Direct naar artikelinhoud

Uitspraken blijven minister Blok achtervolgen

Ministers die zich met uitspraken in de nesten werken zijn van alle tijden en vaak loopt het met een sisser af. Bij Stef Blok duurt het wel lang.

Minster Stef Blok voor wonen en Rijksdienst tijdens het vragenuur in de Tweede KamerBeeld anp

Nederland is anderhalve week verder en de uitgelekte uitspraken van minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) blijven stof doen opwaaien. Nadat eerder zestig BN'ers in een brief er al op hadden aangedrongen te stoppen met het 'inspelen op xenofobie en racistische angsten' zijn het nu linkse fractievoorzitters in de Amsterdamse gemeenteraad die vinden dat VVD'er Blok niet kan aanblijven als minister.

"Hij kan niet langer onze minister zijn, simpelweg omdat hij niet in onze samenleving gelooft," schrijven de fractieleiders van GroenLinks, PvdA, Denk en BIJ1. Bloks opvatting dat verschillende bevolkingsgroepen niet vreedzaam kunnen samenleven en dat voormalig kolonie Suriname een failed state is, zorgt in de hoofdstad voor de nodige deining.

Maar het duurt nog zes weken voordat het enige instituut dat daadwerkelijk over Bloks politieke lot beslist, de Tweede Kamer, terug is van reces. Een door PvdA-Kamerlid Lilianne Ploumen verzochte vervroegde terugkomst wordt tegengehouden door de regeringspartijen. Zij hopen stiekem dat de publicitaire storm, een handje geholpen door de hittegolf, de komende weken gaat liggen. Of Blok zich zorgen moet maken is nog maar de vraag.

Taboe-onderwerp
Ministers die zich verbaal vergalopperen zijn van alle tijden. De manier waarop Blok zich met zijn ongeloof in de multiculturele samenleving tegen het kabinetsbeleid lijkt te keren, doet denken aan Hilbrand Nawijn, in 2002 minister van Vreemdelingenzaken en Integratie. De LPF'er had zich in gesprek met journalisten laten ontvallen dat hij voor de doodstraf was.

Naderhand zei hij die uitspraken te betreuren en stelde hij deze niet als minister namens het eerste kabinet-Balkenende te hebben uitgesproken, maar als 'mens'. Nawijn kreeg in het debat alle hoeken van de Tweede Kamer te zien, maar een motie van wantrouwen bleef uit. Partijen wilden niet dat hij als lijsttrekker van de LPF als martelaar de verkiezingen in zou gaan.

Net als Nawijn sneed Blok een taboe aan, zegt Anne Bos, parlementair historicus verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. "Bij Blok gaat het om de multiculturele samenleving. Dat thema ligt heel gevoelig sinds Pim Fortuyn het in 2001 agendeerde."

De storm van verontwaardiging die Blok oproept, doet ook denken aan Onno Ruding, minister van Financiën in de kabinetten Lubbers I en II. De CDA'er stelde in oktober 1984 dat werklozen 'het liefst bij Tante Truus op de bank bleven zitten' en kreeg daarmee heel links Nederland over zich heen. Er is wel een verschil, zegt Bos. "Blok sprak losjes, uit het hoofd, terwijl Ruding zijn uitspraak heel bewust deed om harder beleid in te zetten."

Onbehouwen type
Bloks eigen VVD betitelt diens verbale uitglijder als 'lomp', maar vindt niet dat de minister zijn uitspraken moet terugnemen. Die reactie doet dan weer denken aan hoe de PvdA reageerde op een interview met PvdA'er Henk Vredeling, minister van Defensie van 1973 tot 1977, waarover Bos schrijft in haar boek Verloren Vertrouwen, over het aftreden van ministers en staatssecretarissen.

Onno Ruding, minister van Financiën in de kabinetten Lubbers I en IIBeeld anp
PvdA'er Henk Vredeling, minister van Defensie van 1973 tot 1977Beeld anp

"Vredeling was nogal een onbehouwen type," vertelt Bos. "In een interview met Vrij Nederland haalde hij flink uit naar Navo-chef Joseph Luns, die minister van Buitenlandse Zaken was geweest. Vredeling sprak over een 'benepen bekkie' en zei over Luns: "Hij praat naar dat hij verstand heeft en dat is niet veel." 

Vredeling kreeg daarna van premier Joop den Uyl een preek tijdens de ministerraad, maar mocht hoefde niet op te stappen. De PvdA deed het vergoelijkend af met de opmerking dat elk vogeltje nou eenmaal anders gebekt is en dat Vredeling bepaald geen nachtegaal was.

Dat uitgerekend Blok zo'n uitglijder maakt, heeft Bos verbaasd. "Kort geleden werd hij nog geroemd om zijn deskundigheid. Buitenlandse Zaken is geen gemakkelijke plek om je als niet-diplomaat te handhaven. Dat departement hangt van codes en ongeschreven regels aan elkaar."

Hij kan niet langer onze minister zijn, simpelweg omdat hij niet in onze samenleving gelooft