Direct naar artikelinhoud
Column

Kan werk zinvol zijn als de topman honderd keer zoveel verdient?

Paul Polman, CEO bij Unilever

Werknemers voelen zich geaccepteerd als hun waarden overeenkomen met die van een bedrijf waar ze werken. Hoe kan dat als de inkomensverschillen tussen topmannen en werknemers 'uit het lood geslagen' zijn, zoals minister Jeroen Dijsselbloem donderdag zei?

Topmannen van bedrijven als Ahold, Heineken en Unilever verdienen meer dan honderd keer zoveel als de gemiddelde werknemer in hun bedrijf. Dat was de meest pregnante stelling uit een pleidooi voor versobering van de topbeloningen in het bedrijfsleven dat minister van financiën Jeroen Dijsselbloem donderdag in de Volkskrant deed.

Hij vindt dat een bonus maximaal een vijfde van het jaarsalaris van een bedrijfsbestuurder mag zijn. Verder constateerde hij dat de bonussen weer in de lift zitten, en dat de topbeloningen in 2015 bij Nederlandse bedrijven met 4,25 procent stegen. Dat lijkt niet zo veel, de Volkskrant noemde deze beloning zelf gematigd. Maar het komt neer, stelde Dijsselbloem, op een stijging van drie keer meer dan de cao-loonstijging van 1,4 procent."    

Het bedrijfsleven reageerde als gebeten. "Volstrekte onzin" en "verkiezingsretoriek" fulmineerde de Nederlandse vereniging van Commissarissen en Directeuren (NCD). Hoewel ik de indruk heb dat de cijfers hierboven misschien afgerond, maar toch geen volstrekte onzin zijn, gaat het mij nu om wat de NCD wel erkent: de uitschieters van enkele grote, internationale bedrijven.    

Schamen voor hoog salaris
Een van die internationale bedrijven is Unilever. En dat is opmerkelijk. In een interview met The Washington Post in mei 2015 zei Paul Polman, bestuursvoorzitter van Unilever, dat hij zich 'schaamde' om zijn hoge salaris. "Mensen op ons niveau zouden niet gemotiveerd mogen worden door hun salaris. Bovendien is het sowieso altijd te hoog in vergelijking met mensen die evenzeer hard werken en niet dezelfde kansen krijgen."    

Die uitspraak van Polman trok destijds nogal de aandacht. Maar hij zei meer interessants in dat interview. Polman benadrukt in 'The Post' het belang van waarden. Volgens hem toont onderzoek aan dat minder dan dertig procent van de mensen gelukkig is op zijn werk. "Een angstwekkend cijfer." En dat komt doordat, zoals Polman zei: "De waarden die werknemers in hun gezin hanteren niet stroken met de waarden die op het werk worden verkondigd."

Je kunt precies begrijpen wat je doet en de betekenis van je werk aangeven, maar het volstrekt oneens zijn met de waarden van je onderneming. Als je daaraan gewend raakt als medewerker, dan zou er volgens René Gude eigenlijk iets moeten gaan wringen op zingevingsgebied.

Dit is ook precies waarom Dijsselbloem zijn oproep doet. Een buitensporige beloning "raakt aan de onvrede over de kloof tussen 'de elite' en de gewone burgers. Als we één samenleving willen blijven vormen, zullen de bestuurders en commissarissen zich rekenschap moeten geven van die onvrede."

Vier soorten 'zin'
In deze columns zal Peter Henk Steenhuis vaak verwijzen naar de vier soorten 'zin' die filosoof en voormalig Denker des Vaderlands René Gude (1957-2015) onderscheidt. De eerste noemt Gude het Zinnelijke, het lekkere, het lijfelijke aspect, het lustvolle. De tweede het zintuiglijke, het esthetische. De derde het zinrijke. Gude: 'We ervaren zin, doordat we volzinnen maken, in staat zijn te verwoorden wat we beleven, ervaren, maken, doen. Dit is de meest letterlijke vorm van zingeving door betekenisgeving.' Als laatste onderscheidt Gude het zinvolle, dat je bijvoorbeeld achter de doelstelling staat van de ondernemingen waar je werkt.

Afstand in waarden is afstand in betrokkenheid
Polman blijkt zich daar - nogmaals het interview in The Post - ook van bewust. Als die waarden tussen thuis en bedrijf uiteenlopen, nemen mensen afstand van bedrijven, en van grote bedrijven in het bijzonder. Het gevolg is dat werknemers zich op den duur niet meer betrokken voelen bij het bedrijf, en hun werk minder zinvol vinden. 

Daar blijkt Polman ook bang voor te zijn. Hij probeert daarom een à twee keer per week werknemers te spreken, te interviewen. Bij die gesprekken kijkt hij naar hun waarden. Polman: "Ik zeg altijd dat je het meeste kans op succes hebt als de individuele waarden overeenkomen, gelieerd zijn, aan de waarden van het bedrijf." Als dat zo is dan voelen werknemers zich op hun gemak. "Ze passen. Ze zijn geaccepteerd. Ze versterken ook de waarden van het bedrijf en hebben de neiging om succesvoller te worden."

En dan nu: honderd keer meer verdienen dan de gemiddelde werknemer? Voelt die gemiddelde werknemer van Unilever zich zo geaccepteerd? Zal hij de waarden van zijn bedrijf zo beter uitdragen? Of zal hij bij dit soort bedragen beginnen te twijfelen aan de waarden van het bedrijf waar hij werkt, en zo aan de zinvolheid van zijn werk? 

Aan de andere kant: wat betekent deze constatering voor Polman? Is de nadruk die hij legt op waarden niet meer dan window dressing: maakt hij het mooier dan het is? Of staat Polman in zijn beleving van zinvolheid van werk binnen Unilever alleen, en heeft hij met zijn nadruk op waarden binnen zijn bedrijf het onderspit gedolven?

"Volstrekte onzin"? "Verkiezingsretoriek"? Gezien zijn eerdere uitspraken, lijkt het logisch dat Polman minister Dijsselbloem vandaag of morgen ronduit gelijk zal geven, en zijn oproep zal steunen.

Ik zeg altijd dat je het meeste kans op succes hebt als de individuele waarden overeenkomen, gelieerd zijn, aan de waarden van het bedrijf.
Polman