De bestuursrechter oordeelde vorig jaar nog dat de staatssecretaris het gezin mocht uitzetten naar Armenië.
De zaak zorgde destijds voor veel opschudding, omdat de moeder zonder de kinderen op het vliegtuig gezet werd. De kinderen, van elf en dertien jaar oud, zaten hierop enkele weken ondergedoken.
De moeder verblijft nu nog steeds in Armenië, haar kinderen zitten bij een bevriend gezin in Nederland. Het Armeense gezin kwam in 2008 naar Nederland. Hun asielaanvraag werd een jaar later afgewezen. Meerdere aangespannen procedures hebben niet tot een herziening van dit oordeel geleid.
De kinderen stellen nu dat ze graag met hun moeder herenigd willen worden. Maar zij vrezen voor "ernstige schade" als niet voldaan wordt aan de zogeheten terugkeervoorwaarden, die zijn opgesteld door onder meer de Raad voor de Kinderbescherming.
Belang
Daarin worden ze in het gelijk gesteld door de bestuursrechter. "De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris deze terugkeervoorwaarden ten onrechte niet heeft meegenomen bij de beoordeling van de aanvraag", luidt het vonnis.
De belangen van de kinderen hadden bij de beoordeling van de asielaanvraag bekeken moeten worden. "Het hogere belang van het kind dient een eerste overweging te vormen en de rechter moet dit vol toetsen."
De staatssecretaris moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen.