezelf woonde. Ik studeerde bedrijfskunde en werkte op een geldwisselkantoor. In mijn vrije tijd deed ik aan toneel. Elke dag trok ik op met mijn vrienden. Ik was gelukkig.’

Toen haar broer werd gedwongen zijn militaire dienstplicht te vervullen, vluchtte het gezin naar Libanon. Ze moesten van weinig geld zien rond te komen, er was geen toekomstperspectief. Reden voor de jonge Gori om naar Europa te vluchten. Op advies van kennissen ging ze naar Nederland. Haar verwachtingen waren hooggespannen: hier zou ze nieuwe vrienden maken, haar studie oppakken en zich aansluiten bij een toneelgezelschap. 

Maar dit perspectief veranderde toen ze in een asielzoekerscentrum terecht kwam. ‘Ik keek naar het bed waarin ik moest slapen, het eten dat ik zou krijgen en de zeep die ik zou gebruiken. Het voelde als een gevangenis. Ik brak van binnen. Voor het eerst dacht ik erover zelfmoord te plegen.’

Inmiddels heeft Gori een woning toegewezen gekregen, maar ze blijft somber. Het lukt niet om vriendschap te sluiten met Nederlanders, toneel blijkt een te dure hobby en door alle eisen die worden gesteld is het lastig om haar studie op te pakken. ‘Zodra de oorlog stopt, ga ik terug.’

Damascus

Scepsis
Volgens het SCP wil één op de vijf Syriërs terugkeren als de oorlog voorbij is. Meer dan de helft wil helemaal niet terug, bleek uit het in juni gepubliceerde onderzoek, waaraan 3.200 Syriërs deelnamen. Een kwart twijfelt nog.

De vier geïnterviewden zijn sceptisch over de uitkomsten. De meeste Syriërs in hun kennissenkring willen juist zo snel mogelijk terug. Ze vermoeden dat de vraag naar terugkeer een sociaal wenselijk antwoord uitlokt. Toegeven aan het verlangen naar hun thuisland staat gelijk aan een mislukte integratie.  

Voor de 29-jarige Omar, een gespierde man met een stevige baard, is het een uitgemaakte zaak: zodra het regime valt, pakt hij het vliegtuig terug naar zijn dorp in de provincie Hama, waar het regeringsleger de dienst uitmaakt. ‘Het huis van mijn familie staat nog overeind, maar verder is alles anders. Het leven is duur geworden, met een maandsalaris kun je slechts een paar dagen vooruit. Ook de mensen zijn veranderd door de oorlog. Toch wil ik terug. Ik hoop dat Nederland daarbij helpt.’ 

Strenge voorwaarden

De Nederlandse overheid bepaalt uiteindelijk of een land voor migrantengroepen veilig genoeg is om terug te keren. Als dit het geval is, worden in samenspraak met de Internationale Organisatie voor Migratie en hulporganisaties als de UNHCR en het Rode Kruis zogeheten repatriëringsprogramma’s opgezet. Migranten keren in konvooien terug naar het land van herkomst.

De voorwaarden zijn streng. ‘Het geweld moet voorbij zijn’, zegt een woordvoerder van de UNHCR. ‘Kinderen moeten naar school kunnen, basisvoorzieningen als water en voedsel moeten aanwezig zijn, er moet een werkend rechtssysteem zijn en respect voor mensenrechten. Ook moeten de autoriteiten de veiligheid van terugkeerders garanderen.’ Omdat Syrië aan geen van deze voorwaarden voldoet, organiseert de Nederlandse overheid op dit moment geen uitreisprogramma’s. 

‘Maar als mensen vrijwillig terugkeren naar hun land van herkomst, dan kan Nederland dit niet tegenhouden’, zegt een woordvoerder van het ministerie van Justitie. Er wordt in dat geval een gesprek ingepland met de Dienst Terugkeer en Vertrek, onderdeel van het ministerie. Via de IND wordt vervolgens een vliegticket van Teheran naar Damascus geboekt. De overheid kan de kosten vergoeden.

Door terug te keren, nemen Syriërs een grote gok. Degenen die in het oog lopen van de veiligheidsdienst, riskeren een gevangenisstraf. Mannen tussen de 18 en 42 jaar moeten er bovendien rekening mee houden dat ze na terugkeer aan het front moeten dienen. In sommige regio’s van het land wordt nog hevig gevochten.    

Een Syrisch stel drinkt koffie in hun verwoeste huis in Douma.Beeld AFP

Vechten
‘Als ik terug ga naar Syrië, zal ik meteen worden opgeroepen om te vechten’, zegt de Koerdische Rewi (28) uit de oostelijke provincie Al Hasakah. ‘Mijn ouders vragen mij daarom om in Nederland te blijven.’

Rewi, een rustige jongen met zachte stem, is een van de vele jonge mannen die naar Europa vluchtte om de dienstplicht te ontlopen. Europa, dat was het paradijs. ‘Iedereen in Syrië dacht altijd dat alles in Europa zo is geregeld dat je meteen een goed leven hebt. Ik was een van hen.’ Eenmaal in Nederland kwam het besef dat hij helemaal opnieuw moest beginnen. ‘Dat kwam als een schok.’

Hij werkte hard om een diploma als maatschappelijk werker en juridisch werker te behalen en meldde zich als vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk, waar hij Nederlanders ontmoette. Op papier had hij het goed voor elkaar, maar gevoelsmatig stortte zijn wereld in. ‘Ik heb altijd stress, mijn familie is ver weg en ik vind het moeilijk om een nieuw bestaan op te bouwen. Mijn gevoelens kan ik niet delen met Nederlandse vrienden. Ze hebben medelijden met me, maar begrijpen mijn pijn en verdriet niet.’

Familie

Voetballiefhebber Ahmad, die voor zijn vertrek in de hoofdstad Damascus woonde, kan zich wel verplaatsen in het verhaal van Rewi. ‘Het leven hier heeft geen ziel’, zegt de man die ooit een Nederlandse vlag op zijn kamer had hangen. ‘Ik denk met liefde terug aan Damascus. Aan het leven daar, de straten en de mensen met wie ik om 3 uur ’s nachts thee dronk voor hun huis.’

Omar mist vooral zijn familie. ‘Ik heb ze jaren niet gezien. Als mijn moeder en vader sterven, wil ik daarbij zijn. En als ik hier sterf, wil ik in Syrië worden begraven. Dan zijn er tenminste nog mensen die mijn graf bezoeken.’