Direct naar artikelinhoud
ReportageWeekenscholen

Naar Arabische les in het weekend. Staan weekendscholen de integratie van Syrische kinderen in de weg?

Op tientallen weekendscholen in het hele land krijgen kinderen van Syrische statushouders les over de Arabische taal, de Syrische cultuur en soms de islam. Want, zo redeneren de ouders, misschien moeten zij straks wel terug naar Syrië. Maar is het bevorderlijk voor hun integratie in Nederland?

en
Vluchtelingenkinderen krijgen Arabische les op een weekendschool in Rotterdam.Beeld Marcel van den Bergh

‘Mijn zus springt als een kikker’, zegt een van de kinderen aarzelend. Op het bord heeft docent Lana in het Arabisch een aantal woorden gestift: springen - huis - mijn zus - kikker. De leerlingen van 6 tot 8 jaar moeten zinnen formuleren met die woorden. In het Arabisch verandert de woordvolgorde en begin je zinnen met het werkwoord, zegt de docent. Dus: ‘Springt mijn zus als een kikker.’

Massa, een levendig Syrisch meisje met lange donkere krullen, staat op van haar stoel. ‘Ik heb geen idee, ik snap dit niet’, zegt ze. Dan, wijzend op een accent dat op een van de Arabische letters is aangebracht: ‘Waarvoor is dat teken?’

Het is een verdubbelingsteken, legt de lerares uit, dat maakt dat je de letter anders uitspreekt. Massa houdt eigenwijs vol: ‘Dat is toch niet nodig?’

Het is zaterdagochtend in een wijkgebouw in Rotterdam en waar andere kinderen nu misschien over een voetbalveld rennen of in het zwembad liggen, concentreren tientallen Syrische kinderen zich hier op de finesses van het Arabisch schrift.

Onzekere toekomst

Tarek Aldayeh (39), voorzitter van de stichting Pioniers die dit weekendonderwijs organiseert, vertelt dat hij voor zijn dochters op zoek was naar een Arabische school. ‘Net als alle Syriërs hebben wij een verblijfsvergunning voor vijf jaar. Wat er daarna gebeurt, weet ik niet. Als ik mijn kinderen geen extra onderwijs geef, leren ze nooit Arabisch lezen of schrijven. Hoe moet het in Syrië op school, als de IND over een paar jaar zegt dat wij terug moeten?’

Het is een onzekerheid waar vele Syrische ouders mee kampen, zegt Aldayeh. De Nederlandse overheid heeft al ingecalculeerd dat de meeste Syriërs die afgelopen jaren aankwamen – 44 duizend, vanaf 2014 tot half 2016 – vermoedelijk hier blijven. Maar voor de vluchtelingen zelf is dat absoluut geen uitgemaakte zaak.

In zijn zoektocht naar Arabisch onderwijs stuitte Aldayeh op een Marokkaanse koranschool in Rotterdam. ‘Ik ben daar gaan kijken, maar de kinderen spraken vooral Nederlands. En het Arabisch van Marokkanen, tja, dat is voor ons toch niet het echte Arabisch. Ik had laatst een Arabische tekst die waarschijnlijk was geschreven met de Marokkaanse spreektaal in het achterhoofd. De Nederlandse vertaling was voor Syriërs nog makkelijker te begrijpen, zo groot is dat verschil.’

Eigen initatief

Dus begon hij zelf een jaar geleden de school Arrouad (‘de pioniers’), waar klassiek Arabisch wordt gedoceerd. Inmiddels krijgen 55 kinderen – op twee na allemaal Syrisch – hier elk weekend drie uur les van vrijwilligers.

Dit gebeurt niet alleen in Rotterdam. Uit een inventarisatie van de Volkskrant blijkt dat Syrische statushouders door het hele land tientallen weekendscholen hebben opgericht waar kinderen worden onderwezen in de Arabische taal, de Syrische cultuur en soms ook de islam.

