De les van Oranje (2014): Vertrouw op je 'oude' sterren
Waar Frankrijk voor de finale een blik met sterren open kan trekken, heeft Kroatië er maar twee die er internationaal bovenuit steken: Luka Modrić (32) van Real Madrid en Ivan Rakitić (30) van FC Barcelona. Ook waren er glansrollen voor penaltykiller Danijel Subasić (33) en Mario Mandzukić (32), maker van de winnende goal tegen Engeland.
Het zijn dertigers die zich nog één keer voor hun land moeten oprichten. Wat dat betreft kan het Oranje van het WK 2014, en in het bijzonder de wedstrijd tegen Spanje, een lichtend voorbeeld zijn voor de ploeg van bondscoach Zlatko Dalić.
In de weken voor het toernooi in Brazilië werkt bondscoach Louis van Gaal aan een masterplan. Oranje gaat met een on-Nederlandse tactiek spelen: countervoetbal met een vijfmansdefensie. In aanvallend opzicht gokt Van Gaal op zijn ervaren sterren. Het vaak met hun fitheid worstelende supertrio Sneijder-Van Persie-Robben moet het doen. En dat pakt fantastisch uit.
Terwijl iedereen vreest dat Oranje door wereldkampioen Spanje overlopen wordt, zijn de rollen precies omgedraaid. Nederland komt nog met 1-0 achter, maar daarna kopt de dan dertigjarige Robin van Persie de bal als een jonge hond binnen. Hij maakt er nog één en de eveneens dertigjarige Arjen Robben (ook twee goals) is helemaal niet te stoppen.
"5-1, zegt het voort", roept commentator Frank Snoeks. Het is een magische avond in Salvador.
De les van Griekenland (2004): Geloof in het onmogelijke
Het is een mooie voorjaarsavond in het Philips Stadion. Met toptalenten Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart laat Oranje enkele weken voor het EK 2004 weinig heel van Griekenland (4-0), maar na afloop loopt Johan Derksen niet mee in de polonaise. "Dit stelt niets voor. Griekenland is het allerslechtste land dat naar het EK gaat", bromt hij in de RTL-studio.
Het gekke is dat ze er in Griekenland niet anders over denken. Het EK wordt daar vooral gezien als hinderlijk tussendoortje richting de Olympische Spelen twee maanden later in Athene. En van de ploeg met jongens uit de eigen competitie en spelers die in het buitenland op de bank zitten, verwacht niemand iets. Behalve de Duitse bondscoach Otto Rehhagel. Hij smeedt een hecht collectief dat onklopbaar wordt. Sterker: na een zege op Portugal en een gelijkspel tegen Spanje, winnen de Grieken in de knock-outfase van Frankrijk en Tsjechië.
Ondertussen rekent gastland Portugal zich rijk. Griekenland als tegenstander in de EK-finale moet een formaliteit zijn voor de sterrenploeg van Figo, Deco, Rui Costa en (toen ook al) Cristiano Ronaldo. De tocht van de spelersbus naar Estádio da Luz, met duizenden uitzinnige Portugezen langs de kant van de weg, wordt live uitgezonden op de nationale televisie. Het is feest, tot de finale begint en de Portugezen er niet in slagen door de Griekse muur heen te breken.
Als eendagsheld en bankzitter van Werder Bremen Angelos Charisteas de 1-0 binnenkopt, slaat de wanhoop toe en barst Ronaldo in huilen uit. Griekenland is Europees kampioen en laat Portugal en ook de rest van Europa vertwijfeld achter. Het onmogelijke is gebeurd. Een nog veel groter wonder dan een eventuele wereldtitel voor Kroatië.
De les van Uruguay (1950): Hoogmoed komt voor de val
Wie denkt dat de 7-1 tegen Duitsland in de halve finale van het WK 2014 - in eigen land nog wel - het grootste voetbaltrauma van de Brazilianen is, heeft het mis. Natuurlijk, de zeven tegengoals hakten erin, maar de verwachtingen van de eigen ploeg waren vier jaar geleden niet hoog in Brazilië.
Hoe anders is dat in 1950. Brazilië heerst tijdens het WK op eigen bodem. Het is het enige WK waarbij geen finale wordt gespeeld, maar vier landen in een finalepoule uitmaken wie zich wereldkampioen mag noemen.
Brazilië bereikt die finalepoule met sprankelend spel en zegeviert vervolgens kinderlijk eenvoudig tegen Zweden en Spanje (7-1 en 6-1), waardoor niets een eerste wereldtitel voor de 'Goddelijke Kanaries' in de weg lijkt te staan.
