Direct naar artikelinhoud
InterviewCriminaliteit

Hoogleraar criminologie Toine Spapens: Een op drie gemeenten heeft ‘criminele weldoener’

Een op de drie gemeenten kampt met criminele weldoeners: criminelen die hun illegaal verkregen vermogen gebruiken om bijvoorbeeld sportclubs te sponsoren, om zo een respectabele positie te verwerven in de gemeenschap. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Tilburg en Bureau Bruinsma dat dinsdag verschijnt.

Bij voetbalclub Young Boys is in 2011 een inval vanwege criminele activiteiten.Beeld WFA

Het is de eerste keer dat het fenomeen ‘criminele weldoeners’ in kaart is gebracht. Volgens de onderzoekers, die werkten in opdracht van de aan de Politieacademie verbonden onderzoeksgroep Politie en Wetenschap, is het een ‘niet te onderschatten’ probleem. ‘Weldoenerschap normaliseert criminaliteit en ondermijnt het gezag van de overheid’, aldus het rapport.

‘We kenden het fenomeen al uit het buitenland. Pablo Escobar is een van de bekendste voorbeelden’, zegt Toine Spapens, hoogleraar criminologie en een van de onderzoekers. ‘In Nederland las je er soms wel wat over in kranten. Bijvoorbeeld toen in Esbeek een crimineel in 2008 een manage begon en zijn vrouw gehandicapte kinderen gratis liet paardrijden. Het stel sponsorde ook een Ronald McDonald-huis. En in Sint Willebrord sponsorde een bekende drugscrimineel jaren geleden de nieuwe glas-in-loodramen van een kerk. Wij wilden weten of het in Nederland slechts ging om incidenten of dat het een structureel probleem is.’

Uit een enquête onder gemeenten, gesprekken met politie en medewerkers van regionale informatie- en expertisecentra (RIEC) blijkt nu dat ongeveer 30 procent van de gemeenten te maken heeft met deze vorm van ondermijning. Volgens Spapens ligt het percentage waarschijnlijk hoger: ‘Het was nog best lastig om dit in kaart te brengen. Vooral bij kleinere gemeenten. Niet iedere gemeente heeft een afdeling ‘veiligheid’ en dan wordt het zoeken: welke ambtenaar weet hier iets van?’

Hij en zijn collega’s kwamen voorbeelden tegen van een omstreden motorclub die een kringloopwinkel overnam, een sponsor van meerdere voetbalclubs die in verband werd gebracht met de uitbuiting van Oost-Europese werknemers en mensen met een dubieuze achtergrond die als ‘weldoener’ een kort lijntje hadden gekregen met lokale bestuurders.

‘Dat laatste irriteert me het meest, dan komt de integriteit van de overheid in gevaar’, zegt Spapens. ‘Maar we zagen ook heel schrijnende gevallen: weldoeners die zich op de markt van de pgb’s hadden gestort. In één geval bood de weldoener mensen met een persoonsgebonden budget dagbesteding aan. Die mensen werden verplicht om gratis schoonmaakwerk te verrichten in het bedrijf van de weldoener. De overheid heeft vervolgens veel moeite moeten doen om aan deze misstand een einde te maken.’

Wat kunnen de gevolgen zijn van crimineel weldoenerschap?

‘Soms gaat het de criminele weldoener om het opvijzelen van zijn maatschappelijke status, voor de buitenwereld lijkt het dan alsof misdaad loont. Maar we zagen ook een voorbeeld van een sportclub waar de weldoener spelers zwart betaalde, die club kon daardoor betere spelers aantrekken. Dat leverde oneerlijke concurrentie op.

‘In een ander geval werd de sportvereniging door criminelen gezien als een plek om ‘talent’ te spotten. En we kwamen ook goededoelenstichtingen tegen die als dekmantel werden gebruikt voor dubieuze activiteiten.’

Hebben gemeenten voldoende oog voor dit probleem?

‘Nee, dat idee kregen we niet. Door één gemeente werden we binnen vijf minuten teruggemaild nadat we de vragenlijst hadden gestuurd. Zij zeiden dat het bij hen niet voorkwam. Maar als je de krantenberichten over die gemeente erop nalas, weet je dat dat haast niet kan kloppen.

‘En we liepen tegen nog een ander probleem aan: wanneer definieer je vrijgevigheid als crimineel weldoenerschap? Wij hebben breed gekeken: ook naar mensen met heel veel rook om zich heen, maar bij wie het vuur nog niet gevonden is. We hebben niet alleen gekeken naar mensen met een strafblad.’

Wat kan een gemeente doen als je denkt: er is iets mis met deze weldoener, maar we kunnen niet bewijzen dat hij crimineel is?

‘We hoorden van veel gemeenten: we zouden best dieper kunnen graven in de achtergrond van deze persoon, maar daar hebben we de mensen en middelen niet voor. Ze wilden liever afwachten tot er concrete aanwijzingen binnenkwamen, bijvoorbeeld uit een strafrechtelijk onderzoek van justitie. Dat kan soms lang duren.

