Het conflict draait om het vertrek van topman Jeroen de Haas, die in april na elf jaar opstapte bij Eneco. De commissarissen zeiden dat het vertrek in goed onderling overleg is gegaan, maar de OR gelooft daar niets van.
De werknemersvertegenwoordiging denkt dat De Haas het slachtoffer is geworden van de machtsstrijd rond de verkoop van het energiebedrijf. Een kort overzicht van de voorgeschiedenis.
Gemeenten willen cashen
De duurzame energieleverancier Eneco is van origine een staatsbedrijf. De aandelen zijn in handen van 53 Nederlandse gemeenten. Die aandeelhouders besloten vorig jaar in meerderheid om hun belang in Eneco te verzilveren.
De waarde van het bedrijf wordt geschat op zo'n 3 miljard euro, een aantrekkelijke opbrengst in tijden van teruglopende gemeentelijke budgetten.
Bij Eneco zelf bestond aanvankelijk veel weerzin tegen de verkoop, niet alleen op de vloer, maar ook in de top. De vrees bestond dat het duurzame karakter van het bedrijf verkwanseld zou worden als zich een van de kapitaalkrachtige energiereuzen als koper zou melden.
Topman De Haas ontwikkelde zich tot het boegbeeld van dit verzet. Hij bedong dat Eneco een verkoop mag blokkeren als de nieuwe eigenaar niet groen genoeg is.
De Haas ligt dwars
De houding van De Haas leidde tot wrevel bij veel aandeelhouders, die eigenlijk gewoon snel een koper wilden vinden. Ze vonden dat de topman iedere optie op voorhand blokkeerde: een traditioneel energiebedrijf mocht niet, omdat dan de groene koers van Eneco in gevaar zou komen. Een private investeerder mocht ook niet, uit zorgen voor de werkgelegenheid bij het bedrijf.
De uiteenlopende belangen leidden tot een patstelling en uiteindelijk was er een bemiddelingstraject nodig. Dat werd in februari van dit jaar afgerond en de bedrijfstop en aandeelhouders kwamen met een gezamenlijke verklaring naar buiten.
Die kwam erop neer dat er "harde garanties waren gedaan" dat het groene gehalte van Eneco niet ingrijpend zou veranderen na verkoop. Even leken alle partijen op één lijn te zitten, want ook De Haas oogde in zijn media-uitingen tevreden over de deal.
Commissarissen komen tegenover bestuurders te staan
In de weken erna sloop de onrust er toch weer in bij Eneco. Dit keer was het niet meer de bedrijfstop die eensgezind tegenover de aandeelhouders stond, maar begon het te rommelen tussen de bestuurders onderling. De raad van bestuur onder leiding van De Haas verschilde sterk van mening met de raad van commissarissen over de manier waarop de deal met de gemeenten geïnterpreteerd moest worden.
Eind maart boden drie leden van de raad van commissarissen, onder wie voorzitter Edo van den Assem, opeens hun ontslag aan omdat het niet opschoot met het verkoopproces van Eneco. Enkele dagen later lagen de kaarten opeens anders. De commissarissen trokken hun ontslag weer in en nu was het 'dwarsligger' De Haas die onder vuur kwam te liggen.
De kogel gaat door de kerk
Op maandag 16 april kwam de mededeling dat De Haas opgestapt was. De or voelde zich erdoor overvallen en wantrouwt de zaak. Het steekt de or dat ze voor een voldongen feit werd geplaatst toen de rvc al meteen met een nieuwe topman, Ruud Sondag, op de proppen kwam.
Het Hof in Amsterdam moet zich er nu over uitspreken of de rvc zorgvuldig gehandeld heeft rond het vertrek van De Haas. De or eist verder dat rvc-commissaris Van den en de andere 'anti-De Haas'-commissarissen geschorst worden.