Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

De serieuze jager schiet geen katten, de killer wel

“Als je ze weer terugzet, houden ze dan op met jagen?” – vraagt de jager. Hij heeft het over verwilderde huiskatten, maar hij beschrijft onwillekeurig ook zichzelf. Jagers willen jagen, en uit een artikel in NRC blijkt dat voor sommigen van hen de jacht niet alleen een sport is die hen met de natuur verenigt, maar ook tegemoet komt aan hun lust tot neerschieten. En juist die jagers worden door de provincies Friesland en Utrecht geaccommodeerd. Ook Groningen en Zeeland overwegen toestemming voor het bejagen van verwilderde katten in het buitengebied, in de veronderstelling dat deze een plaag zijn.

Zijn verwilderde katten werkelijk zo schadelijk? Ze doen wat roofdieren doen, ze pakken muizen en mollen en ze pakken vogels. Die vogels pakken trouwens weer wurmen en torren en muggen. Boeren zijn voor weidevogels een grotere plaag. Er worden veel minder nesten weggemaaid, maar de intensieve landbouw brengt milieuschade toe waar geen weidevogel van terug heeft.

Niet de boer maar de huiskat, al dan niet verwilderd, heeft een slechte naam. In de middeleeuwen was een zwarte kat een vermomde duivel. Dezer dagen wordt het dier verdacht gemaakt als een vogelmoordenaar met onbedaarlijke hoeveelheden slachtoffers. De rubriek ‘NRC checkt’ oordeelde: „Het is onwaar dat Nederlandse katten jaarlijks 100 miljoen vogels vangen. Deze schatting is ruim te hoog, op basis van onderzoek naar het jachtgedrag van katten die dag en nacht cameraatjes droegen”.

Ook de omvang van de verwilderde-kattenplaag lijkt overdreven. In de complete provincie Utrecht werden van begin 2015 tot eind juni 2018 in het buitengebied 316 doodgeschoten katten geregistreerd. 316 gedode dieren is veel in termen van dierenleed. Maar in zo’n gebied is 316 verwilderde katten in drie jaar weinig, voor een plaag .

Niettemin worden er onder het mom van natuurbehoud verwilderde huiskatten doodgeschoten. Nu kan een schuwe kat op pad heel best een gechipt exemplaar zijn dat thuis is op een boerderij of bij een gezin in een huis met een open achtertuin. Zoiets kan de jager onmogelijk zien, dus hoe weet hij of hij niet een overtreding begaat? Wie jaagt heeft een jachtakte en wordt verondersteld kennis van wild te hebben. En kennis van de kat? De jager die in NRC aan het woord kwam, zei ook korte metten te hebben gemaakt met een nest kittens, want: „De moeder van die kittens moet elke dag vreten voor die jongen brengen, dus die rooft het hele bos leeg”. Katten zijn zoogdieren, een kat gaat niet op jacht voor haar jongen. Deze jager weet niks van katten. Maar hij wil wel op ze schieten.

De jacht is een kwestie van kennis van de natuur, speuren naar sporen, geduld opbrengen. De serieuze jager schiet geen katten. Alleen een niet serieus te nemen jager schiet op de kat die voor zijn loop komt, omdat hij dat mag. Enkele provincies nemen dit voor hun rekening, de andere zien meer in een humane aanpak. Daarbij worden verwilderde katten gevangen en gecastreerd of gesteriliseerd. Daarna worden ze vrij gelaten en zijn ze een rem op verdere aanwas.

De andere kant van het verschijnsel verwilderde kat zijn eigenaars die zich ontdoen van hun huisdier omdat ze er geen zin meer in hebben. De goudvis gaat door de wc, honden en katten worden ver weg losgelaten en zoeken het maar uit. Deze mensen zijn even wreed als de afknaljager. Nergens voor nodig. Je hóeft geen huisdier te nemen. Je hóeft er geen een te doden.

In het Commentaar geeft NRC zijn mening over belangrijke nieuwsfeiten. De commentatoren schrijven deze artikelen in samenspraak met de hoofdredactie.