Een grote aanbieder is de vereniging Aurora Levant in Etten-Leur, die met vrijwilligers in zestien gemeenten Arabische les geeft aan vijfhonderd kinderen tussen de 5 en 15 jaar. ‘Door de oorlog zijn veel families uit elkaar getrokken’, zegt voorzitter Ahmad Al Hariri. ‘De helft van de familie zit bijvoorbeeld in Zweden en de helft in Nederland, dat is een probleem. Onze kinderen hebben snel Nederlands geleerd, maar ze kunnen hun neefjes en nichtjes daar straks niet goed verstaan als ze hun Arabisch niet onderhouden.’

Integratie bevorderen

Op een zonnige zaterdagmiddag staat er in wijkcentrum De Gong in Etten-Leur een omvangrijk Syrisch buffet uitgestald – rijst met amandelen en kip, salades, baklava. De vereniging heeft buurtbewoners uitgenodigd kennis te maken met de Syrische cultuur. Een stuk of tien Nederlanders zijn daadwerkelijk verschenen, maar door taalproblemen verlopen de gesprekjes met hun Syrische dorpsgenoten haperend.

Aurora Levant wil juist de integratie in Nederland bevorderen, zegt de voorzitter. Helpt het dan om kinderen afzonderlijk in hun eigen culturele groep les te geven? Ja, denkt Al Hariri. ‘We proberen hun over beide culturen te leren zodat er geen misverstanden zijn. Sommige vluchtelingen kijken naar Nederland als een onethische samenleving, maar dat is vaak onwetendheid. Onze missie is het uitleggen van de verschillen en kinderen te leren die verschillen te respecteren. We willen niet volledig versmelten met de nieuwe samenleving, maar ook geen volledige afzondering.’

Trees Pels van het Verwey-Jonker Instituut, die onderzoek deed naar onder meer koranonderwijs in Amsterdam, zegt dat in de huidige polariserende samenleving migranten zich sneller terug zullen trekken in de eigen groep. ‘Want als je graag wil integreren, maar een deel van de samenleving staat vijandig tegenover jouw achtergrond, dan ben je kwetsbaar. Dan kan het een gezonde menselijke neiging zijn om veiligheid te zoeken in eigen kring.’

Dat ouders uit migrantengroepen eigen informeel onderwijs inrichten, is volgens Pels ‘tamelijk vanzelfsprekend’. Dat gaat om taalonderwijs, zodat kinderen met hun familie kunnen blijven communiceren, maar soms ook om het doorgeven van waarden en normen. ‘Bij kinderen van migranten zie je dat zij zich bewegen in verschillende leefwerelden – de Nederlandse en de leefwereld van hun ouders. De leefwereld van moslimouders is vaak sterk religieus. De Nederlandse maatschappij wordt door hen nogal eens ervaren als heel informeel, met losse zeden, een te grote seksuele vrijheid’, zegt Pels. Dan gaan ouders volgens de onderzoeker soms op zoek naar islamitisch onderwijs. ‘Vaak zijn ze onzeker over hun eigen kennis op religieus gebied.’

Een meisje bestudeert Arabische tekst op een whuit.Beeld Marcel van den Bergh

De rol van religie

De Shamonaschool in Hoogezand bijvoorbeeld geeft naast Arabisch en wiskunde ook koranles aan de 21 kinderen die daar ’s zaterdags komen, zegt directeur Hazem Al Araaj. ‘Daar is vraag naar bij Syrische ouders.’ Kinderen lezen verhalen uit de koran en krijgen les in bidden en in religieuze ethiek – hoe de islamitische waarden toe te passen in het dagelijks leven.

Sommige weekendscholen profileren zich juist nadrukkelijk als niet-religieus. ‘Ik denk dat wij daarin een van de weinige Arabische scholen zijn’, zegt Nour Fattouh van de Jasmijnschool in Sassenheim. Daar volgen 120 kinderen Arabische les. ‘Voornamelijk uit de Bollenstreek, maar er komen ook tien kinderen helemaal uit Den Haag. Die komen juist naar ons omdat de Arabische scholen daar erg religieus zijn, en dat willen hun ouders niet. Wij doceren Arabisch puur als taal, zoals je ergens anders Frans of Spaans leert.’

