Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

‘Alexander Pechtold, het volk is niet dom’

Was hij echt zo hard geweest over de ChristenUnie? Oud-D66-leider Jan Terlouw, in zijn tuin in Twello, kijkt ervan op.

Vorig voorjaar, midden in de kabinetsformatie, had hij in het tv-programma Buitenhof gezegd dat het „niks” werd als de ChristenUnie aan de onderhandelingstafel de plaats zou innemen van GroenLinks. Er waren „grote ideologische verschillen” tussen zijn partij en de ChristenUnie. In die dagen zeiden D66-leider Alexander Pechtold en Kajsa Ollongren, nog wethouder in Amsterdam, zo’n beetje hetzelfde: praten met de ChristenUnie had geen zin.

De weerzin bij D66 leek nogal diep te zitten.

Nee, zegt Jan Terlouw nu. Zo was het niet bedoeld. „De ideologische verschillen zíjn groot, maar mijn zorg was dat de linkervleugel in het kabinet te zwak zou worden.” Hij was nog gaan praten met voorzitter Ron Meyer van de SP: of die partij niet toch mee wilde doen aan Rutte III.

Over de ChristenUnie kan hij, negen maanden na het begin van het kabinet, niks dan goeds bedenken. Die partij snapt volgens hem wat er op het spel staat in de natuur. Als het de komende jaren niet opschiet met een ‘voltooidlevenwet’ is dat ook „niet zo erg”. „Daar moet je de tijd voor nemen, je moet elkaar leren accepteren en begrijpen.” En het bevalt hem zeer, zegt hij, hoe ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers omgaat met het kabinet. „Hij is niet krampachtig, hij begrijpt dat het de taak is van het parlement om het kabinet te controleren.”

Zorgen heeft Jan Terlouw nu vooral over zijn eigen partij. Hij vindt dat de Tweede Kamerfractie van D66 „angstig” doet over de krappe meerderheid van Rutte III. „Pechtold stelt zich wel heel erg op als de hoeder van het kabinet, het is zíjn kabinet.” Wat Terlouw helemaal onbegrijpelijk vindt: dat D66 het raadgevend referendum heeft laten verdwijnen. „En dat je dan niet eens wilt weten wat het volk daarvan vindt. Het volk ís niet dom.”

Natuurlijk is het makkelijk, zegt Terlouw ook, om in je tuinstoel in Twello kritisch te zijn. En: „Right or wrong, it’s my party.” Pechtold, zegt hij, heeft veel goeds gedaan voor D66. Die werd leider van een partij met drie zetels in de Tweede Kamer en kijk nu eens. „Hij heeft ook altijd goed oppositie gevoerd tegen Wilders en Baudet.”

Maar nu heeft Pechtold het moeilijk, denkt Terlouw. „Hij staat onder druk, hij heeft dat gezanik over die flat.” Die kreeg Pechtold van een Canadese oud-diplomaat, hij meldde het niet in het geschenkenregister van de Tweede Kamer.

En als Terlouw terugdenkt aan zíjn tijd: „Toen ik er zo lang had gezeten als Pechtold merkte ik: de kritiek neemt toe, journalisten vinden je niet meer nieuw.” Zo gaat dat in de politiek. Vanuit de tuinstoel: „Je hebt een houdbaarheidsdatum.”

Petra de Koning (p.dekoning@nrc.nl; @pdekoning) schrijft in de zomer een wisselcolumn met Jannetje Koelewijn.