Een gelijkspel tegen het kleine buurland Uruguay is in de laatste poulewedstrijd al voldoende. Maar daar rekent niemand op. De bijna 200.000 (!) toeschouwers - nog altijd een record - komen in Maracanã niet kijken óf Brazilië de titel pakt, maar met welk verschil de Uruguayanen verslagen worden. De fans dragen shirts met 'Wereldkampioen' erop gedrukt en de sterren op het veld - Ademir, Chico, Jair en Zizinho – zijn in Braziliaanse media al 'de wereldkampioenen' genoemd.
Maar het loopt anders. Via Friaça komt Brazilië vlak na rust nog wel op voorsprong, maar de door de Braziliaanse hoogmoed getergde Uruguayanen maken via Schiaffino gelijk. En daar blijft het niet bij. Elf minuten voor tijd schiet Ghiggia Uruguay naar de overwinning die geen Braziliaan ziet aankomen. Of, zoals de legendarische Braziliaanse schrijver Nelson Rodriguez schrijft: "Onze catastrofe, ons Hiroshima."
Laat het een les zijn voor de Fransen. Terg de Kroaten niet zoals de Brazilianen dat lang geleden met de Uruguayanen deden. Het kwam de Engelsen met hun 'It's coming home' ook al duur te staan.
De les van PEC (2014): Stunten aan 'de gunstige kant van het schema'
Eigenlijk is het geen verrassing dat Kroatië in de finale staat. Welk land had het anders moeten zijn? Een 'Ibrahimović-loos' Zweden, een onervaren Engeland of gastland Rusland, dat al opgelucht was toen het in de groepsfase van Saoedi-Arabië won? Kroatië zat, zoals het zo mooi heet, aan de gunstige kant van het schema. Dus wacht met Frankrijk pas in de finale voor het eerst een land dat vooraf als titelfavoriet werd gezien.
Bij de Kroatische opmars zijn de gedachten in Zwolle wellicht teruggegaan naar het KNVB-bekersucces van PEC in het seizoen 2013/2014. Zelden krijgt een ploeg zo'n eenvoudige route naar de eindstrijd als die van de toenmalige trainer Ron Jans. PEC rekent af met Fortuna Sittard (destijds nog een laagvlieger uit de Jupiler League), de amateurs van Wilhelmina '08, het bescheiden Excelsior, de amateurs van JVC Cuijk, en NEC, dat op punt van degraderen uit de Eredivisie staat. En dan is de finale al een feit.
In die finale in De Kuip wacht eindelijk een topclub: Ajax. PEC moet zich geen illusies meer maken, zeker niet nadat Ricardo van Rhijn na twee minuten de bal de kruising in jaagt (1-0). Maar daarna wankelt Ajax, dat worstelt met de eigen supporters die vuurwerk op het veld gooien.
PEC houdt het hoofd wel koel. Door goals van Ryan Thomas (twee keer), Guyon Fernandez (twee keer) en Bram van Polen wordt de landskampioen met 5-1 vernederd in een van de beste wedstrijden van PEC's bestaan. Na een makkelijke aanloop excelleert de ploeg op het moment dat het moet, zoals Kroatië dat nu ook moet doen.
De les van Portugal (2016): Het gaat niet om de schoonheidsprijs
Cristiano Ronaldo gooit geïrriteerd een microfoon van een lastige verslaggever de rivier in. Nee, buiten het veld verdient Portugal niet de schoonheidsprijs op het EK en op het veld is het niet veel beter. Zonder zege - tegen Oostenrijk (0-0), Hongarije (3-3) en IJsland (1-1) blijft het gelijk - bereiken de Portugezen zowaar de knock-outfase.
Er volgt een slaapverwekkende achtste finale die door een intikker van Ricardo Quaresma in verlenging met 1-0 van Kroatië gewonnen wordt. En via een penaltyserie tegen Polen en een 2-0 zege op debutant Wales (weer die gunstige kant van het schema) haalt Portugal tot ieders verbazing de finale van het EK.
Het op papier veel sterkere gastland Frankrijk is de tegenstander in de eindstrijd. Het wordt een finale die, zoals je mag verwachten bij het Portugal van 2016, het aanzien amper waard is. Ronaldo valt al snel geblesseerd uit en ziet zijn ploeg in blessuretijd ontsnappen als de Franse invaller André-Pierre Gignac de paal raakt.
In de verlenging is het wel raak, maar dan voor de Portugezen. Eder, door Swansea City niet goed genoeg bevonden en verhuurd aan Lille, verrast doelman Hugo Lloris met een schot vanaf 25 meter (1-0). Een enorme tik voor Frankrijk, die het in de aanloop naar de WK-finale in Moskou nog voelt. Het is nu aan de Kroaten om het Franse trauma nog groter te maken.