Een plek in de top vijf zou een verbetering zijn van het beste resultaat tot nu toe: de zesde plek bij de EK van 2014 in het Bulgaarse Sofia. Voor een individuele plak komen met name Epke Zonderland en Bart Deurloo in aanmerking.
De EK voor de mannen is van 9 tot en met 12 augustus in het Schotse Glasgow, waar de vrouwen een week eerder in actie komen. Eind oktober worden de wereldkampioenschappen gehouden in Doha. "Het is uniek dat de EK en WK zo dicht op elkaar volgen", aldus Van Bokhoven.
"We hebben daarom gekozen om richting de WK geen vol kwalificatietraject meer te draaien. In september kiezen we op basis van een teamtest het team dat bij de WK in staat moet zijn om een plek bij de beste 24 te behalen."
Een plaats bij de beste 24 landen, normaal gesproken geen probleem voor de Nederlandse turners, is een voorwaarde om als team mee te mogen doen aan de WK van het jaar erop in Stuttgart.
Daar zijn olympische tickets voor Tokio 2020 te verdienen. In Glasgow bestaat de ploeg verder uit Casimir Schmidt, Frank Rijken en Bram Verhofstad.
Vrouwen
De Nederlandse vrouwen hebben een iets bescheidenere doelstelling: een plaats bij de beste acht landen die in de landenfinale mogen turnen. "De ambitie is zelfs een plek bij de top zes. Er valt wat te halen, want sinds 2010 hebben we geen teamfinale meer behaald", zegt bondscoach Gerben Wiersma.
"Tijdens de EK en WK van dit jaar hopen we vooral in te kunnen schatten waar we staan. In 2019 draait het immers uiteindelijk om olympische kwalificatie."
Wiersma selecteerde Céline van Gerner, Vera van Pol, Eythora Thorsdottir, Tisha Volleman en Sanne Wevers. Hoewel Lieke Wevers wegens vermoeidheid ontbreekt, is Wiersma vol vertrouwen. "Dit is zonder enige twijfel het team dat in staat is om onze doelstelling te behalen."
Voor de WK hebben de turnsters op 6 oktober een kwalificatiemoment tijdens een interland tegen België en Roemenië.