Direct naar artikelinhoud
ReportageKijkduin

Kind kwijt op het strand? Komt doordat ouders op hun telefoon zitten te kijken, menen ze bij de Haagse reddingsbrigade in Kijkduin

Moeder Astrid wordt herenigd met haar zoontje na hem drie kwartier kwijt te zijn geweest.Beeld Arie Kievit

Je kind kwijt op het drukke strand, het is van alle tijden. Maar een kleine vijftig vermissingen in één weekeinde is wel erg veel. Volgens de vrijwilligers van de reddingsbrigade in Kijkduin is de smartphone een van de schuldigen.

Krakend onheil door de portofoon. Een jongen van 6 jaar is zoek, klinkt het bij het paviljoen van de Haagse Vrijwillige Reddingsbrigade in Kijkduin. Robin heet hij. Blond haar, blauwe zwembroek met witte sterren en een groen randje.

Diane van der Burch (46) pakt haar blocnote en noteert het signalement. Zij bemenst hier vandaag de ‘kinderbewaarplaats’, waar ze kinderen opvangt die hun ouders kwijt zijn en ouders die hun kinderen zoeken. Van der Burch stelt ze gerust, terwijl de vrijwilligers van de reddingsbrigade op zoek gaan.

Dat is regelmatig nodig. Eerder deze maand, tijdens een van de drukste strandweekenden van het jaar, waren er op het Haagse strand veertig tot vijftig vermissingen. Het was een seizoensrecord.

Moeder Astrid Tuin kijkt bij de Kinderbewaarplaats door een verrekijker, op zoek naar haar zoontje.Beeld Arie Kievit

Op deze zondag is het minder druk op het strand, maar ook nu raken er kinderen zoek. Omdat ouders niet beseffen hoe lastig het kan zijn om vanuit de branding de eigen parasol terug te vinden. Omdat ze hun kinderen niet zo’n polsbandje met een telefoonnummer omdoen, dat gratis te verkrijgen is bij de reddingsbrigade. En ook, zo waarschuwen ze hier, omdat de ouders niet opletten.

‘Mensen zitten tegenwoordig de hele tijd op hun telefoon’, zegt senior lifeguard Mark Beeloo (35). ‘En ondertussen laten ze de kinderen bij de zee spelen. Onbegrijpelijk vind ik dat.’

‘Ik hoor ook wel dat ouders in slaap zijn gevallen’, zegt Van der Burch.

‘Kinderen moet je nooit alleen laten’, zegt Beeloo. ‘Pas als ze een jaar of 16 zijn, snappen ze de gevaren van de zee.’

Drukte op het strandBeeld arie kievit

En toch helpen de vrijwilligers van de Reddingsbrigade die ouders graag. Ook nu wandelen er twee lifeguards tussen de badgasten door op zoek naar Robin. De collega’s in de auto’s zijn alert. En in de glazen cabine op het dak van het paviljoen tuurt Bart Isendoorn (42) door zijn verrekijker, op zoek naar die blauwe zwembroek met witte sterren.

Dat doet denken aan Waar is Wally, het prentenboek vol mensenmassa’s waar je de bebrilde held met zijn rood-wit gestreepte shirt moet vinden. Alleen is dit serieuzer.

‘Ik deel het strand in vakjes in’, zegt Isendoorn. ‘Dan kijk ik in zo’n vakje of ik iemand zie die aan de beschrijving voldoet. Zo niet, dan ga ik naar het volgende vakje.’

En ja, zegt hij, het lukt wel eens om vanuit hier een vermist kind op te sporen, al heb je meer kans als je de ouders achter in de pick-uptruck zet en over het strand gaat rijden. ‘Zij herkennen hun kind veel eerder dan wij.’

Dan klinkt er een bericht uit de portofoon. ‘De moeder van Robin komt naar de post’, zegt een collega vanaf het strand. ‘Ze wil even door de verrekijker kijken.’

En inderdaad, daar komt Astrid Tuin (37) uit Den Haag de trap van het paviljoen op, twee jongens van een jaar of 10 in haar kielzog. Ze wordt opgevangen door Diane van der Burch, die een paar geruststellende woorden spreekt. Het gebeurt vaker, zegt ze. Iedereen kijkt mee. Ze komen altijd terug.

Tuin tuurt door de verrekijker, die ze al snel overdraagt aan de jongens.

Twee leden van de brigade zijn op zoek naar een vermist kind.Beeld arie kievit

‘Waar is hij nou?’ vraagt een van hen.

‘Nu mag ik’, zegt de ander.

Tuin wijst ondertussen naar de blauwe parasol vlak voor de post van de Reddingsbrigade. Daar zaten ze. Robin ging zich even wassen bij de zee, vertelt ze, want hij zat onder het zand. En toen kwam hij niet meer terug. Ze waren gaan zoeken, haar man en zij. Tevergeefs. De meest verschrikkelijke scenario’s spookten door haar hoofd.

‘Hij zit vast ergens in het zand te spelen’, zegt Van den Burch.

‘Daar zie ik hem wel voor aan’, zegt Tuin.

En dan, rond kwart voor twee, pruttelt de portofoon. ‘Hij is gevonden’, zegt Van der Burch. ‘Twee van onze jongens nemen hem mee deze kant op.’

Even later ziet Tuin haar zoon aankomen, geflankeerd door twee mannen in gele shirts. Ze rent naar hem toe en vliegt hem om de hals. Hij kijkt beteuterd.

Moeder Astrid Tuin is dolblij dat ze haar zoontje weer ziet nadat ze hem drie kwartier kwijt was.Beeld arie kievit

‘Hij was zelf op mensen afgestapt om te zeggen dat hij zijn ouders kwijt was’, zegt een van de lifeguards.

‘Je krijgt nu wel een polsbandje’, zegt Van der Burch. ‘Daar kun je het telefoonnummer van je moeder op schrijven. Dan gebeurt het niet nog een keer.’

En dan dient het volgende probleem zich aan.

‘Waar is papa eigenlijk?’ vraagt de broer van Robin.

Tips om je kind niet kwijt te raken (of snel weer te vinden)

1. Geef jonge kinderen een polsbandje met je telefoonnummer erop. Die zijn  gratis af te halen bij de reddingsbrigade.

2. Maak aan het begin van een stranddag een foto van je kind. Zo kun je aan hulpdiensten laten zien hoe het eruit ziet en welke kleding het draagt.

3. Spreek een duidelijke plek af voor als je elkaar kwijt bent. Een ‘verdwaalpaal’ met een pictogram of tekening is beter dan een strandtent, want strandtenten zien er vaak ongeveer hetzelfde uit.