Direct naar artikelinhoud

Duizenden jonggehandicapten mogelijk onder armoedegrens door verlaging uitkering

Duizenden jonggehandicapten zijn mogelijk in armoede gestort door de verlaging van hun uitkering. Uitkeringsinstituut UWV had verwacht dat 30 duizend jonggehandicapten na de verlaging een beroep zouden doen op een toeslag om op het sociaal minimum uit te komen, maar die toeslag is nauwelijks aangevraagd.

Jongeren met een Wajong-uitkering aan het werk in een broodjeszaak in de Amsterdamse Bijlmermeer.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Dit blijkt uit de zogenoemde Juninota van het UWV. Op 1 januari 2018 zijn de uitkeringen aan jonggehandicapten die geacht worden te kunnen werken maar dat nog niet doen, verlaagd van 75 procent van het minimumloon naar 70 procent. Het gaat om zo’n 75 duizend jonggehandicapten.

De jonggehandicapten zijn door het UWV al twee keer gewezen op de mogelijkheid een toeslag aan te vragen zodat ze niet onder het sociaal minimum terechtkomen: een keer bij de vaststelling dat ze kunnen werken en nog een keer bij de aankondiging dat de uitkering zou worden verlaagd. Dat gebeurt nu nog een keer. ‘In de ramingen hanteren we nog de 30 duizend aanvragen’, schrijft het UWV. Voor de aanvulling van de Wajong-uitkeringen is maandelijks 2 miljoen euro gereserveerd.

Het economisch onderzoeksbureau van de Universiteit van Amsterdam SEO, het Sociaal en Cultureel Planburau en de Sociaal-Economische Raad hebben er herhaaldelijk op gewezen dat het niet-gebruik van aanvullingsregelingen een oorzaak van armoede is. Vaak worden als redenen genoemd de onbekendheid met de regeling en de veronderstelling dat men niet in aanmerking komt. Dat laatste zou hier een rol kunnen spelen omdat het om een aanvulling gaat die de net doorgevoerde korting op de Wajong-uitkering deels of helemaal ongedaan maakt.

Verlaging uitkering

Vorig jaar werd 2,9 miljard euro aan Wajong-uitkeringen uitbetaald. Dit jaar is dat zes miljoen euro lager. De verlaging van de uitkering zou een grotere daling veroorzaken maar dat wordt deels teniet gedaan door bijvoorbeeld de verlaging van de leeftijd voor het minimumloon voor volwassenen van 23 naar 22 jaar, door het hogere minimumloon vanaf 18 jaar en de halfjaarlijkse verhoging van de uitkeringen.

Zo’n 245 duizend mensen krijgen een Wajong-uitkering omdat zij van jongs af aan gehandicapt zijn. Sinds 1 januari 2015 kunnen alleen nog jonggehandicapten die volledig arbeidsongeschikt zijn en dus nooit kunnen werken een Wajong-uitkering krijgen. Gehandicapten die geacht worden wel te kunnen werken, kunnen zich bij hun gemeente melden. Als zij aan het werk komen, krijgt de werkgever subsidie om hun eventueel lage productie te compenseren.

Het kabinet wil dit veranderen en het mogelijk maken dat de werkgever de jonggehandicapten naar productiviteit onder het minimumloon betaalt. De gemeente kan dit minimale salaris aanvullen tot het minimumloon. Daarvoor gelden dan de regels van de bijstand. Dat betekent dat geen aanvulling wordt betaald als de jonggehandicapte meer dan vijfduizend euro spaargeld heeft of een partner met een inkomen. Bij de bespreking van dit plan heeft het kabinet na felle kritiek verzachtingen toegezegd. In het najaar wil het kabinet met een wetsvoorstel komen.