Andere scholen zijn wat ambigu over hun religieuze karakter. Voorzitter Al Hariri benadrukt keer op keer dat het onderwijs van de vereniging Aurora Levant niet islamitisch geïnspireerd is. ‘We zijn er voor iedereen.’ Hooguit wordt er in de leerboeken eens een koranvers aangehaald, zegt Al Hariri. ‘Maar dat dient slechts als middel om de boodschap over te brengen.’

Toch wijzen enkele Arabische teksten op de Facebook-pagina van Aurora Levant op een verdergaande religieuze insteek: een leerlinge wordt in het zonnetje gezet omdat ze tien soera’s uit de Koran heeft bestudeerd en in een vacature wordt gevraagd om een vrijwilliger met kennis ‘op het gebied van de Arabische taal en de Heilige Koran’.

Het zijn volgens Al Hariri misverstanden – het meisje had de soera’s elders geleerd en haar ouders hadden gevraagd of zij daarvoor tijdens de les kon worden beloond. Voor de vacature hoopte de vereniging dat er afgestudeerden ‘islamitisch recht’ zouden reageren, aldus Al Hariri. ‘Niet voor koranles, maar omdat mensen met die opleiding zeer veel kennis hebben van de Arabische taal.’

Dan zegt hij dat hij denkt dat de Nederlandse samenleving niet erg positief staat tegenover islamitisch onderwijs. ‘Ik beschouw mezelf als een gast in Nederland en dus respecteer ik dat. Ik ga vragen of de webbeheerder de Facebookpagina’s die verwijzen naar koranlessen aanpast.’

Trees Pels merkt in haar onderzoeken naar moskeeonderwijs vaak terughoudendheid bij scholen om openheid te geven. ‘Men weet ook wel dat alles wat met de islam te maken heeft, heel gevoelig ligt in Nederland.’

Uit haar onderzoek blijkt dat religieus onderwijs de integratie niet in de weg hoeft te staan – het is juist goed als kinderen ervaren dat alle kanten van hun identiteit ‘er mogen zijn’, zegt Pels. ‘Het hard doorsnijden van de banden met de cultuur van het land van herkomst kan de gezondheid en het welbevinden van kinderen op lange termijn aantasten.’

Negativiteit

Problemen ontstaan volgens de onderzoeker pas als er negativiteit is over en weer tussen de leefwerelden van kinderen. ‘De Nederlandse leraar die opmerkt: spreken jullie nou nog steeds Arabisch thuis? En de vrijwilliger in de moskee die de Nederlandse wereld zwart maakt. Dan komt een kind klem te zitten.’

Op de Arrouadschool in Rotterdam beperkt het religieuze tintje zich tot uitleg over islamitische tradities, zegt voorzitter Aldayeh, zoals de ramadan of de hadj, de pelgrimstocht naar Mekka. ‘Ouders vragen wel om koranles, maar we hebben maar drie uur les per week. Die hebben we hard nodig voor de Arabische taal.’

Per oktober moet de school het huidige gebouw verlaten, dus zoekt hij naar nieuwe lesruimte. ‘Ik kreeg een aanbod voor lokalen in een moskee’, zegt Aldayeh. ‘Dat heb ik niet gedaan. Misschien wil de moskee dan invloed uitoefenen op onze lessen. En de meeste leerlingen zijn moslim, maar er zijn ook enkele Syrische christenen bij en een niet-gelovig gezin. Die gaan voor hun Arabische les liever niet naar een moskee.’

Meer over initiatieven van Syrische statushouders: 

Syrische statushouders richten weekendscholen op zodat hun kinderen Arabisch kunnen leren
Syrische statushouders richten door het hele land informele weekendscholen op waar hun kinderen Arabisch leren en soms ook koranles volgen. Het gaat om tientallen locaties, meestal gerund door vrijwilligers.