‘En we zagen ook situaties waarin het de gemeente niet zo goed uitkwam om te graven: de weldoener had bijvoorbeeld net een monumentaal pand in het centrum op laten knappen of hij hield de lokale sportvereniging overeind.’

Wat is de oplossing?

‘De kern van ons betoog is dat gemeenten vaak meer kunnen doen dan ze zelf denken. Als je gaat graven, vind je vaak altijd wel wat. Je kunt daarnaast je reguliere gemeentelijke controles uitvoeren. Je kunt informatie delen met andere gemeenten: soms is iemand met louche zaken bezig in gemeente A, en speelt hij de weldoener in gemeente B. En je mag ook andere instanties inschakelen, denk aan de Belastingdienst. Bij vermoedens kun je bovendien ‘stopgesprekken’ voeren met bijvoorbeeld de sportvereniging die geld krijgt van de weldoener.

‘Wat ik een goed voorbeeld vind was de aanpak van een zogenoemde wijkkoning: een crimineel die de dienst uitmaakte in een bepaalde wijk. Deze meneer begon zich ook heel actief te bemoeien met de voetbalclub. Hij was sponsor en jeugdtrainer. Er kwamen vervolgens allerlei onfrisse types op die club en de sfeer verslechterde. Ouders van jeugdspelers hebben toen geklaagd bij de wijkagent. Deze agent heeft vervolgens van alles georganiseerd om de invloed van die wijkkoning te verminderen. Deze criminele weldoener is inmiddels geen hoofdsponsor meer. Daarnaast heeft de wijkagent deze verdachte intern bij de politie op de kaart gezegd. Het is een zaak die nog steeds loopt. De situatie is wel verbeterd, maar het blijft een hoofdpijndossier omdat de verdachte zich nog altijd als 'wijkkoning' manifesteert.’

Voorbeelden: 

Zaalvoetbalteam gerund met drugsgeld

Willem-Alexander ontmoet Nedim Imaç bij Türkiyemspor. De club zou het toonbeeld van integratie zijn. Imaç , verondersteld lid van de Turkse maffia, werd in 2007 geliquideerd.

De succesvolle Amsterdamse zaalvoetbalclub 't Knooppunt zou jarenlang ‘het speeltje’ zijn geweest van beruchte Amsterdamse criminelen. Dat berichtte het Parool begin deze maand. Uit politieonderzoek zou blijken dat meerdere personen uit de onderwereld een rol speelden bij de club. Ze zouden bovendien met hun criminele vermogen talentvolle spelers hebben aangetrokken. De gemeente weigert daarom voor het nieuwe seizoen een nieuwe overeenkomst te sluiten met de zaalvoetbalclub voor de huur van een zaal. Daardoor kan de club, die vorig jaar nog landskampioen werd op het hoogste niveau, geen trainingen of wedstrijden meer organiseren. 

Het is niet de eerste keer dat een voetbalclub in opspraak raakt wegens banden met criminelen. In 2007 werd Nedim Imaç geliquideerd. Ondernemer Imaç was jarenlang verbonden met Amsterdamse voetbalclub Türkiyemspor. Zijn investeringen tilden de club naar een hoger niveau. Later bleek dat justitie hem beschouwde als een kopstuk van de Turkse heroïnemaffia. En in 2014 werd de voormalig IRT-informant Kris J. (53) uit Haarlem veroordeeld tot twee jaar cel. Hij misbruikte de Haarlemse voetbalclub Young Boys onder meer om illegale pokeravonden te organiseren.

Leider van Juliët-bende speelt Sinterklaas

John Jansen van de Juliëtbende: gaf Sinterklaascadeau's aan armen.Beeld Karmic Pro Media

In de jaren negentig behoorde John Jansen tot de beruchte Brabantse  Juliëtbende. De leden van deze bende werden veroordeeld voor hasjhandel, ontvoeringen van andere criminelen en afpersing. In 2004 kwam Jansen opnieuw in het nieuws: hij was door de politie in zijn been geschoten tijdens een mislukte bankoverval in het Zeeuwse Kruiningen. Hij werd kort daarna veroordeeld tot negen jaar.

In 2013 kwam Jansen weer in de publiciteit. Ditmaal in een heel andere rol: hij gaf Sinterklaascadeaus aan arme kinderen. Naar eigen zeggen had hij zijn leven drastisch omgegooid. Hij zou 2,5 miljoen euro in de Staatsloterij hebben gewonnen, met een deel van dat geld mocht de lokale Voedselbank cadeaus kopen voor honderden arme kinderen in Brabant. Tegen Omroep Brabant zeiden medewerkers van de Voedselbank dat het geld ‘uit een goed hart kwam’. 

Justitie en de Belastingdienst hebben onderzocht of Jansen het winnende lot van de jackpot van 2,5 miljoen zelf had gewonnen of met crimineel geld had overgekocht, maar bewijs van het laatste kon niet worden gevonden, aldus het onderzoeksrapport naar criminele weldoeners. Jansen heeft inmiddels ook een stichting voor jongeren met problemen. Er is eveneens een documentaire over hem gemaakt.